Criminele bikers verliezen hun onschuld
Misdaadauteur Stefan Schubert heeft de huidige tijdgeest goed mee. Vrijwel niemand gelooft in de onschuld van motorrijders die er voor kiezen onder het embleem van de Hell's Angels te gaan toeren op een Harley Davidson. De schrijver somt een gitzwart beeld op van Amerikaanse en Europese motorliefhebbers die het oorspronkelijke, roemruchte vrijheidsdenken hebben ingeruild voor geweld, geld en bloedvergieten.
Easy Rider, de bioscoopfilm met topacteurs zoals Peter Fonda, Dennis Hopper en Jack Nicholson, was destijds zo’n succesvolle film die heeft bijgedragen aan het romantische beeld van vrije jongens toerend op een motor. Schubert haalt daar een dikke streep doorheen. Hij haalt de allereerste gewelddadige incidenten aan, die in 1947 plaatsvonden in het Amerikaanse gehucht Hollister. Verschillende motorclubs, waaronder ontgoochelde veteranen, zetten het daar op een zuipen. Een massale vechtpartij volgt, waarna zo’n 60 mensen worden gearresteerd. De pers springt er boven op. Hier en daar wordt de berichtgeving nog zwaarder aangezet. En ... de mythe rondom motorclubs is geboren.
De Duitser Schubert zet al het motorrijdersgeweld op een rijtje. En dat is een zeer tragische, zwartgallige opsomming. In de Verenigde Staten en in Europa beheersen motorclubs het prostitutiecircuit in verschillende grote steden. Maar daar blijft het niet bij. Drugshandel, afpersing en het uitroeien van de concurrentie doen de rest. Een orgie van geweld. Misdrijven die, blijkens de vonnissen, regelmatig een relatief lage gevangenisstraf opleveren.
Onderwereld op wielen noemt het beestje bij zijn naam. De auteur zoomt in op de 1% motorgangs. Bendes waarvan justitie een relatie legt met zware criminaliteit. Ons land komt met name in het voorwoord, geschreven door misdaadjournalist Gerlof Leistra (Elsevier), aan bod. In Nederland halen behalve de Hell's Angels, ook Satudarah en No Surrender regelmatig de kranten. De activiteiten van Saturdah zijn onlangs nog fascinerend in beeld gebracht door een documentaire.
Lastiger aan dit boek is dat Schubert benadering van gewelddadige motorclubs iets weg heeft van een uitgebreide krantenknipselmap. De schrijver is gedetailleerd en laat een lezer eigenlijk verzuipen in zijn overzicht. Beginnend in 1947 en eindigend omstreeks 2012. En er is in die tussenliggende periode zeer veel gebeurd.
En dan is er ook nog Schuberts humor. Uit zijn pen vloeien regelmatig zinnen als: 'Aan goede voornemens doen 1%’ers niet'. Of: Tot in de kleine uurtjes sloegen de motorliefhebbers elkaar op hun ongeschoren bek'. Zelfs de woorden ‘Foutje bedankt’ hebben dit boek gehaald.
Het compleet willen zijn gaat ten koste van het leesplezier. Wel haalt dit boek alle naïviteit rondom de genoemde motorclubs weg. Daarin valt Schubert te prijzen. Maar een naslagwerk is wat anders dan een goed boek.
Reageer op deze recensie