Lezersrecensie
Doldwaze roadtrip in Parijs
Zwoele, zoete, zinderende zomers en jong-volwassenen die zoekende de wereld aftasten: in dit laatste deel van haar zomertrilogie ('De Godden Broers', 'Dat soort vrienden' en nu 'Er gebeurde bijna niets') wijkt Meg Rosoff niet af van dit concept. De drie boeken zijn los van elkaar te lezen: ieder boek situeert zich op een andere locatie, respectievelijk de zee, New York en nu Parijs, en heeft telkens een onzekere, zelfkritische protagonist die een soortement coming-of-age, of noem het loutering/catharsis doorspartelt. In de luie lomigheid van een vakantiesetting komen bepaalde sluimerend zaken immers nogal eens prangend tot uiting.
Dit keer volgen we de Engelse Callum, die na een deprimerende taalstage besluit om niet terug naar Engeland te keren (te veel desillusies om te verwerken), maar voor het wilde avontuur kiest en nog even in Parijs rond waart. Geen slechte beslissing, want na zijn doodsaaie taalstage (waar hij hopeloos verliefd werd op een ravissante Franse schone die hem loeihard negeerde) is hij wel toe aan een verzetje. De loden hitte die de Franse hoofdstad in de ban houdt wordt het decor van een doldwaze roadtrip. De kordate Lilou, een stoere motorgriet, sneller dan haar eigen schaduw, maar toch telkens te laat om de mysterieuze Harrison te catchen (hij is er immers met haar geld én een hobo én een peperdure Matisse vandoor, don't ask, just read), sleurt hem mee in dit zotte avontuur.
Dat Meg Rosoff kan schrijven staat buiten kijf (in 2016 won ze immers de Astrid Lindgren Memorial Award, de 'Nobelprijs van jeugdliteratuur'): haar taalspel is subliem, de manier waarop ze de sarcastische en zichzelf naar beneden halende Callum neerschrijft is spitant. Maar toch was ik van dit boek minder weg dan 'De Godden Broers'. Daarvoor was de verhaallijn voor mij net iets te wijd meanderend, en soms ook ongeloofwaardig. Desalniettemin: petje af voor deze doldwaze roadtrip!
Dit keer volgen we de Engelse Callum, die na een deprimerende taalstage besluit om niet terug naar Engeland te keren (te veel desillusies om te verwerken), maar voor het wilde avontuur kiest en nog even in Parijs rond waart. Geen slechte beslissing, want na zijn doodsaaie taalstage (waar hij hopeloos verliefd werd op een ravissante Franse schone die hem loeihard negeerde) is hij wel toe aan een verzetje. De loden hitte die de Franse hoofdstad in de ban houdt wordt het decor van een doldwaze roadtrip. De kordate Lilou, een stoere motorgriet, sneller dan haar eigen schaduw, maar toch telkens te laat om de mysterieuze Harrison te catchen (hij is er immers met haar geld én een hobo én een peperdure Matisse vandoor, don't ask, just read), sleurt hem mee in dit zotte avontuur.
Dat Meg Rosoff kan schrijven staat buiten kijf (in 2016 won ze immers de Astrid Lindgren Memorial Award, de 'Nobelprijs van jeugdliteratuur'): haar taalspel is subliem, de manier waarop ze de sarcastische en zichzelf naar beneden halende Callum neerschrijft is spitant. Maar toch was ik van dit boek minder weg dan 'De Godden Broers'. Daarvoor was de verhaallijn voor mij net iets te wijd meanderend, en soms ook ongeloofwaardig. Desalniettemin: petje af voor deze doldwaze roadtrip!
1
Reageer op deze recensie