Lezersrecensie
Hartverscheurende zoektocht van een dochter naar haar vader.
Als de negenjarige Mathilde haar moeder kleinerend over haar vader hoort praten, neemt ze zich voor, altijd van hem te houden, ook als hij haar ten onrechte zou straffen.
Dit is een van de meest ontroerende passages in "Het houten bestek", de debuutroman van Tessa IJzermans, waarin een dochter op zoek gaat naar het innerlijk van haar vader. Die is ingestort en heeft zich in zwijgen opgesloten. Ze komt hem op het spoor door in het geheim zijn oorlogsschrift te lezen.
Vader Mart zat bij het verzet en kon niet onderduiken toen hij in 1943 werd opgeroepen voor de "Arbeitseinsatz". Hij weigerde zich te melden, werd opgepakt en als dwangarbeider naar kamp Aussenplatz gebracht. In 1945 ontsnapte hij. Het verhaal van zijn vlucht, met alle flashbacks, beschreef hij in een schrift.
Al lezend komt Mathilde erachter welke gruwelijkheden haar vader heeft meegemaakt. Deze kennis brengt haar dichter bij hem, maar veroorzaakt ook afstand. Ze moet er immers over zwijgen, net als hij. En net als hij gaat ze een dagboek bijhouden. Hierin neemt ze vaders schrift op. Een prachtige vondst van de schrijfster, omdat in dit beeld - het opnemen van zijn innerlijk in het hare - Mathildes liefde voor haar vader wordt uitgedrukt. Bovendien stelt deze structuur de lezer in staat Marts verhaal met Mathildes ogen mee te lezen.
In haar dagboek wisselt Mathilde beschrijvingen van haar nieuwe vrije leven als eerstejaars studente aan de kunstacademie in het Breda van 1968 af met die van haar benauwende leven thuis in een dorp bij Tilburg. Het gevoel haar gezinsleden in de steek te laten als ze voor zichzelf kiest vindt zijn parallel in het gevoel van haar vader die, gericht op overleving, noodgedwongen zijn medegevangenen aan hun lot overlaat. Beiden moeten zich losmaken, de een van haar ouderlijk huis, de ander van het kamp. Beiden moeten uiteindelijk bij zichzelf zien thuis te komen.
Voor Mart is dat moeilijker dan voor Mathilde. Hij heeft er verdiepende gesprekken met psychiater Brakmeijer voor nodig, een keuringsarts die moet onderzoeken of Marts instorting samenhangt met zijn oorlogservaringen. Langzaam dringt hij - en de lezer met hem - door in de belevingswereld van Mart en legt hij verbanden tussen diens tijd in het kamp, zijn jeugd en zijn autoriteitsproblemen.
Dat blijkt een hele puzzle te zijn. Het is Mathilde die het laatste stukje aanreikt. Op het einde van het verhaal zijn zowel vader als dochter veranderd: Mart is opener geworden, Mathilde terughoudender.
Het moet voor de schrijfster een hels karwei zijn geweest om vanuit drie verschillende perspectieven (Mathilde, Mart, Brakmeijer) structuur te brengen in zo'n enorme hoeveelheid gegevens: verhalen in verhalen, terugblikken, de over elkaar schuivende jaren 1945 en 1968, wisselende plaatsen, ontwikkeling van personages. Dat presteer je alleen als je beschikt over kennis van zaken, psychologisch inzicht, historische belangstelling, een hoge noodzaak om dit verhaal te vertellen en schrijfplezier. Tessa IJzermans overtuigt vanaf de eerste zin en sleept de lezer mee in een wervelende caleidoscoop waarvan de beelden nog lang op het innerlijke netvlies achterblijven.
Het bijzondere van deze op autobiografische gegevens gebaseerde roman is dat het aandacht geeft aan de problematiek van dwangarbeiders, vanuit hun perspectief. Dat is zeldzaam. Via Mart heeft Tessa IJzermans een stem gegeven aan al die 600.000 mannen en jongens die over hun kampervaringen hebben gezwegen of nog zwijgen. Daarom is het belangrijk dat dit boek gelezen wordt. Doen!
