Als dit boek je niets doet, moet je je laten behandelen
Al na een paar pagina's heeft Tommy's verhaal zijn onschuld verloren. Oma is drankzuchtig, zus een nachtvlinder, de autopoetsers van de garage plannen een kraak. En dan moet het plot nog gaan lopen. Want onze hoofdpersoon gaat naar de grote vaart en achter Bruijns' kraakheldere proza doemt de vraag op of Tommy kan ontsnappen uit dit zich een korsakov zuipende milieu. 'Je kunt de jongen uit Nieuw-West halen, maar haal je Nieuw-West uit de jongen?, zei Walter van den Berg, croniqueur van de Amsterdamse onderklasse, (ongeveer) ooit in een interview. Kruispunten in levens, de strijd tussen goed en slecht, een jonge held in een vijandige wereld: niet verbazend dat de jury van de schrijfwedstrijd waar dit allemaal mee begon bij het zien van het eerste hoofdstuk van dit boek meteen overtuigd was van Timo's talent.
" 'Die vader van jullie. Veertien was hij. Liep gewoon het huis uit.'
Ik trok mijn arm los, liep door.
'Loop maar weg, daar was hij ook goed in.' "
In stukken en brokken krijgen we het verhaal te horen van Timo's vaderloze jeugd in dit wereldje van primair op alles reagerende types. Turk, zijn hardhandige jeugdvriend wiens vader in de gevangenis zat ('hélemaal niet erg hoor kinderen', zegt de juf in een vroeg Luizenmoedermoment) en school verklooit omdat hij toch lasser wil worden, is de enige die hij een beetje kan vertrouwen. Jongensgekke zus Jessica, die altijd de aandacht trekt en een kwade dronk heeft. Vader Thomas kent Tommy vooral als de man die hem van het voetbalveld haalt als er weer wat misgaat, hoe belangrijk zo'n wedstrijd ook voor Tommy is. Zoals die keer dat hij pa de antwoorden moet influisteren bij een examen. Moeder probeert maar wat te redderen. Veel verder dan feestjes organiseren waarop veel onmatig vlees en drank worden geconsumeerd komt ze niet. Zoals de barbecue voorafgaand aan Tommy's geplande vertrek naar Engeland, die in het boek regelmatig terugkomt als een soort ankermoment. Niemand weet hoe de emotie te uiten die dat aanstaande vertrek oproept, ruzies worden uitvergroot, er wordt met dingen gegooid, de buren komen klagen...
'Engeland' is Tommy's droom. Daarvoor wil hij aanmonsteren als zeeman. Gaat hem dat lukken? Tot halverwege het boek is het überhaupt maar de vraag of Tommy kans maakt zijn Havo-diploma te halen. En geen Havo-diploma = niet naar zee. Op de achtergrond zijn het de leraren op school die proberen hem op het rechte pad te houden, bijles geven, matsen met cijfers op school. Als hij zijn boeken vergeet hebben ze er een voor hem klaarliggen, als hij weer 's lessen mist krijgt Tommy geen straf maar praten ze op hem in. Zij zijn de èchte helden van dit boek. En Tommy zelf, die niet beter weet dan dat er altijd ruzie is in huis, dat zijn vader er vaker níet is dan wel, dat op feestjes altijd te veel wordt gezopen dat het dan altijd helemaal uit de hand loopt.
" 'Papa', fluisterde ik. Hij draaide zich met een ruk om. []
...ik wachtte op het moment dat hij me zou herkennen. Maar dat moment kwam niet."
Al gaat hij op school af en toe over de schreef, hij is van nature geen 'moeilijke' jongen. Aan de andere kant ziet Tommy ook weinig ander perspectief dan de criminaliteit in te gaan. Het is omdat inbreker en huisvriend Jasper zich vaderlijk-waarschuwend opstelt dat hij niet al veel vaker op het boevenpad gaat, maar makkelijk is het niet. Met een dag auto's poetsen verdient hij 50 Euro, als hij mee gaat stelen het veelvoudige. Gaat hij de mist in net als zijn vader, of is er een positieve kracht die hem op de been hout? Misschien wel, misschien niet. De drang om 'Engeland' te bereiken maakt de scharminkelige overlever sterk, maar is hij sterk genoeg?
Sportkenner en journalist Timo Bruijns (Loosdrecht 1979)heeft een van de meest Amsterdamse banen die er is: bij de pr-afdeling van Ajax. In 2011 verscheen Amsterdam-Verona: Dagboek Giro d'Italia 2010 over zijn belevenissen als verslaggever bij deze uitputtingsslag voor wielrenners. Met zijn onderwerpkeuze heeft Bruijns het pleit al half gewonnen: elk tegenwicht tegen het volgende egodocument, het zoveelste snotterverhaal over een demente moeder (bestaat het woord alzheimerxploitation al?) of de tienmiljoenste poging tot literaire thrillers is welkom. Als het dan ook nog gaat over dat deel van de samenleving waar we hoogstens iets over lezen in rechtbankverslagen of interviews met PVV-stemmers, dan hebben we iets te pakken. De norm voor volks-opgroeiromans is natuurlijk gesteld door Alex Boogers, die met zijn boeken over een rotjeugd in Rotterdam de ene na de andere linkse directe uitdeelt. Hier minder boosheid, minder verlatenheid, maar Tommy heeft met zijn feitelijke beschrijvingen van wat hem overkomt wel degelijk een eigen stem.
'Een even rauwe als geestige roman' belooft Lebowski. Rauw - dat is de dode mannentrilogie van de eerder genoemde Walter van den Berg. Van 'Bloed' zou ik eerder zeggen 'ontroerend en meeslepend' - als dit boek je niets doet, moet je je laten behandelen. Er spreekt een heerlijk optimistische filosofie uit het verhaal: een heel klein beetje vader is al beter dan helemaal geen vader. Iets moois circulairs ook (uitleggen zou een spoiler zijn). En - zeldzaam - naar het eind toe wordt het boek steeds beter. Bruijns weet met weinig omhaal sympathie te wekken voor de naïeve Tommy, houdt de lezer in spanning of de jongen erin slaagt een toekomst voor zichzelf op te eisen. Hij bouwt zijn verhaal op met het vernuft van een Japin (Maar buiten is het feest) en directheid van een Wolkers (Terug naar Oegstgeest). Zo goed dat je je afvraagt of hier echt wel een debutant aan het werk is. Een begaafd auteur met inlevingsvermogen in de realiteit van mensen waar anderen liefst zoveel mogelijk afstand van houden, geef díe nou 's een beurs van het Letterenfonds. Vierenhalve hele grote ster, de enige reden dat het er geen vijf zijn is dat iemand die zo gek is op dit genre van enthousiasme misschien doorslaat zonder het zelf te beseffen.
Reageer op deze recensie