Lezersrecensie
Meerzicht - een prachtige en overtuigende ontwikkelingsroman
De nieuwe roman van Marie de Meister, 'Meerzicht', begint bij het boekomslag: een afbeelding van een schilderij van Piet Mondriaan, 'Boerderij bij Duivendrecht'. Deze door oude bomen omgeven, in winterse kleuren geschilderde boerderij, zich spiegelend in het water, zet onmiddellijk de toon: nostalgie en reflectie.
De schrijfster draagt haar boek op aan alle dierbare doden die in haar leven zijn, in het bijzonder aan haar broertje Gerard, dat op zesjarige leeftijd is gestorven. Ook dit draagt bij aan de verwachting dat we geen vrolijk boek gaan lezen. De motto's van Karl Jaspers en Omar Khayyam voorin bevestigen dit. 'Stilte' zal een belangrijk thema worden, zoals het dat ook was in de vorige roman van Marie de Meister, 'De stilte van Thé'.
Het verhaal komt wat moeizaam op gang. Dat moet ook, want het hoofdpersonage Katrijn kampt met een schrijfblokkade, die zij, al schrijvend, zoekend en oefenend, wil doorbreken.
Katrijn wil vooral weten wat haar belet om te schrijven en - in bredere zin - te leven. Als lezer voel ik wat zij voelt: enerzijds onmacht en irritatie, omdat het maar niet lukt haar verhaal te vinden en die schrijfoefeningen niet altijd even spannend zijn, anderzijds haar oprechte wil de oorzaak van haar blokkade te achterhalen. Die urgentie is vanaf het begin voelbaar en daardoor bleef ik ook lezen. Bovendien was mijn interesse gewekt door de raadselachtige, zwijgende Bette - zoals ook in 'De stilte van Thé' de raadselachtigheid van de zwijgende non mijn nieuwsgierigheid gaande hield.
Al lezend besefte ik dat ik te maken had met een volstrekt authentieke manier van schrijven. Ik maakte mee wat normaliter aan de uitgave van een roman voorafgaat: het creatieve proces, hoe je uit 'niets' 'iets' maakt. Van dichtbij kon ik Katrijn volgen in hoe ze vanuit de leegte iets begon op te bouwen. Vanaf de buitenkant beginnend (de omgeving beschrijvend) langzaam naar de binnenkant, de kern van het verhaal, daar waar ze helemaal niet naar toe wil: haar schuldgevoel over de dood van haar moeder. Het mooie vind ik, dat Marie de Meister daar niet naar toe schrijft, maar dat ze het verhaal van binnenuit laat ontstaan, volgens een innerlijke logica die zich ontvouwt, zoals een bloem haar blaadjes. Ik kon precies volgen wáár Katrijn een nuancering aanbrengt in haar beleving, wáár die nuancering zich verdiept, wáár die een omslagpunt bereikt.
Ik ging het boek steeds spannender vinden. Op het laatst kon ik het bijna niet meer wegleggen. De trefzekere woordkeuze en beeldende manier van schrijven riepen herinneringen op aan eigen 'dierbare doden die in mijn leven zijn', inclusief de met deze verliezen verbonden schuldgevoelens. Dat zal ook voor veel andere lezers herkenbaar zijn. Hoe vaak denken we niet, bij het bericht van iemands dood: als ik anders had gehandeld, zou hij/zij nog leven?
Katrijn komt uiteindelijk tot de conclusie dat haar handelwijze slechts één kleine schakel in de ketting van 'doodsoorzaken' is. Zij is verantwoordelijk voor haar weglopen, niet voor hoe haar moeder daarop reageert. Pas als ze dat beseft, kan ze haar schuldgevoel achter zich laten en eindelijk beginnen met leven - en liefhebben. Een hoopvol einde.
Marie de Meister heeft niet alleen het proces beschreven van een schrijver die zich door haar blokkade heen worstelt en zo tot een prachtige roman komt, maar ook een proces van innerlijke heling: beginnend in leegte, gevolgd door weerstand tegen wat zich in de diepte voelbaar maakt - de terugkeer van het verdrongen schuldgevoel - waarna de confrontatie met zichzelf onontkoombaar is en tot opluchting en genezing leidt. Katrijns verblijf op 'Meerzicht' levert haar meer zicht in zichzelf op. En daarom vind ik de illustratie op de voorkant, met die spiegeling van het huis in het water, zo prachtig gekozen!