Twan van Buren, 9 mei 2018
Dit is een van de meest ontroerende passages in "Het houten bestek", de debuutroman van Tessa IJzermans, waarin een dochter op zoek gaat naar het innerlijk van haar vader. Die is ingestort en heeft zich in zwijgen opgesloten. Ze komt hem op het spoor door in het geheim zijn oorlogsschrift te lezen.
Vader Mart zat bij het verzet en kon niet onderduiken toen hij in 1943 werd opgeroepen voor de "Arbeitseinsatz". Hij weigerde zich te melden, werd opgepakt en als dwangarbeider naar kamp Aussenplatz gebracht. In 1945 ontsnapte hij. Het verhaal van zijn vlucht, met alle flashbacks, beschreef hij in een schrift.
Al lezend komt Mathilde erachter welke gruwelijkheden haar vader heeft meegemaakt. Deze kennis brengt haar dichter bij hem, maar veroorzaakt ook afstand. Ze moet er immers over zwijgen, net als hij. En net als hij gaat ze een dagboek bijhouden. Hierin neemt ze vaders schrift op. Een prachtige vondst van de schrijfster, omdat in dit beeld - het opnemen van zijn innerlijk in het hare - Mathildes liefde voor haar vader wordt uitgedrukt. Bovendien stelt deze structuur de lezer in staat Marts verhaal met Mathildes ogen mee te lezen.
In haar dagboek wisselt Mathilde beschrijvingen van haar nieuwe vrije leven als eerstejaars studente aan de kunstacademie in het Breda van 1968 af met die van haar benauwende leven thuis in een dorp bij Tilburg. Het gevoel haar gezinsleden in de steek te laten als ze voor zichzelf kiest vindt zijn parallel in het gevoel van haar vader die, gericht op overleving, noodgedwongen zijn medegevangenen aan hun lot overlaat. Beiden moeten zich losmaken, de een van haar ouderlijk huis, de ander van het kamp. Beiden moeten uiteindelijk bij zichzelf zien thuis te komen.
Voor Mart is dat moeilijker dan voor Mathilde. Hij heeft er verdiepende gesprekken met psychiater Brakmeijer voor nodig, een keuringsarts die moet onderzoeken of Marts instorting samenhangt met zijn oorlogservaringen. Langzaam dringt hij - en de lezer met hem - door in de belevingswereld van Mart en legt hij verbanden tussen diens tijd in het kamp, zijn jeugd en zijn autoriteitsproblemen.
Dat blijkt een hele puzzle te zijn. Het is Mathilde die het laatste stukje aanreikt. Op het einde van het verhaal zijn zowel vader als dochter veranderd: Mart is opener geworden, Mathilde terughoudender.
Het moet voor de schrijfster een hels karwei zijn geweest om vanuit drie verschillende perspectieven (Mathilde, Mart, Brakmeijer) structuur te brengen in zo'n enorme hoeveelheid gegevens: verhalen in verhalen, terugblikken, de over elkaar schuivende jaren 1945 en 1968, wisselende plaatsen, ontwikkeling van personages. Dat presteer je alleen als je beschikt over kennis van zaken, psychologisch inzicht, historische belangstelling, een hoge noodzaak om dit verhaal te vertellen en schrijfplezier. Tessa IJzermans overtuigt vanaf de eerste zin en sleept de lezer mee in een wervelende caleidoscoop waarvan de beelden nog lang op het innerlijke netvlies achterblijven.
Het bijzondere van deze op autobiografische gegevens gebaseerde roman is dat het aandacht geeft aan de problematiek van dwangarbeiders, vanuit hun perspectief. Dat is zeldzaam. Via Mart heeft Tessa IJzermans een stem gegeven aan al die 600.000 mannen en jongens die over hun kampervaringen hebben gezwegen of nog zwijgen. Daarom is het belangrijk dat dit boek gelezen wordt. Doen!
Twan van Buren, 9 mei 2018
1
Reageer op deze recensie