Lezersrecensie
De pijnlijke weg naar modernisering
Ngugi wa Thiong’o (1938) is een Keniaanse schrijver die vaak als inspiratiebron genoemd wordt door de jongere generatie Afrikaanse schrijvers. Hij schrijft al sinds eind jaren '60 romans en toneelstukken en heeft zich daarin regelmatig kritisch uitgelaten over de Keniaanse overheid. Zo kritisch dat hij ervoor in de gevangenis heeft gezeten en hij uiteindelijk zijn eigen land is ontvlucht. Hij woont nu in Californië.
Zijn kritische mening over de Keniaanse leiders vind je zeker ook terug in 'Petals of blood' uit 1977 (in het Nederlands vertaald als ‘Bloesems van bloed’). Het boek gaat over de teleurstelling van Kenianen na de onafhankelijkheid in 1963. Er was een bloedige strijd geleverd, mensen hadden hun leven gegeven en de Britse kolonisator was verdreven. Maar over de vraag “hoe nu verder?” was blijkbaar niet iedereen het eens. Wie had gedacht dat er sprake zou zijn van een terugkeer naar de prekoloniale tijd, de oude tradities, kwam bedrogen uit. Want het proces van verstedelijking was al ingezet, veel mensen werkten in loondienst in steden en verlangden naar luxe-goederen, zoals auto’s. Op de machtsposities die de Britten achterlieten kwamen Keniaanse machthebbers te zitten - maar de verschillen tussen arm en rijk bleven groot.
Thiong'o beschrijft deze situatie aan de hand van de lotgevallen van 4 jonge mensen die - los van elkaar - zijn komen aanwaaien in het fictieve dorpje Ilmorog. Meteen al in het eerste hoofdstuk van het boek worden ze opgepakt vanwege de moord op drie industriëlen. Daarna duikt het verhaal het verleden in en beschrijft het de gebeurtenissen van de afgelopen 12 jaar, die mogelijk hebben geleid tot de moord. Motieven voor de moord zijn er genoeg, maar of de vier ook werkelijk schuldig zijn blijft een open vraag tot laat in het boek.
In de loop van het verhaal verandert Ilmorog van een slaperig traditioneel dorpje waar niet al teveel gebeurt in een soort kapitalistische hel, met een snelweg, gokhuizen en bordelen. De oorspronkelijke bewoners raken door leenconstructies hun land kwijt en kwijnen weg in armoede. Het is een boek met een behoorlijk marxistische ondertoon (of soms ook gewoon boventoon), wat goed past bij de tijdgeest van de jaren ‘70. Hoewel het door de politieke insteek en het trage verteltempo soms een taai boek is om te lezen, is het zeker de moeite waard, vooral voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van Kenia en verder wil kijken dan het romantische cliché-plaatje van de wildparken en Karen Blixen’s Out of Africa.
Zijn kritische mening over de Keniaanse leiders vind je zeker ook terug in 'Petals of blood' uit 1977 (in het Nederlands vertaald als ‘Bloesems van bloed’). Het boek gaat over de teleurstelling van Kenianen na de onafhankelijkheid in 1963. Er was een bloedige strijd geleverd, mensen hadden hun leven gegeven en de Britse kolonisator was verdreven. Maar over de vraag “hoe nu verder?” was blijkbaar niet iedereen het eens. Wie had gedacht dat er sprake zou zijn van een terugkeer naar de prekoloniale tijd, de oude tradities, kwam bedrogen uit. Want het proces van verstedelijking was al ingezet, veel mensen werkten in loondienst in steden en verlangden naar luxe-goederen, zoals auto’s. Op de machtsposities die de Britten achterlieten kwamen Keniaanse machthebbers te zitten - maar de verschillen tussen arm en rijk bleven groot.
Thiong'o beschrijft deze situatie aan de hand van de lotgevallen van 4 jonge mensen die - los van elkaar - zijn komen aanwaaien in het fictieve dorpje Ilmorog. Meteen al in het eerste hoofdstuk van het boek worden ze opgepakt vanwege de moord op drie industriëlen. Daarna duikt het verhaal het verleden in en beschrijft het de gebeurtenissen van de afgelopen 12 jaar, die mogelijk hebben geleid tot de moord. Motieven voor de moord zijn er genoeg, maar of de vier ook werkelijk schuldig zijn blijft een open vraag tot laat in het boek.
In de loop van het verhaal verandert Ilmorog van een slaperig traditioneel dorpje waar niet al teveel gebeurt in een soort kapitalistische hel, met een snelweg, gokhuizen en bordelen. De oorspronkelijke bewoners raken door leenconstructies hun land kwijt en kwijnen weg in armoede. Het is een boek met een behoorlijk marxistische ondertoon (of soms ook gewoon boventoon), wat goed past bij de tijdgeest van de jaren ‘70. Hoewel het door de politieke insteek en het trage verteltempo soms een taai boek is om te lezen, is het zeker de moeite waard, vooral voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van Kenia en verder wil kijken dan het romantische cliché-plaatje van de wildparken en Karen Blixen’s Out of Africa.
2
Reageer op deze recensie