Moge dit boek zijn weg vinden naar vele, vele lezers!
Twan van Buren
De schrijfster draagt haar boek op aan alle dierbare doden die in haar leven zijn, in het bijzonder aan haar broertje Gerard, dat op zesjarige leeftijd is gestorven. Ook dit draagt bij aan de verwachting dat we geen vrolijk boek gaan lezen. De motto's van Karl Jaspers en Omar Khayyam voorin bevestigen dit. 'Stilte' zal een belangrijk thema worden, zoals het dat ook was in de vorige roman van Marie de Meister, 'De stilte van Thé'.
Het verhaal komt wat moeizaam op gang. Dat moet ook, want het hoofdpersonage Katrijn kampt met een schrijfblokkade, die zij, al schrijvend, zoekend en oefenend, wil doorbreken.
Katrijn wil vooral weten wat haar belet om te schrijven en - in bredere zin - te leven. Als lezer voel ik wat zij voelt: enerzijds onmacht en irritatie, omdat het maar niet lukt haar verhaal te vinden en die schrijfoefeningen niet altijd even spannend zijn, anderzijds haar oprechte wil de oorzaak van haar blokkade te achterhalen. Die urgentie is vanaf het begin voelbaar en daardoor bleef ik ook lezen. Bovendien was mijn interesse gewekt door de raadselachtige, zwijgende Bette - zoals ook in 'De stilte van Thé' de raadselachtigheid van de zwijgende non mijn nieuwsgierigheid gaande hield.
Al lezend besefte ik dat ik te maken had met een volstrekt authentieke manier van schrijven. Ik maakte mee wat normaliter aan de uitgave van een roman voorafgaat: het creatieve proces, hoe je uit 'niets' 'iets' maakt. Van dichtbij kon ik Katrijn volgen in hoe ze vanuit de leegte iets begon op te bouwen. Vanaf de buitenkant beginnend (de omgeving beschrijvend) langzaam naar de binnenkant, de kern van het verhaal, daar waar ze helemaal niet naar toe wil: haar schuldgevoel over de dood van haar moeder. Het mooie vind ik, dat Marie de Meister daar niet naar toe schrijft, maar dat ze het verhaal van binnenuit laat ontstaan, volgens een innerlijke logica die zich ontvouwt, zoals een bloem haar blaadjes. Ik kon precies volgen wáár Katrijn een nuancering aanbrengt in haar beleving, wáár die nuancering zich verdiept, wáár die een omslagpunt bereikt.
Ik ging het boek steeds spannender vinden. Op het laatst kon ik het bijna niet meer wegleggen. De trefzekere woordkeuze en beeldende manier van schrijven riepen herinneringen op aan eigen 'dierbare doden die in mijn leven zijn', inclusief de met deze verliezen verbonden schuldgevoelens. Dat zal ook voor veel andere lezers herkenbaar zijn. Hoe vaak denken we niet, bij het bericht van iemands dood: als ik anders had gehandeld, zou hij/zij nog leven?
Katrijn komt uiteindelijk tot de conclusie dat haar handelwijze slechts één kleine schakel in de ketting van 'doodsoorzaken' is. Zij is verantwoordelijk voor haar weglopen, niet voor hoe haar moeder daarop reageert. Pas als ze dat beseft, kan ze haar schuldgevoel achter zich laten en eindelijk beginnen met leven - en liefhebben. Een hoopvol einde.
Marie de Meister heeft niet alleen het proces beschreven van een schrijver die zich door haar blokkade heen worstelt en zo tot een prachtige roman komt, maar ook een proces van innerlijke heling: beginnend in leegte, gevolgd door weerstand tegen wat zich in de diepte voelbaar maakt - de terugkeer van het verdrongen schuldgevoel - waarna de confrontatie met zichzelf onontkoombaar is en tot opluchting en genezing leidt. Katrijns verblijf op 'Meerzicht' levert haar meer zicht in zichzelf op. En daarom vind ik de illustratie op de voorkant, met die spiegeling van het huis in het water, zo prachtig gekozen!
Moge dit boek zijn weg vinden naar vele, vele lezers!
Twan van Buren
1
Reageer op deze recensie