Verrassende wendingen
Ricky en Ronnie is het tweede van vier boeken die postuum verschijnen na het overlijden van Luc Deflo op 26 november 2018. Het boek staat op zichzelf en behoort niet tot de ‘Dirk Deleu’-reeks of de ‘Cel 5’-reeks. Deflo won in 2008 de Hercule Poirotprijs voor Pitbull. Hij was in zijn boeken veel bezig met de redenen waarom iemand een misdaad pleegt en minder met wie het gedaan heeft.
In Ricky en Ronnie verwent zakenman Peter zijn maîtresse Rani voor haar verjaardag. Na een etentje volgen enkele uren stoeien in een privékamer, stiekem gehuurd zonder dat zijn vrouw Cécile er iets van weet. Wanneer de electriciteit uitvalt in de kamer komt er een controleur van de electriciteitsmaatschappij langs, Ricky genaamd. En hij is niet alleen; hij is samen met kompaan Ronnie. Het vervolg is niet de mooie droom die het koppel had verwacht, maar een nachtmerrie.
Het boek begint rustig en wanneer het koppel in de kamer komt, denk je dat je een erotische roman aan het lezen bent. Peter is de typische macho met geld en een blitse auto, een succesvol zakenman en een charmante jager met een vrouw en een minares. Verkoopster Rani is het tegenovergestelde: ze is jong en naiëf. Wanneer Ricky verschijnt, slaat de intieme sfeer van het verhaal om. Ricky is een psychopaat die plezier beleeft aan het pijnigen van anderen. Dat hij via een microfoon en oortje in contact staat met Ronnie maakt hem bovendien onvoorspelbaar en ontvlambaar.
De tweede helft van het boek is veel beter, met meer spanning en onverwachte wendingen. Hierin leer je de achtergrond en het verleden van zowel Ricky als Peter kennen en begrijp je waarom ze geworden zijn wie ze nu zijn. Was Ronnie in het eerste gedeelte enkel via het oortje van Ricky aanwezig, verschijnt Ronnie nu echt ten tonele. De opvoering van Ronnie zorgt voor een schokeffect, maar het is onmogelijk meer over hem te vertellen zonder de plot prijs te geven. Dat Ronnie koel en beredeneerd de touwtjes in handen heeft, is in ieder geval duidelijk.
Ricky en Ronnie speelt zich vooral in de gehuurde kamer af, het speelveld is behoorlijk klein en de spelers zitten dicht op elkaar; ze kunnen niet aan elkaar ontsnappen. Ook de speeltijd is beperkt. Dit maakt het verhaal beklemmend. Er is amper ruimte of tijd om op adem te komen, en Peter en Rani moeten hun beproeving lijdzaam ondergaan. Hierin is Peter is vooral met zichzelf bezig: hij wil zichzelf redden en zal alles doen om dit avontuur te overleven én het geheim te houden voor zijn vrouw. Rani komt daarbij op de tweede plaats. Ze ziet hoe het laagje charme van Peter afgepeld wordt en plaatsmaakt voor egoïsme en hypocrisie.
‘Op Peter kon je niet rekenen. Hij leek wel een blaasbalg. Veel tralala, maar als het erop aankwam hol vanbinnen.’
De afwikkeling van het boek heeft enkele mooie verrassingen in petto, en dan wordt ook pas het motief duidelijk. Ricky en Ronnie bestaat uit korte hoofdstukken die eindigen op een manier waardoor je alleen maar verder wilt lezen. De dialogen lezen vlot en voelen niet onnatuurlijk aan. De beschreven details maken dat je het verhaal voor je ogen mee kan volgen en daardoor bijna filmisch is.
Het psychologische spel in Ricky en Ronnie maakt nieuwsgierig genoeg om meer van deze Vlaamse schrijver te lezen.
Reageer op deze recensie