Eigenwijze robots, verliefde robots, dronken robots…
De Nederland Leest-maand van het CPNB staat in het teken van de robotica. Daarom een hele bundel prachtige, tijdloze robotverhalen van Isaac Asimov (1920-1992) zomaar voor niks! Negen staan er in dit boek, te beginnen met het tranentrekkende 'Robbie', een van de beste robotverhalen ooit genoemd.
Want al in 1940 schreef Asimov over lieve, aaibare robots. Zo aardig, dat de afstandelijke robotpsychologe Susan Calvin die in deze de raamvertelling aan het woord is, liever met hen omgaat dan met mensen. Bij een eerdere lezing, 40 jaar geleden, viel dat niet op maar is die Susan misschien de notoir verlegen auteur zelf? Asimov had volgens eigen zeggen zo weinig sjoege van onderwerpen als ‘liefde’ dat hij er maar één keer een verhaal over durfde te schrijven (‘What is this thing called love’). Daarin probeert een stel aliens uit te vinden wat liefde is. Dat verhaal vind je niet in dit boek, maar wel een verhaal over een verliefde robot. Ook in deze bundel: de dommekrachten Powell en Donovan, die eropuit gestuurd worden om nieuwe robots te testen en voortdurend in de problemen komen, en Stephen Byerley, de politicus die misschien wel een robot is en op sluwe wijze zijn hachje veilig stelt.
En natuurlijk komen de drie ‘wetten’ waar robots zich aan moeten houden in dit boek voor. Tot op het bot geanalyseerd door journalisten en pundits, terwijl Asimov zelf ooit zei dat hij ze op een achternamiddag in elkaar had gesmeten om een voertuig voor een aantal verhalen te hebben. Mede vanwege deze gedragsregels zijn robots bij Asimov bijna altijd erg braaf, en dat was precies de bedoeling. Tussen de grote sf-schrijvers uit zijn periode (zoals de rechtse brombeer Heinlein, de paranoïde Dick en de valse Silverberg) is Asimov dan ook de meest positieve. Je leest de blijheid uit de jaren zestig in de VS terug in zijn werk: oorlog gewonnen, kernenergie uitgevonden die alles oplost, mensen naar de maan gestuurd - leve de wetenschap en de vooruitgang. De 21e-eeuwse lezer wordt wel een beetje moe van dit onwankelbare toekomstgeloof, maar hoe vaardig zet Asimov die blije toekomst neer! Lees meer over deze onweerstaanbare nerd in het artikel van Hebban Sci Fi en Fantasy.
En dan te bedenken dat Asimov in de VS bekender was als wetenschapper dan als schrijver. Op driejarige leeftijd was Isaak Judovitsj Ozimov met zijn ouders meegekomen naar New York. In de woelige USSR van 1923 voelden zij zich met hun Joodse roots niet thuis. Andere bedreigde wetenschappelijke talenten - Albert Einstein, Niels Bohr zouden hem volgen. Isaac zelf zou een vooraanstaand biochemicus worden, die als een soort Chriet Titulaer in de VS voortdurend op de toen nog nieuwe tv verscheen en ook nog als een razende populair-wetenschappelijke boeken schreef over van alles, van de Bijbel tot kernfysica. Dat is vergeten. Zijn opgewekte fictie, die destijds alle denkbare prijzen won, blijkt inderdaad eeuwigheidswaarde te hebben. Zeker nu robots weer helemaal terug zijn. Voetbalrobots, knuffelrobots, seksrobots…
Achterin nóg een robotverhaal waar – daar zijn we weer – Ronald Giphart iets mee te maken heeft. ‘Het eerste door een mens met een robot geschreven verhaal’. Dat moeten we maar met een flinke pot zout nemen. Alleen al op Facebook waren jarenlang blogrobots actief, die – Asimov zou het plot bedacht kunnen hebben – uiteindelijk offline zijn gehaald omdat ze in een zelfbedachte taal met elkaar gingen babbelen. Isaac zou deze ‘Matrix’- pastiche denk ik niet erg waarderen. Maar verder: pure magie.
Reageer op deze recensie