Lezersrecensie
Boeiende roman met pittige accenten
Het vervolg van “Meisje aan de overkant” en dus benieuwd naar de verdere levensloop van René en ook de in 1969 verdwenen Gina.
1977 René is een twintigjarige student die in Gent zijn geluk beproeft. Hij ontmoet er de kordate en ongezouten Nederlander Klaas. En zoals de kokette Bianca haar nonnenkap over de haag smeet, doet René dit nu met zijn boeken. Aangemoedigd door Klaas en Bianca gaat hij op zoek naar Gina. Op het laatste nippertje krijgt hij er nog een reisgezel bij en dat zal de trip er niet gemakkelijker op maken. Hun speurtocht voert hen naar Frankrijk, en vandaar uit naar Spanje. Het loopt niet van een leien dakje want er lopen niet alleen veel rare snuiters rond maar ook de vele sores in René’s hoofd zorgen voor spanningen en onrust. Zullen ze Gina vinden en zo ja in welke omstandigheden?
We volgen de turbulente levensloop van René in Gent, zijn strubbelingen met zijn studies, de kennismaking met de onvervalste, platvloerse Nederlander en de vele meiden die hen het hoofd op hol doen slaan. Natuurlijk komen we personages tegen uit een ver verleden, en hoe! Alleszins een bont allegaartje dat het studentenleven alle eer aan doet.
Elk hoofdstuk krijgt een stukje songtekst die perfect aansluit bij de gebeurtenissen. Daarnaast krijgen we afwisselend kleine stukjes geschiedenis mee over hoe het Gina vergaan is na haar vlucht in 1969.
De schrijfstijl is heel vlot, amusant door de verschillende persoonlijke toetsen en accenten. Ook de omgeving wordt mooi beschreven en laat je meevoeren naar het zonnige Zuiden. De sfeer van de jaren zeventig krijg je er bovenop, de kledij, de muziek en de losbandige uitspattingen. Het plot zit goed in elkaar en alles wordt ook goed uitgewerkt waardoor er geen losse eindjes meer overblijven. Er worden verschillende maatschappelijke thema’s aangeboord waardoor het een diepere betekenis krijgt, maar zwaarmoedig wordt het nooit. Door de pittige karakters en de bruisende conversaties blijft het geheel toegankelijk en komt het vertrouwelijk over.
“In een godvergeten gehucht een eindje van de hoofdweg kocht hij twee stokbroden, kaas, sinaasappelen, dadels en noten. Ze aten op een pleintje onder een Japanse kerselaar. Hij dronk de veel te warme wijn, zij dronk water uit een fontein. Ze hadden de hele rit geen woord gewisseld. Hij ramde het resterende stokbrood in zijn rugzak en vloekte. ‘Tweehonderd landen, tweehonderd volken, maar slechts één volk dat broden bakt van een meter lang.’ “
De personages worden heel kleurrijk, frivool en karaktervol neergezet. Dit zorgt voor wat commotie, onderlinge spanningen en brengt ook hilarische toestanden teweeg. Er gebeurt van alles op alle vlakken waardoor je steeds geboeid blijft. Er is ook altijd een leuk afwisseling tussen de meer spannende momenten en gevaarlijke situaties en anderzijds de onderlinge confrontaties en het spel van afstoten en aantrekken.
Een roman met veel pit, ondeugend, emotioneel en soms wat melancholisch maar ook soms schertsend en een streepje humor. Een geslaagd vervolg op ‘Meisje aan de overkant’.
1977 René is een twintigjarige student die in Gent zijn geluk beproeft. Hij ontmoet er de kordate en ongezouten Nederlander Klaas. En zoals de kokette Bianca haar nonnenkap over de haag smeet, doet René dit nu met zijn boeken. Aangemoedigd door Klaas en Bianca gaat hij op zoek naar Gina. Op het laatste nippertje krijgt hij er nog een reisgezel bij en dat zal de trip er niet gemakkelijker op maken. Hun speurtocht voert hen naar Frankrijk, en vandaar uit naar Spanje. Het loopt niet van een leien dakje want er lopen niet alleen veel rare snuiters rond maar ook de vele sores in René’s hoofd zorgen voor spanningen en onrust. Zullen ze Gina vinden en zo ja in welke omstandigheden?
We volgen de turbulente levensloop van René in Gent, zijn strubbelingen met zijn studies, de kennismaking met de onvervalste, platvloerse Nederlander en de vele meiden die hen het hoofd op hol doen slaan. Natuurlijk komen we personages tegen uit een ver verleden, en hoe! Alleszins een bont allegaartje dat het studentenleven alle eer aan doet.
Elk hoofdstuk krijgt een stukje songtekst die perfect aansluit bij de gebeurtenissen. Daarnaast krijgen we afwisselend kleine stukjes geschiedenis mee over hoe het Gina vergaan is na haar vlucht in 1969.
De schrijfstijl is heel vlot, amusant door de verschillende persoonlijke toetsen en accenten. Ook de omgeving wordt mooi beschreven en laat je meevoeren naar het zonnige Zuiden. De sfeer van de jaren zeventig krijg je er bovenop, de kledij, de muziek en de losbandige uitspattingen. Het plot zit goed in elkaar en alles wordt ook goed uitgewerkt waardoor er geen losse eindjes meer overblijven. Er worden verschillende maatschappelijke thema’s aangeboord waardoor het een diepere betekenis krijgt, maar zwaarmoedig wordt het nooit. Door de pittige karakters en de bruisende conversaties blijft het geheel toegankelijk en komt het vertrouwelijk over.
“In een godvergeten gehucht een eindje van de hoofdweg kocht hij twee stokbroden, kaas, sinaasappelen, dadels en noten. Ze aten op een pleintje onder een Japanse kerselaar. Hij dronk de veel te warme wijn, zij dronk water uit een fontein. Ze hadden de hele rit geen woord gewisseld. Hij ramde het resterende stokbrood in zijn rugzak en vloekte. ‘Tweehonderd landen, tweehonderd volken, maar slechts één volk dat broden bakt van een meter lang.’ “
De personages worden heel kleurrijk, frivool en karaktervol neergezet. Dit zorgt voor wat commotie, onderlinge spanningen en brengt ook hilarische toestanden teweeg. Er gebeurt van alles op alle vlakken waardoor je steeds geboeid blijft. Er is ook altijd een leuk afwisseling tussen de meer spannende momenten en gevaarlijke situaties en anderzijds de onderlinge confrontaties en het spel van afstoten en aantrekken.
Een roman met veel pit, ondeugend, emotioneel en soms wat melancholisch maar ook soms schertsend en een streepje humor. Een geslaagd vervolg op ‘Meisje aan de overkant’.
1
1
Reageer op deze recensie