Een vrouwenvriendschap, maar ook een geschiedenis van Hongarije
"Ik heb haar vermoord. Ik wilde haar helpen, maar ik heb haar vermoord."
De deur gaat over vriendschap, over schuldgevoel en over het gevaar dat je liefde niet herkent omdat die wordt gegeven op een andere manier dan jij dat zou doen. En misschien ook wel over Hongarije, het land waarvan de machthebbers het de schrijfster zo moeilijk hebben gemaakt.
"Ik ga niet zomaar iemands vuile was doen." Als de bejaarde maar vitale Emerence bij het schrijversechtpaar binnenwandelt om het huishouden uit het slop te trekken, is het niet zij, maar haar werkgeefster die wordt geballoteerd. Emerence werkt keihard en is al snel onmisbaar. Haar heerschappij over het huis van de twee intellectuelen duurt van het eind van de jaren vijftig tot ver in de jaren zeventig. Soms is Emerence dagenlang ergens anders bezig, om dan 's avonds laat de keuken te boenen of de tapijten in het bad te soppen zodat er niet gedoucht kan worden, maar het is ook Emerence die zomaar eten komt brengen als er er weer 's niet is gekookt.
De ik-figuur, die grote overeenkomsten vertoont met de schrijfster zelf, schat Emerence (Grieks voor ‘onverwelkbare schoonheid’ - vast geen toeval) aanvankelijk totaal verkeerd in. Wat gebeurt er allemaal bij die vrouw achter de voordeur? Zo beschikt Emerence over een hoop mooie spullen van een joodse familie die in de oorlog uit Hongarije verjaagd is. Heel verdacht. Later vertrouwt Emerence haar toe dat de vork totaal anders in de steel zit. Magda Szabó spaart zichzelf niet: "ik was kwaaddenkend en naïef."
Magda wil deze complexe moederfiguur op háár manier liefhebben en kan woedend worden als haar eigenzinnige hulp haar hooghartig afwijst. "U moet nog veel leren, mevrouw." Toch ontstaat er een goede band. Dankzij het werk van Emerence kan haar opdrachtgeefster zich ontwikkelen. Een hond die ze adopteert wordt grotendeels door Emerence opgevoed. Emerence zorgt voor de echtgenoot als die ziek is. Hij helpt Magda te begrijpen hoezeer zij haar nadat ze op haar manier zoveel heeft gegeven, ontzettend heeft gekwetst. Als Emerence ernstig ziek is gaat Magda namelijk gewoon op studiereis, ondanks de signalen van de oude vrouw dat ze nu iets moet teruggeven. Tot aan Emerences dood toe liegt Magda er maar op los, over de ontruiming van Emerences huis, over de toekomst, overal over.
Achteraf dringt pas door dat ze haar werkster, die misschien minder kennis maar veel meer wijsheid bezit dan zij, zwaar heeft onderschat. Emerence blijkt ondanks een vreselijke jeugd voor een hoop mensen goed werk te hebben gedaan en belangrijke posities te hebben gehad. Ze was zelfs de geliefde van een bekende politicus. Met haar egoïsme en gemakkkelijke leugens heeft Magda de vrouw veel verdriet gedaan, maar nu is het dus te laat. Het schuldgevoel dat de ik-figuur daarover heeft is zelfs aanleiding tot het schrijven van het boek. Dit wat-heb ik-er-een-zooitje-van-gemaakt-sentiment zit diep ingebakken in de Hongaarse ziel, volgens sommigen het meest melancholische volk op aarde. Niet voor niets is in dit land het roemruchte Szomorú Vasárnap (sombere zondagmiddag) gecomponeerd, zo treurig dat mensen er spontaan door uit het raam sprongen.
Weinig recensenten gaan in op de parallellen met de ontwikkelingen in Hongarije. Daarmee doen ze Magda Szabó tekort. Voortdurend wordt verwezen naar de impact van het communisme op de Hongaarse samenleving. Grootgrondbezit opgeheven: de schrijfster in de verte in haar ouderlijk huis en de landerijen zien die zijn afgepakt. De ik-figuur en haar man leunen onder andere op Emerence omdat ze te lijden hebben onder de censuur: de Stalinistische autoriteiten verbieden hen te publiceren en ze zijn voortdurend bang om opgepakt te worden. Begrijpelijk: de partijleider uit die tijd, Mátyás Rákosi (1892-1971) zette mensen bij tientallen voor het vuurpeloton.
Bij één recensent sloeg vooral de moeder-dochterdynamiek van het boek in als een bom: plotseling begreep ze dat haar moeder op háár manier van haar dochter probeerde te houden. "Na het lezen van dit boek was ik een ander mens." Nóg een reden om De deur te lezen.
Reageer op deze recensie