Messcherpe verhalen met een gothic-tintje
"De twee meisjes waren samen met een heleboel andere kinderen de stad uitgestuurd, per trein. Ze bespraken of dit nu een soort vakantie was, of een straf. Geen van beiden wist waar ze naartoe gingen, of hoe lang de reis zou duren." Dat is even andere koek dan de Zweinsteinexpres! Naïeve dialogen van meisjes die worden geëvacueerd uit Londen tegenover beschrijvingen van de oorlogswerkelijkheid van 1944, een sprong in de tijd, een drama rond een peuter, een confrontatie met 'Het Ding' - het eerste verhaal verhaal uit Klein Zwart Verhalenboek is superieur geconstrueerd. Het régent memorabele zinnen als "Er bestaan dingen die echt zijn, echter dan wij, alleen komen we ze niet tegen." H.P. Lovecraft, die als uitvinder van de literaire horror wordt beschouwd, juichen van enthousiasme.
In 'Body Art' ontmoet een contactarme gynaecoloog een broodmagere kunstenares. "Hij stelde zich voor hoe haar lichaam er vanbinnen uitzag. Haar kleine, verkrampte maagje." Zijn eigen leven voelt "alsof er een grote, zoemende vrieskist op zijn rug hing." Gaandeweg wordt de relatie tussen de arts en de artieste complexer en de sfeer griezeliger. Er wordt rondgespookt in kelders met enge collecties lichaamsdelen. Dan escaleert de zaak op een typische Byatt-manier: de arts ontdekt dat zijn vriendin kunstwerken maakt van uit het ziekenhuis gestolen botten en schedels, en dan wordt ze nog zwanger ook...
De drie verhalen laten weer heel andere facetten van A.S. Byatts genius zien. Een vrouw identificeert zich met de IJslandse trollen en stort in: magisch. Een gedesillusioneerde organisator van schrijfgroepen wordt letterlijk omvergeblazen door de verhalen van een 84-jarige cursiste: wrang-komisch. Een afgeleefde man die voor zijn gestoorde vrouw zorgt ("haar hersenen waren op hol geslagen") laat een jonge vrouw op de vlucht binnen: romantisch. Elk verhaal is messcherp en meeslepend. De glasheldere vertaling van Saskia van der Lingen draagt daaraan in belangrijke mate toe bij.
De vergelijking tussen J.K. Rowling en A.S. Byatt in de inleiding kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Byatts alternatieve werkelijkheden, op het psychotische af van slechtheid vervuld, staan haaks op de format-fantasy van Rowling. Dat schijnt door Byatts persoonlijkheid te komen: afgewend van de wereld, met eigen ideeën over de realiteit. Harry Potter, dat vindt Byatt eigenlijk maar kitsch ('ersatz magic'). Een artikel van deze strekking werd haar niet in dank afgenomen. Byatts verhalen en romans zijn dan wel intelligenter, gruwelijker en volwassener, maar ook minder toegankelijk.
Ouder werk uitgeven van een succesvol auteur pakt niet altijd goed uit, maar de manier waarop Byatt realisme tegenover fantasie zet is ook in deze bundel, die oorspronkelijk in 2003 verscheen, ongeëvenaard. "Een van de grootste Britse auteurs van de laatste 65 jaar" schreef the Times. Niet voor niets kreeg Obsessie - twee dromerige wetenschappers vereenzelvigen zich steeds meer met de dichters die ze bestuderen - in 1990 de Booker Prize. Geen populaire escapeboeken dus maar spannende literatuur met een gothic-tintje, die nog lang na-echoot in je brein.
Reageer op deze recensie