Een boek zo vol warmte dat de kachel een graadje lager kan
"Welkom thuis, jongen" zegt de SLM-piloot als Johannes, de hoofdpersoon uit het boek, op Zanderij is geland (kom daar 's om bij de KLM). Overweldigd staat hij op de landingsbaan. Voor het eerst komt zijn onderdrukte Surinaamse identiteit boven: "Ik ken deze wereld al." Er blijken heel goede redenen te zijn dat hij die identiteit onderdrukte, lezen we aan het begin van het boek. ‘O ja, hoezo dan’, denk je. Als lezer ben je meteen ‘hooked’.
Johan Fretz (1985), zoon van een Hagenees en een vrouwelijke nazaat van de Surinaamse Brouwns-familie, wordt wel 's aangezien voor Feijenoordtrainer Giovanni van Bronckhorst (die een moeder heeft van Molukse afkomst). Boos kan Johan niet meer worden om die eeuwige vraag van types die te veel kaas hebben gegeten waar hij dan toch écht vandaan komt. 'Je bent geboren in de paramariboom’ zei zijn onberekenbare want soms psychotische moeder toen hij klein was. Onbevredigend. Gewoon geboren zijn in Den Haag, dat geeft tenminste houvast. Aan zijn vader, Hagenees met Duitse roots, heeft hij meer. Hoewel, die gaat steeds meer drinken. Als zevenjarig jongetje onderhandelen met de politie als je moeder wordt thuisgebracht, daar krijg je een knauw van.
Maar toch, het gevoel anders te zijn ervaart Johan (in het boek Johannes geheten) met zijn Haagse ‘niet zeuren’-natuur niet als een heel zware last. Al is ook hij uitgescholden op straat, en moet hij op zijn woorden letten. "Ik kom niet uit een boom maar uit een mijnenveld." Als hij belt dat hij te laat komt grommen zijn Surinaamse vrienden lachend: "zet die witman in je nou toch ’s uit." Als hij Surinaams-uitbundig wordt, schrikken de Hollanders: "praat ik teveel?"
Net als zovelen met dubbelbloed ('halfbloed is een term van blanke overheersers’) zoekt Johannes naar een identiteit. Nadat hij door Zuid-Amerika is gereisd gaat hij de uitdaging aan Suriname te bezoeken. Daar vindt hij, en met hem de lezer, wat nog ontbrak: kleurrijke types, Surinaamse warmte, en … Liefde met een grote L. Er zit een ‘romance’-schrijver in Johan, want hoe hij de amoureuze schermutselingen tussen hem en de half-Hongaars, half Nederlandse ‘Jaantje’ (in het echt ‘Zwaantje’) beschrijft… vochtige ogen.
En zo wordt dit boek als een Surinaamse Mama Tandoori bevolkt door goedmoedig ruziënde ouders (Mama Virginie: "je bent zeker wel blij dat de Duitsers het EK-voetbal winnen?" Papa Jan: "ik bén geen Duitser"), types als patserige Jimmy, lieve tante Wonny… En door de geest van opa Miel (André Brouwn), een dichter die misschien wel het schrijversgen aan Johannes heeft doorgegeven. Uit Wij zijn Surinamers, over de best wel succesvolle melting pot die het land is met mensen die afstammen van Chinese, Indiase, Indonesische en Afrikaanse roots en alles daartussenin:
"Dat geklets over ras is eentonig geworden
Allen wier navelstreng begraven is
In de Surinaamse grond zullen blijven
Voor altijd Surinamers
Sranang-mang! Na dat wi de!"
Moedig om je te mengen in het eindeloze, zo gepolariseerde etniciteitsdebat. Was misschien nog iets moediger geweest de namen in het boek niet te veranderen. Aan de ander kant maken Surinamers van alles wat ze beleven graag een 'tori' – een met fantasie verrijkt verhaal. En er is nóg een reden:
Johan was als jonge vent vijf jaar geleden de man van de ‘minister-president in 2025’-hype. Die is hem slecht bevallen. Begrijpelijk dat hij ’t deze keer niet té dichtbij wil laten komen.
Hartverwarmend, dit boek en de verzoenende toon ervan. Een talent dat zware thema’s zo lichtvoetig kan bespreken moeten we koesteren. En er zit meer in deze Fretz. Moeiteloos kletst hij een uur vol met anekdotes, ideeën en imitaties in dan weer kneiterharde Haagse en dan weer zonnige papiamentse accenten. Dat moet je horen, en dat kán je horen als je klikt op deze link naar Kunststof radio.
En je kan het zien ook. In een theater bij jou in de buurt. Voorstelling: De Zachtmoedige Radicaal.
Reageer op deze recensie