Een voorspelbaar niemendalletje met onbevredigend einde
De stichting Fantastische Vertellingen wil met haar nieuwe snuffel-reeks een springplank bieden voor nieuw of miskend talent in Nederlandstalige, fantastische speurders. Dit is het tweede boekje in de reeks en het eerste boekje over Commissaris Omer. Het mag met recht een boekje genoemd worden: het bevat zo’n 80 bladzijden verhaal.
Commissaris Omer is een detective uit de toekomst, op het moment gestationeerd op de planeet Smyrnia. Op verzoek van de plaatselijke overheid heeft hij net een moord opgelost en staat hij op het punt zich te storten op een tweede. Commissaris Omer is van de oude stempel: samen met zijn twee collega’s lost hij de zaak op met behulp van beredenering, het gebruik van het aanwezige bewijsmateriaal, en in dit geval een flinke dosis geluk.
Het voelt alsof Commissaris Omer een detective uit een film Noir is, die is opgepakt en in de toekomst is neergezet. Het verhaal zou zich dan ook zonder problemen kunnen afspelen in het huidige Nederland. Hoewel er gebruik wordt gemaakt van robots en technieken die (nog) niet bestaan, is geen van deze elementen van cruciaal belang voor het verhaal. Ook is er iets mis met de continuïteit op plekken. Iemand die op maandag- of dinsdagavond langs zou komen, komt ineens op woensdag. Een verdachte die volgens een forensisch onderzoeker vrouw is, blijkt man te zijn. Deze dingen kunnen bewuste verhaalelementen zijn, maar doordat ze niet benoemd worden lijken het eerder fouten.
'Lieve hemel, wat had die vent een gok, zeg! In de schaduw daarvan zou een voltallig gezin de strandvakantie veilig kunnen doorbrengen'
Oxana Langbeen houdt er een licht-poëtische schrijfstijl op na. De openingszin sluit je direct in je hart: 'Lieve hemel, wat had die vent een gok, zeg! In de schaduw daarvan zou een voltallig gezin de strandvakantie veilig kunnen doorbrengen'. Dat past prachtig bij de setting van het verhaal en geeft het geheel iets meer diepgang en iets minder het gevoel van een dertien-in-het-dozijn detective verhaal. Aan de andere kant haalt het de snelheid uit het verhaal. Sommige zinnen zijn nogal lang of lijken niet op hun plaats.
Het verhaal verloopt gestaag, en is makkelijk te volgen. Het lijkt echter alsof de nadruk op punten meer ligt bij de beschrijving van de personages en de technieken die Langbeen bedacht heeft, dan bij het verhaal. Enigszins voorspelbaar kabbelt het voort tot de laatste scene. Waar het volledig mis loopt. Het einde is namelijk niet in karakter met de rest van het boek. Sterker nog, het gaat tegen alle principes van een rechtschapen detective in. Een 'en ze leefden nog lang en gelukkig' is nou eenmaal niet in elk verhaal een passend danwel realistisch einde. Daarnaast worden niet alle vragen opgelost, zoals hoe is de dader nou uiteindelijk in de buurt gekomen van het slachtoffer?
Commissaris Omer en de Vermoorde Onschuld is een lekker tussendoortje. Het is een korte novelle die vermaakt met haar taalgebruik. Het is echter geen hoogstaand verhaal dat de schrijfster in de schijnwerper zal zetten. Daarnaast vraagt het een stevige portie goodwill van de lezer om over bepaalde dingen heen te lezen.
Reageer op deze recensie