Uitgebalanceerde portretten van Rotterdamse persoonlijkheden
Pianist Ako Taher is gevlucht uit Irak. Dan wordt er een piano afgeleverd bij het kringloopcentrum waar hij werkt. Ako speelt en speelt en wordt ontdekt. Hij komt op radio Rijnmond. "Langzaam heelt er een wond." De eerste monografie in Het wonder dat niet omvalt hakt er al flink in.
Ernest van der Kwast (1981) beschrijft met veel compassie 'zijn' Rotterdammers. De sfeer doet denken aan die van de narratieve journalistiek van Martin Schouten: scherp geformuleerde sociale reportages. Stukken scherper dan Simon Carmiggelts Kronkels, al doen ze daar door hun mededogen met de gewone mens wel aan denken. Ernest is bovendien op een moderne, New Journalism-achtige manier onderdeel van het verhaal. Zo loert paaldanseres Cyra naar hem tijdens haar show zoals nog nooit een vrouw gedaan heeft - Ernest is diep onder de indruk. Maar na de show beziet ze hem weer heel gewoontjes, "of beter gezegd: een beetje verveeld." Ex-bokser en bootcamptrainer Tony Tomar beult mensen betaald af in het Kralingsebos. Opdrukken tot je erbij neervalt. "Pijn is een emotie!" schreeuwt Tomar de uitgeputte Ernest toe, die vanzelfsprekend deelneemt aan de oefeningen. "Op maandag kon ik alleen nog met de grootste moeite uit bed komen."
Het boek is opgedragen aan Hammach Abderrahman van restaurant Mimoza aan de Kruiskade. Van der Kwasts mond valt open bij het doorzettingsvermogen van deze kleine zelfstandige. "Als ik vraag hoeveel koffie hij drinkt, noemt hij een getal dat mijn darmen doet draaien." Hammach meldt doodleuk dat hij ook nog eens zeven kinderen heeft. Voor Van der Kwast verpersoonlijkt hij de Rotterdamse spirit: het wonder dat niet omvalt. Treurig is dat Abderrahman het niet eeuwig volhield: hij overleed kort voor het verschijnen van het boek op 55-jarige leeftijd, na een kwart eeuw elke nacht doorwerken in zijn shoarmazaak.
Er komen in totaal wel zestig markante Rotterdammers voorbij in Het wonder dat niet omvalt. Opvallend en erg Rotterdams is dat ze allemaal van aanpakken houden. Zoals de artiest die het hangen voor de tv zat was en op straat muziek ging maken, de taxichauffer met Tourette en de speeltuinman van het Weena die zelf op pad ging om kinderen te zoeken die naar de speeltuin wilden komen.
Van der Kwast, geboren in Bombay, is zelf importrotterdammer, net als velen van de types die hij portretteert. Misschien heeft hij zijn oog voor aparte mensen daar wel aan te danken. Hij ontwikkelt zich tot een veelzijdig fenomeen: hij presenteeerde een regionale nieuwsshow, publiceert artikelen over de actualiteit en doceert over schrijven op scholen. Destijds maakte hij al veel indruk met het ironisch geformuleerde debuut Mama Tandoori, waarin zijn dominante Indiase moeder het moest ontgelden. Later verschenen de novelle Giovanna's navel en De IJsmakers, over de Rotterdams-Italiaanse familie achter ijssalon Venezia.
Van der Kwast schrijft uitgebalanceerd, kan in een paar pagina's een spanningsboog opbouwen en weet hoe een verhaal af te maken. Zó hoort het, denk je onwillekeurig.
Reageer op deze recensie