Lezersrecensie
Claudine wentelt zich in de decadentie van Parijs
Een pakkende openingszin is het halve werk. Met ‘Er zit iets niet goed in dit huwelijk’ wordt meteen de toon gezet, de lezer is gewaarschuwd. Na ‘Claudine op school’ en ‘Claudine in Parijs’ mogen we nu over haar schouder meekijken welke houding Claudine zich aanmeet als echtgenote van Renaud. Dat hij op jonge meisjes valt is een bijkomende factor, doet Lolita-achtig aan, het zegt genoeg over deze man. De veel oudere Renaud draagt zijn jonge bruid op handen en introduceert haar in zijn uitgebreide kennissenkring, vooral zakenrelaties.
‘ Zegt het voort! Mijn man heeft weer een ontvangdag. Men heeft het voortgezegd. Wat kan Renaud voor verschrikkelijks hebben misdaan dat hij zoveel vrienden verdient? ‘ (pag 69)
In dit derde deel zien we Claudine in diverse verschijningsvormen. Herkenbaar is ze wanneer ze haar liefde voor Fanchette, haar lievelingspoes, laat zien, dan is ze nog steeds het jonge rebelse kind met een klein hartje. Parijs kan, ondanks alle luxe waarmee ze wordt omringd, nog steeds niet tippen aan het dorp vaar ze vandaan komt. De ruige tuin, die elk seizoen zijn charmes heeft, het oude huis en de oude school herbergen een schat aan herinneringen die zich opdringen en haar een gevoel van gemis geven.
Aan de liefde van en voor Renaud heeft Claudine niet genoeg, er ontbreekt iets en wanneer de gelegenheid zich voordoet zet ze haar vroegere leventje voort. Op school waren er verliefde gevoelens voor een meisje. De passie, het proces van aantrekken en afstoten, de onzekerheid en het geheimhouden voor de mannen wordt uitvoerig beschreven. De sympathie voor Claudine kan nogal wisselen, de ene keer is ze een verwende decadente snob, op een ander moment is ze empatisch en puur. De zoon van Renaud, Marcel, komt ook in dit deel terug, ook hij vond zijn weg op liefdesgebied en speelt een bijrolletje in Claudine leven.
Het volwassen worden met achterlaten van de oude omgeving wordt prachtig en met humor verteld, ondanks de decadentie van het milieu waarin het echtpaar zich begeeft. De salons met betekenisloze prietpraat en achterklap zijn mooie decors van een tijdsbeeld waarin dit soort leven normaal was, geld geen rol speelde en monogamie een uitzondering was. Gelukkig voor Claudine is haar vader een constante factor, hij verlaat Parijs en dat zou wel eens heel goed kunnen uitpakken voor zijn dochter.
Dit deel sluit goed aan bij de eerste 2 delen, je ziet het kind een jong meisje worden. Met haar korte weerbarstige haar houdt ze dapper stand en verrast haar lezerspubliek met haar ontboezemingen in levendig taalgebruik, soms wat dromerig, maar met de blik net iets verder dan de hedendaagse werkelijkheid.
En net als de andere delen is ook dit boek vertaald door Gerda Baardman.
‘ Zegt het voort! Mijn man heeft weer een ontvangdag. Men heeft het voortgezegd. Wat kan Renaud voor verschrikkelijks hebben misdaan dat hij zoveel vrienden verdient? ‘ (pag 69)
In dit derde deel zien we Claudine in diverse verschijningsvormen. Herkenbaar is ze wanneer ze haar liefde voor Fanchette, haar lievelingspoes, laat zien, dan is ze nog steeds het jonge rebelse kind met een klein hartje. Parijs kan, ondanks alle luxe waarmee ze wordt omringd, nog steeds niet tippen aan het dorp vaar ze vandaan komt. De ruige tuin, die elk seizoen zijn charmes heeft, het oude huis en de oude school herbergen een schat aan herinneringen die zich opdringen en haar een gevoel van gemis geven.
Aan de liefde van en voor Renaud heeft Claudine niet genoeg, er ontbreekt iets en wanneer de gelegenheid zich voordoet zet ze haar vroegere leventje voort. Op school waren er verliefde gevoelens voor een meisje. De passie, het proces van aantrekken en afstoten, de onzekerheid en het geheimhouden voor de mannen wordt uitvoerig beschreven. De sympathie voor Claudine kan nogal wisselen, de ene keer is ze een verwende decadente snob, op een ander moment is ze empatisch en puur. De zoon van Renaud, Marcel, komt ook in dit deel terug, ook hij vond zijn weg op liefdesgebied en speelt een bijrolletje in Claudine leven.
Het volwassen worden met achterlaten van de oude omgeving wordt prachtig en met humor verteld, ondanks de decadentie van het milieu waarin het echtpaar zich begeeft. De salons met betekenisloze prietpraat en achterklap zijn mooie decors van een tijdsbeeld waarin dit soort leven normaal was, geld geen rol speelde en monogamie een uitzondering was. Gelukkig voor Claudine is haar vader een constante factor, hij verlaat Parijs en dat zou wel eens heel goed kunnen uitpakken voor zijn dochter.
Dit deel sluit goed aan bij de eerste 2 delen, je ziet het kind een jong meisje worden. Met haar korte weerbarstige haar houdt ze dapper stand en verrast haar lezerspubliek met haar ontboezemingen in levendig taalgebruik, soms wat dromerig, maar met de blik net iets verder dan de hedendaagse werkelijkheid.
En net als de andere delen is ook dit boek vertaald door Gerda Baardman.
1
Reageer op deze recensie