Lekker lezend fanboek
Snijdende basgitaarakkoorden, een drum die lui invalt, een holle stem die ‘I never meant to cause you any sorrow’ echoot – wie daar niet Purple rain in herkent, moet haast wel van een andere planeet komen. Hoogtepunt van de film. De ware Prince – gevoelig, geniaal, gekweld – komt boven. Volgens auteur Alan Light zegt dit nummer over de destructieve relatie tussen een muzikale vader en zoon àlles over dit genie.
De film was misschien nooit zo’n succes geworden zonder die ballad. Dat die voor 7 miljoen dollar in elkaar gesmeten film er überhaupt ooit gekomen is, lijkt een mirakel. Dat de film zo goed was dat hij 70 miljoen dollar opbracht, is grotendeels aan het perfectionisme en zelfvertrouwen van Prince te danken, die met hetzelfde fanatisme waarmee hij later van de ondergang van de wereld (voorlopig nog weinig van terechtgekomen) getuigde, filmbonzen geld uit de zak praatte, medewerkers afbeulde en acteurs drilde.
Prince was in 1984 nog niet zo bekend, maar MTV was net nieuw en zijn gelikte clips werden daar vaak vertoond, dat hielp. 1999 werd zelfs speciaal opnieuw uitgebracht. Hij keek volgens mensen die Light voor zijn boek heeft gesproken ook naar die andere zwarte popster, die met Thriller en Beat It hele mini speelfilms op televisie bracht. Androgyn als Jackson, maar op een vrijwel geheel tegengestelde manier: niet geremd en verward, integendeel Prince werkte hele reeksen vriendinnen af, rotzooide erop los, ging op het podium oneindig veel verder.
Waar Jackson zo’n beetje gladjes aan de oppervlakte bleef, bouwde Prince aan zijn imago van grensverleggende popgrootheid. Dan weer maakt de soundtrack indruk met soepele meezingers (Take me with you) en weer door opgewekt-dubbelzinnige krakers als When doves cry:
Dig if you will the picture
Of you and I engaged in a kiss
The sweat of your body covers me
En energie, heel veel energie. Energie die tot tantrische sensitiviteit maar ook tot botte agressie kan leiden. Over zowel de intieme seksscène in Purple Rain als over die waarin hij zijn vriendin bij een ruzie in een vuilniscontainer kiepert wordt nog steeds gesproken. Als mens werd hij steeds ongrijpbaarder. Later zou hij verdwalen in de diepten van zijn eigen brein, wat hem in de armen van sektariërs zou drijven. Het erotische bleef, maar het expliciete dat Purple Rain volgens critici tot de meest seksuele muziekfilm ooit maakten, niet. Hij nam er zelfs een beetje afstand van, misschien ook omdat Jehova’s getuigen verjaardagen sowieso niet mogen vieren.
‘Als je jong bent, denk je dat je het centrum van het heelal bent. Later ontdekt je dat je er gewoon een deeltje van bent. Mijn crew en ik vinden het heerlijk om over muziek te praten, maar als we de diepte ingaan, hebben we het over de toekomst, wat we onze kinderen nalaten.’
Een paar jaar later was hij dood – 55 nog maar. Dit is niet het ultieme verhaal over Prince. Maar toch, zoveel goeie muziekboeken zijn er niet. Slim ook van die boekenbeukers van Overamstel om een fondsje popmuziek te beginnen met daarin zo’n kloek werk over de sinds kort definitief naar het Nirwana (of waar Jehova’s ook denken dat ze terechtkomen) opgestegen artiest. Alan Light heeft een hoop research gedaan, kan schrijven en de vertaling van Marcel Misset is best goed, al glipt er af en toe een anglicisme door. Wel eigenaardig dat Prince nog niet dood was toen dit boek werd geschreven. Zitten we allemaal in een rouwperiode, lees je daar vrolijk over zijn wederopstanding in 2014.
Bij dit boek moet je natuurlijk de muziek draaien. En daar waren ze weer. Kiss, 1999… en de favoriet van deze recensent: Alphabet St. Spetterende ritmes, provocerende riffs, gekreun, vuilbekkerij (inclusief het pesterige ‘tonight I’d like to … watch’), agressieve vrouwelijke rap (‘tell your mommy ’bout THIS’), gerammel op kinderpiano’s, atonale blazers, musique concrète... Wow.
Reageer op deze recensie