Dertig literaire odes aan de eigenwijze viervoeter
Van een boekje over katten verwacht je niet veel. Maar voor mij ligt stevig werk van 270 pagina’s - te zwaar dus om naar een hardleerse kitten te gooien die in de gordijnen hangt. Dat gooien is sowieso af te raden, dan loop je de leuke verhalen en gedichten en geinige cartoons van Paul van der Steen mis. Samensteller Nop Maas en uitgeverij Xander hebben met hart en ziel gewerkt aan deze bundel vol kattenliefde, en dat is te merken.
Wat pik je dan zoal op uit Negenenhalf leven? Dat katten schrijvers inspireren tot ontroerende necrologieën. Wie krijgt het niet lichtelijk warm bij het intieme portret van Vosje, geschilderd door Jan Wolkers? Of vochtige ogen van het saluut aan langharige lapjeskat Lolita, die ‘in stil gedrag’ 19 jaar lang het leven van L.H. Wiener heeft verlicht en haar einde nadert? Er worden nog meer literaire monumenten opgericht. Michèle Baudet doet ontroerend verslag van haar relatie met wijlen Trees, Gerard van Emmerik beschrijft zijn verdriet over het laten inslapen van Billie, Detlev van Heest rouwt om Emmie, Th. Van Os om Krols, Thomas Heerma van Voss om Ava.
Het blijft niet bij zoete liefdesverklaringen. Er is ook stevige kost. Kristien Hemmerechts ('Thuiskomst', uit Lang geleden) laat een zoon in het spoor van de verloren gewaande kat na jaren weer zijn ouders bezoeken. Zoon is ‘zomaar’ uit huis vertrokken. Vader is alcoholist en praat niet. Oedipale verwarring alom. De waarheid wordt verteld via videobanden die ze bekijken. Een reportage over Bolivia doet de zoon denken aan een ex-vriendin die is opgepakt voor heroïnesmokkel. Hij heeft haar in de steek gelaten. “Hij haatte mislukkingen. Hij had er te veel gezien.” Je voelt het, dit gaat niet goed aflopen. Zeker niet voor kat Oedi, die de schuld van alles lijkt te krijgen.
Er valt ook te lachen. Joubert Pignon, dierenwinkelmedewerker en schrijver van ‘zo kort mogelijke’ verhalen, haalt een nieuwe kat op. ”Even later zitten we rond een laptop en zien we hoe een langharige kater een kermende moederpoes dekt. Ik zeg dat daar zo te zien geen romantisch diner aan is voorafgegaan. De man zegt dat katten nooit romantisch dineren.” (Kittens.) We lezen fragmenten uit het onbekommerde 'Dagboek van een poes' van Remco Campert. En bij Rudy Kousbroek kan je terecht voor onnavolgbare strofen als “Sterke staaltjes van poezenintelligentie betreffen meestal het doorgronden van hang- en sluitwerk.”
Sommige schrijvers slagen er niet in te ontsnappen aan de kneuterigheid die het woord ‘huisdier’ oproept. De zogenaamde humor van J.H. Dautzenberg is een miskleun. In de ogen van onze ondeugende kater Boefje valt te lezen dat wat meer absurditeit best had gemogen. Denk aan het beroemde Lof van de poef met het spraakgebrek van Kousbroek. Onverstoorbaar de meest ongerijmde situaties trotseren is immers de kern van het kattenbestaan.
Negenenhalf leven is een geslaagde kennismaking met een breed palet aan literaire dierenverhalenschrijvers en -dichters. Van der Steens tekening van Gogol (‘Dagboek van een gek’) als kat gaat aan de muur.
Reageer op deze recensie