Lezersrecensie
Van kaft tot kaft in trance
Ook dit keer weet Rob van Essen de lezer op het verkeerde been te zetten en daarmee geeft hij een fantastische reis weg. Eigenlijk zijn er meerdere, niet heldere, uitstapjes. Waar houdt de waarheid op en beginnen de hersenspinsels van Rob Hollander, de verteller van deze lange roadtrip? Rode draden en spaghetti slierten vormen de basis van het verhaal, daar waar de draden doorlopen in hun thematiek, vormen de slierten spaghetti een berg over elkaar heen liggende losse herinneringen. Het verhaal begint en eindigt met de solistische bruggenschilder, een zelfgekozen isolement van het hoofdpersonage.
Eigenlijk is het een wonderlijk verhaal, stel je voor dat je de gelegenheid krijgt een fout uit het verleden goed te maken door via een tijdmachine terug te gaan in de tijd. Dat overkomt de verteller. Zijn jeugd brengt hij grotendeels door in Rijssen, we zijn dan in de zeventiger jaren en de sfeer doet, ondanks het tijdsverschil, even denken aan ‘De avonden’- Gerard Reve. Het zijn de huiskamer, de kleine familie, de radio met G.B.J. Hilterman en het geloof die een degelijk, geborgen gevoel oproepen. Rob heeft ook zijn ideeën over religie, deze worden sterk aangewakkerd wanneer op een dag een vrouw aanbelt. Samen met haar zoon gaat ze de deuren langs met brochures om het geloof te verkondigen.
De verteller raakt in de ban van dit tweetal en wil weten waar ze over spreken, sommige woorden pikt hij op, het blijkt vooral angst inboezemen over de wereld die de verkeerde kant opgaat en het naderen van de eindtijd. Opvallend vaak is er mist, het gebrek aan helderheid verhoogt het leesplezier omdat de lezer zelf mag invullen. Waarom is het nevelig, wat gebeurt er in werkelijkheid en wat is de rol van de jongen die met zijn moeder de deuren langs mag gaan en die op een bijzonder adres woont?
Hollander studeert in de jaren 80 filosofie in Amsterdam, maakt zijn studie niet af en strooit zijn herinneringen uit gedurende het verhaal. Ook daarin hangen rookgordijnen, we krijgen flarden uit het geheel te horen, duidelijk is wel dat de lamlendigheid er vanaf spat! Studiegenoten doen alsof ze een groep vormen, maar het blijkt dat niet iedereen daar zo over denkt. Toch zullen deze studenten onderwerp worden voor een artikel in ‘Wij Nederland’ waar Rob werkt. De sfeer in het kantoor past helemaal in het verhaal. Op de dertiende verdieping in Amsterdam-Noord, met uitzicht op de ring, valt niets te lachen. Dit is wel de opmaat voor het grote avontuur met de tijdmachine.
Daarover vertellen zou te ver gaan. Wie het boek gaat lezen kan zich verheugen op een prachtig verhaal met verrassende ontmoetingen, ontrafelingen van herinneringen, zonde en vergeving, vergane glorie (in de jaren tachtig waren er nog geen smartphones) en de kracht waarmee de auteur al zijn verbeelding aanspreekt om door te dringen in de krochten van het mechanisme waar herinneringen opgeslagen worden.
Eigenlijk is het een wonderlijk verhaal, stel je voor dat je de gelegenheid krijgt een fout uit het verleden goed te maken door via een tijdmachine terug te gaan in de tijd. Dat overkomt de verteller. Zijn jeugd brengt hij grotendeels door in Rijssen, we zijn dan in de zeventiger jaren en de sfeer doet, ondanks het tijdsverschil, even denken aan ‘De avonden’- Gerard Reve. Het zijn de huiskamer, de kleine familie, de radio met G.B.J. Hilterman en het geloof die een degelijk, geborgen gevoel oproepen. Rob heeft ook zijn ideeën over religie, deze worden sterk aangewakkerd wanneer op een dag een vrouw aanbelt. Samen met haar zoon gaat ze de deuren langs met brochures om het geloof te verkondigen.
De verteller raakt in de ban van dit tweetal en wil weten waar ze over spreken, sommige woorden pikt hij op, het blijkt vooral angst inboezemen over de wereld die de verkeerde kant opgaat en het naderen van de eindtijd. Opvallend vaak is er mist, het gebrek aan helderheid verhoogt het leesplezier omdat de lezer zelf mag invullen. Waarom is het nevelig, wat gebeurt er in werkelijkheid en wat is de rol van de jongen die met zijn moeder de deuren langs mag gaan en die op een bijzonder adres woont?
Hollander studeert in de jaren 80 filosofie in Amsterdam, maakt zijn studie niet af en strooit zijn herinneringen uit gedurende het verhaal. Ook daarin hangen rookgordijnen, we krijgen flarden uit het geheel te horen, duidelijk is wel dat de lamlendigheid er vanaf spat! Studiegenoten doen alsof ze een groep vormen, maar het blijkt dat niet iedereen daar zo over denkt. Toch zullen deze studenten onderwerp worden voor een artikel in ‘Wij Nederland’ waar Rob werkt. De sfeer in het kantoor past helemaal in het verhaal. Op de dertiende verdieping in Amsterdam-Noord, met uitzicht op de ring, valt niets te lachen. Dit is wel de opmaat voor het grote avontuur met de tijdmachine.
Daarover vertellen zou te ver gaan. Wie het boek gaat lezen kan zich verheugen op een prachtig verhaal met verrassende ontmoetingen, ontrafelingen van herinneringen, zonde en vergeving, vergane glorie (in de jaren tachtig waren er nog geen smartphones) en de kracht waarmee de auteur al zijn verbeelding aanspreekt om door te dringen in de krochten van het mechanisme waar herinneringen opgeslagen worden.
23
15
Reageer op deze recensie