Lezersrecensie
Geluk door de ogen van een spirituele filosoof
Dit boek, met als oorspronkelijke titel The meaning of happiness, is voor het eerst uitgegeven in 1940. De auteur was toen 24 jaar oud. Volgens de achterflap heeft dit boek al de diepgang van zijn latere boeken. Kristalhelder schrijven, pretentieloze analogieën, en zijn humor en brede kennis hebben Alan Watts tot een van de meest invloedrijke filosofen van zijn generatie gemaakt.
Volgens Alan Watts zijn er twee soorten boeken over hoe je gelukkig kunt worden: je omstandigheden veranderen, en jezelf veranderen. Vaak staan er praktische adviezen in en technieken waarmee je het gewenste resultaat kunt bereiken. Zijn eigen boek valt in geen van beide categorieën. Watts is er van overtuigd dat intens geluk buiten het bereik ligt van alle technieken. Waar geluk is niet te vinden in het najagen van plezier en comfort, het vermijden van pijn, en het hebben van dingen. Als je probeert van angst en spanning af te komen, heb je twee vijanden in plaats van één. Het gaat er juist om te ontspannen in zijn, en mee te gaan in de stroom van het leven.
In diepere zin betekent geluk de vereniging met God, harmonie met de Tao, en het overstijgen van dualiteit. Dit soort geluk is nooit het resultaat van handelen, maar van kennis en inzicht. Je kunt niets doen om gelukkig te worden.
Watts onderbouwt zijn betoog met voorbeelden en inzichten uit de analytische psychologie van Carl Jung, Christelijke mystiek, Zen, Boeddhisme en Taoïsme. Volgens de Oosterse filosofieën is niet gelukkig zijn geworteld in angst. Dit angstgevoel ontstaat doordat de mens in zijn beleving een op zichzelf staand individu of ego is, afgesneden van “het leven” of “de werkelijkheid” als geheel. Geluk komt door het besef dat het gevoel van afzondering een illusie is.
Het ware zelf van de mens is veel meer dan zijn bewuste “ego” of “ik”. Het is belangrijk dat we ons meer bewust worden van wat zich onbewust in ons innerlijk afspeelt. Vecht niet tegen je demonen maar zie ze onder ogen. Kijk naar binnen. Dan zul je zien dat het ego zijn eigen vermogens en bewustzijn ontleent aan een bron die de individuele persoonlijkheid overstijgt.
Het boek is niet gemakkelijk om te lezen. Glasheldere zinnen worden afgewisseld met ingewikkelde filosofische beschouwingen. Ik kan er weinig structuur in ontdekken. Er zijn parallellen met Osho en andere leraren zoals Krishnamurti en Hazrat Inayat Khan. Ook Osho wijst op het belang van “ja” zeggen tegen alles wat we ervaren, zijn, voelen en weten. Geluk, verlichting of “de waarheid” kunnen niet kunnen worden bereikt door logisch redeneren, maar door meditatie en – in de woorden van Krishnamurti – zonder oordeel en verlangens “gewaar zijn” van dat wat er is.
Volgens Alan Watts zijn er twee soorten boeken over hoe je gelukkig kunt worden: je omstandigheden veranderen, en jezelf veranderen. Vaak staan er praktische adviezen in en technieken waarmee je het gewenste resultaat kunt bereiken. Zijn eigen boek valt in geen van beide categorieën. Watts is er van overtuigd dat intens geluk buiten het bereik ligt van alle technieken. Waar geluk is niet te vinden in het najagen van plezier en comfort, het vermijden van pijn, en het hebben van dingen. Als je probeert van angst en spanning af te komen, heb je twee vijanden in plaats van één. Het gaat er juist om te ontspannen in zijn, en mee te gaan in de stroom van het leven.
In diepere zin betekent geluk de vereniging met God, harmonie met de Tao, en het overstijgen van dualiteit. Dit soort geluk is nooit het resultaat van handelen, maar van kennis en inzicht. Je kunt niets doen om gelukkig te worden.
Watts onderbouwt zijn betoog met voorbeelden en inzichten uit de analytische psychologie van Carl Jung, Christelijke mystiek, Zen, Boeddhisme en Taoïsme. Volgens de Oosterse filosofieën is niet gelukkig zijn geworteld in angst. Dit angstgevoel ontstaat doordat de mens in zijn beleving een op zichzelf staand individu of ego is, afgesneden van “het leven” of “de werkelijkheid” als geheel. Geluk komt door het besef dat het gevoel van afzondering een illusie is.
Het ware zelf van de mens is veel meer dan zijn bewuste “ego” of “ik”. Het is belangrijk dat we ons meer bewust worden van wat zich onbewust in ons innerlijk afspeelt. Vecht niet tegen je demonen maar zie ze onder ogen. Kijk naar binnen. Dan zul je zien dat het ego zijn eigen vermogens en bewustzijn ontleent aan een bron die de individuele persoonlijkheid overstijgt.
Het boek is niet gemakkelijk om te lezen. Glasheldere zinnen worden afgewisseld met ingewikkelde filosofische beschouwingen. Ik kan er weinig structuur in ontdekken. Er zijn parallellen met Osho en andere leraren zoals Krishnamurti en Hazrat Inayat Khan. Ook Osho wijst op het belang van “ja” zeggen tegen alles wat we ervaren, zijn, voelen en weten. Geluk, verlichting of “de waarheid” kunnen niet kunnen worden bereikt door logisch redeneren, maar door meditatie en – in de woorden van Krishnamurti – zonder oordeel en verlangens “gewaar zijn” van dat wat er is.
1
Reageer op deze recensie