Lezersrecensie
Maatschappijkritiek met surrealistische trekjes
Aan een zwangerschap zitten een hoop ongemakken vast, maar ook voordelen: aandacht, zwangerschapsverlof, een zitplaats in het openbaar vervoer, kadootjes. Shibata, de hoofdpersoon uit ‘Diary of a void’, de debuutroman van de Japanse schrijfster Emi Yagi, besluit op een dag dat ze klaar is voor die voordelen. Niet dat ze zwanger is: ze doet gewoon alsof.
Werken in Japan, dat is iets anders dan wij gewend zijn: dat is lange dagen maken, pas naar huis gaan als de baas naar huis gaat, verplicht mee met sociale activiteiten na het werk, nooit nee zeggen. Dat geldt ook voor Shibata. Zij maakt lange werkdagen; tegen de tijd dat ze eindelijk terugkomt van haar werk liggen er in de winkels alleen nog verlepte groenten en uitgedroogde sushi. Als vrouw heeft ze het extra lastig, want haar (mannelijke) collega’s kijken automatisch naar haar als er koffie moet komen voor gasten, als de lege kopjes en sigarettenpeuken weg moeten, of het kantoorkeukentje schoongemaakt. Taken die officieel niet bij haar baan horen.
Zwanger zijn betekent een grote omslag in Shibata’s leven: ze hoeft geen extra klusjes meer te doen, mag op tijd naar huis, is gegarandeerd van een zitplek in de metro, heeft tijd om gezonde maaltijden te koken, maakt nieuwe vrienden bij de zwangerschapsgym, krijgt aandacht. Maar hoe lang kan ze de leugen volhouden? Shibata is de verteller van dit verhaal en ze blijkt niet geheel betrouwbaar in die rol. Dit maakt dat je als lezer af en toe op het verkeerde been wordt gezet, want wat is hier nu echt aan de hand? Die twijfel maakt dit boek behoorlijk intrigerend.
Het thema ‘jonge vrouw in grote stad’ is de moderne Japanse literatuur niet vreemd. Dat geldt ook voor de thema’s eenzaamheid/het onvermogen om betekenisvolle relaties met anderen aan te gaan en buitenbeentjes versus de dwingende hand van de Japanse maatschappij om je aan te passen. Toch heeft Yagi een originele invalshoek gevonden om dit verhaal te vertellen. Dat zit deels in het perspectief van de (al dan niet waarachtig) zwangere vrouw, maar zeker ook in de licht ironische verteltoon van de ik-verteller.
Het is een boek met twee gezichten: aan de ene kant lijkt het licht van toon, met surrealistische elementen en een bepaald soort ironische humor. Maar tegelijk bevat het tussen de regels door kritiek op de Japanse maatschappij, op hoe er naar vrouwen wordt gekeken, op de Japanse werkethiek. Interessant leesvoer, zeker voor wie verder wil kijken dan de bijna stereotype Japanse katten- en koffieboekjes.
Werken in Japan, dat is iets anders dan wij gewend zijn: dat is lange dagen maken, pas naar huis gaan als de baas naar huis gaat, verplicht mee met sociale activiteiten na het werk, nooit nee zeggen. Dat geldt ook voor Shibata. Zij maakt lange werkdagen; tegen de tijd dat ze eindelijk terugkomt van haar werk liggen er in de winkels alleen nog verlepte groenten en uitgedroogde sushi. Als vrouw heeft ze het extra lastig, want haar (mannelijke) collega’s kijken automatisch naar haar als er koffie moet komen voor gasten, als de lege kopjes en sigarettenpeuken weg moeten, of het kantoorkeukentje schoongemaakt. Taken die officieel niet bij haar baan horen.
Zwanger zijn betekent een grote omslag in Shibata’s leven: ze hoeft geen extra klusjes meer te doen, mag op tijd naar huis, is gegarandeerd van een zitplek in de metro, heeft tijd om gezonde maaltijden te koken, maakt nieuwe vrienden bij de zwangerschapsgym, krijgt aandacht. Maar hoe lang kan ze de leugen volhouden? Shibata is de verteller van dit verhaal en ze blijkt niet geheel betrouwbaar in die rol. Dit maakt dat je als lezer af en toe op het verkeerde been wordt gezet, want wat is hier nu echt aan de hand? Die twijfel maakt dit boek behoorlijk intrigerend.
Het thema ‘jonge vrouw in grote stad’ is de moderne Japanse literatuur niet vreemd. Dat geldt ook voor de thema’s eenzaamheid/het onvermogen om betekenisvolle relaties met anderen aan te gaan en buitenbeentjes versus de dwingende hand van de Japanse maatschappij om je aan te passen. Toch heeft Yagi een originele invalshoek gevonden om dit verhaal te vertellen. Dat zit deels in het perspectief van de (al dan niet waarachtig) zwangere vrouw, maar zeker ook in de licht ironische verteltoon van de ik-verteller.
Het is een boek met twee gezichten: aan de ene kant lijkt het licht van toon, met surrealistische elementen en een bepaald soort ironische humor. Maar tegelijk bevat het tussen de regels door kritiek op de Japanse maatschappij, op hoe er naar vrouwen wordt gekeken, op de Japanse werkethiek. Interessant leesvoer, zeker voor wie verder wil kijken dan de bijna stereotype Japanse katten- en koffieboekjes.
1
Reageer op deze recensie