Een kort voorproefje van een verzonken Nederland
Soms, heel soms, kom je een sciencefictionboek tegen waarin ons eigen kleine kikkerlandje centraal staat. Dit is er zo één. Jaap Boekestein en Tais Teng hebben de handen ineen geslagen om samen een detectiveverhaal te schrijven dat zich afspeelt in het Nederland van 2069.
Waar men nu al voor vreest, is gebeurd: de zeespiegel is gestegen en de dijken zijn doorgebroken. In een verdeeld Nederland staat de Randstad onder water en heeft Friesland besloten weer terug te gaan naar het verleden. Friesland is ontoegankelijk voor een ieder die geen echte Fries is, en techniek van na 1954 is er verboden. Tegen deze achtergrond overkomt de in Den Haag wonende H.W. het ondenkbare: zijn vrouw verlaat hem, en neemt de vergulde klapschaats mee waarop de laatste Elfstedentochtwinnaar de tocht heeft gereden. Tijd om een detectivebureau in te schakelen. Om de schaats terug te krijgen, gaan de pas gescheiden detectives Berlusconi en Vaendeldrager op een illegale tocht door het afgesloten Friesland.
Het contrast tussen de ouderwetse Friese cultuur en het moderne Den Haag is groot en mooi weer gegeven. Waar Den Haag moderne techniek gebruikt om nog enigszins te kunnen functioneren in het verdronken landschap met levensgevaarlijke tsunami’s, leven de Friezen op al dan niet drijvende terpen. Er is sinds 2046 geen Elfstedentocht meer geweest, maar er zijn wel veel Inuits, drijvende woonboten en zeeluipaardenraces. De laatste zijn overigens minder onschuldig dan ze lijken.
De precaire balans waarin er genoeg informatie wordt gegeven om alles te begrijpen, maar niet teveel om een informatiedump te worden, is soms lastig vol te houden. Gelukkig wordt het nergens echt een raadsel waar het over gaat, en blijft een overdaad aan nieuwe informatie ook uit. De nieuwe elementen zijn interessant, realistisch en goed geïntegreerd. Het voelt alleen onaf; alsof er nog veel meer uitleg te geven is en nog veel meer te zien is. Het Nederland dat Boekestein en Teng op deze manier schetsen schreeuwt om meer verhalen.
Het verhaal komt goed op gang en is intrigerend, maar is lichtelijk voorspelbaar. Er is te weinig ruimte in tachtig pagina’s om personages te introduceren die niet van cruciaal belang zijn voor het verhaal, waardoor de relaties tussen mensen al vrij snel duidelijk zijn. Het terughalen van de klapschaats lijkt dan ook van ondergeschikt belang, er zijn veel te veel andere, interessante dingen aan de hand. Dit is geen enkel probleem, de omgeving en personages houden je er zonder problemen bij. Het lijkt echter wel alsof de schrijvers zelf ook moeite hebben met de kleine tachtig bladzijden die het verhaal omhelst; Zeil de Terpen kent een vrij abrupt en voorspelbaar einde.
Reageer op deze recensie