Hoe pijnlijke verhalen toch iets vermakelijks kunnen hebben
Toergenjev schreef al in 1862 over de kloof tussen generaties (Vaders en zonen). En nu is er Stuart Evers (1976). Verhalen over zonen die op het slechte pad zijn geraakt en door van hen vervreemde vaders op de been worden gehouden ('Veel liefs van je vader'), zonen die niet aan de eisen van hun ouders kunnen voldoen ('Live in het Palladium')… Dit laatste verhaal, een inkijkje in het brein van een falende moppentapper, wordt alom geroemd. Als Evers beschrijft hoe Porter ongrappige verhalen over de mishandelingen door zijn stiefvader op het podium probeert vertellen lopen de rillingen over je rug. Ook met het hervertellen van de zouteloze grappen van zijn vader ("Als ik maar naar een meisje knipoog, is ze al zwanger") wil het niet lukken: hij heeft de lach niet aan zijn kont hangen zoals pa dat wel had. Het verhaal daarentegen, heeft ondanks de mateloze sneuheid van Porter wel degelijks iets grappigs dat grenst aan leedvermaak.
Er hoeft maar íets te gebeuren of Evers’ fantasie wordt geprikkeld. In 'Frequenties' hoort Dean stemmen over de babyfoon van zijn zoon. Of zitten die stemmen in zijn hoofd? Voor je het weet wordt hij gierend gek. Een heel gewoon incident lag ten grondslag aan het verhaal, aldus Evers in een interview: 'op een avond maakte de babyfoon van mijn zoon een griezelig geluid. Mijn vrouw en ik renden naar boven. Er was niets mis, maar ik wist dat er een verhaal in zat.' Angst speelt in veel van Stuart Evers’ verhalen een rol. 'Zelf weet ik maar al te goed hoe die voelt. Toen mijn vrouw zwanger was, werd ik ontslagen. Dan weet je even niet hoe het verder moet.'
Evers (1976) groeide op in Congleton in het Britse graafschap Cheshire. In the middle of nowhere, zeg maar. 'Niet in het Noorden, niet de Midlands, niet welvarend, niet straatarm’. Als tiener leest hij Ulysses van James Joyce, 1984 van George Orwell en Billy Liar van Keith Waterhouse. ‘Vooral dat laatste boek (knoeiende boekhouder blijft liever in zijn droomwereld hangen dan dat hij kansen pakt om zijn creativiteit te ontwikkelen) voelde alsof over mijn leven ging. Dat soort verhalen vertellen op papier werd mijn passie.’
De zeer Britse traditie van compassie met zwoegende prutsers waarin de verhalen van Evers zo goed passen, gaan terug tot Charles Dickens. Eastenders, een dagelijkse tv-soap over ploeterende Londenaren in een volkswijk is niet voor niets een van de langstlopende series van de BBC. Hij geldt als een van de belangrijke nieuwe stemmen in de wereld van het korte verhaal. Sommige verhalen ‘pakken’ meer dan andere, maar alle hebben een eigentijdse sfeer. Het korte verhaal lééft, lijkt uitgeverij Podium met deze serie te willen zeggen. Eerder verschenen interessante bundels als Karateslag/Dora zoekt oefenruimte van de Deense Dorthe Nors, twee delen knotsgekke verhalen van de Israelische Edgar Keret en Vuurpijlen vangen, aangrijpende verhalen van de Duitse Karen Köhler.
Evers confronteert ons met de pijnlijke momenten van het leven. Scherp geobserveerd, en ondanks - of misschien wel juist dóór de onmacht van de personages - vermakelijk.
Reageer op deze recensie