Genieten van de kosmos met André Kuipers
De 11e druk alweer beleeft Kuipers antwoord op de Hollands-sceptische vraag ‘moet dat nou, een Nederlander de ruimte in?’. Dat hij naar ruimtestation ESA ging, eerst voor 10 en toen nog ’s voor 193 dagen, mag een mirakel heten. André Kuipers komt op reservelijsten, wordt gepasseerd door Italianen, Duitsers, zelfs Belgen (‘ik had het verkeerde paspoort’) en als hij bijna aan de beurt is, stort het Amerikaanse ruimteprogramma in. Als hij er al bijna niet meer op rekent, mag hij zich toch melden voor de 5 (!) jaar durende training. Niet in Houston voor een ritje met een Amerikaans ruimteveer, maar in het chaotische Sterrenstad bij Moskou voor de Sojoez. Maar wat geeft het. Een droom gaat in vervulling.
‘Afreizen naar het eindeloos grote heelal, me werkelijk onderdeel voelen van de kosmos’
Ruimtevaarder, dat klinkt natuurlijk romantisch en avontuurlijk. Kuipers heeft veel oog voor de andere kant van het ruimtegebeuren. De duizenden souvenirs die de astronauten van een handtekening moeten voorzien en die worden verhandeld door Russisch lanceerplatformpersoneel. Het meesmokkelen van drank en andere spullen de raket in. De ruimteziekte die astronauten parten speelt. De angst voor de vijandige leegte om je heen. En… de periode ná de reis: revalideren en de klap verwerken dat je nooit, nooit meer de ruimte ingaat; ‘Sommigen verdwijnen in de anonimiteit, anderen gaan aan de drank.’
De trainingen zijn loodzwaar, de tegenslagen talrijk. Hij mist zijn gezin en is zich voortdurend bewust van de verantwoording die hij moet afleggen. Waarom geld uitgeven aan ruimte-experimenten? Wat levert het op? Het antwoord haalt Kuipers uit zichzelf. Van het delen van zijn ervaringen maakt hij zijn werk. Vanuit de ruimte stuurt hij foto’s, e-mails en tweets, schoolklassen mogen hem alles vragen via de satelliet, hij belt mensen op (want ook dat kan tegenwoordig). Al jaren staat hij in de top vijf van meestgevraagde sprekers in Nederland, al gauw goed voor 5.000 tot 10.000 euro per keer.
Het beeld van een succesvolle doorzetter rijst op. Maar de weg naar dat succes was lang. Kuipers is bij de trainingen tien, vijftien jaar ouder dan de meeste van zijn collega-kosmonauten. Als arts verdwaald tussen techneuten voelt hij zich vaak de mindere. Maar hij doet precies wat de managementboeken altijd zeggen: richt je op de mooie dingen en denk de lelijke weg. Anders dan zijn wat afstandelijke voorganger Wubbo Ockels is hij aanraakbaar en positief.
Een gewone Amsterdamse jongen van de flat aan de Platanenlaan. Een liefhebbende moeder en een vader die bij de bank werkte en hoopte dat zijn zoons zouden doorleren en iets bereiken. Dat is aardig gelukt: een werd bioloog, de ander psycholoog en André arts. Kuipers specialiseerde zich in ruimtevaartgeneeskunde en was bijna gepromoveerd op het onderwerp ruimteziekte. Toch wilde hij zelf de ruimte in. Waar dat vandaan komt? Ambitie, sciencefiction en, speciaal voor hen die dag in dag uit voor groepen pubers moeten optreden, enthousiaste leraren.
Goed idee om wetenschapsjournalist Sander Koenen Kuipers’ verhaal te laten optekenen. Daardoor gaat Droomvlucht niet gebukt onder de uitweidingen die dit soort autobiografieën zo vaak onleesbaar maken, nog los van de tenenkrullende taalarmoede die je vaak tegenkomt. Nu de Amerikaanse president heeft geroepen dat er een mens naar Mars moet, er een ruimterace aan de gang is tussen commerciële partijen en de Chinezen zich ook nog melden is de ruimtevaart weer helemaal actueel.
Reageer op deze recensie