Niet voor iedereen
Hypocrisie – daar heeft Jeroen een broertje dood aan. Rijpe vrouwen op jacht naar mannen (‘voor de tochtige of gewillige milf op zoek naar aandacht, bevestiging of gewoon twintig centimeter keiharde erotiek zijn speciale losloopplaatsen in het leven geroepen’), vervelende stellen – Jeroen ergert zich te pletter. En wij mét hem. Tijdens een barbecue bij de afsluiting van het hockeyseizoen van de kinderen moet hij de verschrikkelijke Rob en Anita dulden. ‘Als de deur van de koelkast het zicht op de tuin blokkeert, laat ik mijn hoofd tegen de rand van de bovenste koelkastplank rusten. […] Ik heb een uur lang met plaatsvervangende schaamte het echtelijk cynisme van twee volslagen onbekenden moeten aanhoren. […] Ik kijk op mijn horloge en zie dat het nog lang geen half augustus is.’
Ouderwets boos kan Jeroen zich maken om het Songfestival (‘rariteitenkabinet’), SBS-TV (‘ranzig’) en hypocriete persoonlijkheden als de ‘verkoper van nepkeurmerken’ Rob de Geus. Underdog Hassan met zijn shoarmatentje heeft zijn sympathie als Jeroen naar De Smaakpolitie kijkt, niet het ‘zielige en vervelende ventje met zijn rossige haar’. Hassans restaurantje is niet erg schoon, maar ‘er is hier maar één echte viezerik.’ We leren een andere Jeroen kennen als hij mijmert over zijn grootouders. ’Langzaam dringt het tot me door dat deze bungalow altijd veel meer is geweest dan een voor de hand liggende vakantiebestemming op een Spaans eiland. Dit huis is driekwart van mijn leven en broedplaats van dierbare herinneringen geweest.’ En een eerlijke Jeroen, die afgeeft op Kerstmis (‘het ultieme feest van de dilemma’s, clichés, irritaties en echtelijke onenigheden’ maar erkent dat ook hij het niet goed vindt voelen om juist dan een zonvakantie te boeken. ‘Heeft dat Kerstvirus […] toch nog vat op me gekregen?’
Mannen lezen minder en hun opinies zijn niet altijd onomstreden in onze toenemend feminiene cultuur. Wat zeg ik, het hele fenomeen man staat ter discussie. Om nog even met Jeroen te spreken: ‘Clitorissen, wc-potten en verjaardagen, mannen zitten er bijna altijd naast.’ (blz 126). Ik zei het al eerder: het is moeilijk een succesvol boek voor mannen te schrijven. Niet voor niets vergelijk ik Jeroen met René van der Gijp (of eigenlijk zijn ghostwriter Michel van Egmond) en Johan Derksen. Het is niet heel vernieuwend, het is niet heel literair, maar het leest lekker. Misschien is het daarom juist wel zo verfrissend.
Reageer op deze recensie