400 jaar gewetenloosheid
Mocht je illusies hebben dat Nederland vroeger ook maar een beetje moreel of ethisch ‘angehaucht’ was in den vreemde, dan ben je die op pagina 25 van de ‘compact’-editie van Roofstaat al helemaal kwijt. In China, op de Molukken, in Zuid-Amerika, waar het maar kon ging de VOC met de zegen van de regering al in de 16e eeuw beestachtig tekeer. En dan zijn er nog 215 bladzijden en vier eeuwen piraterij, grondstoffenroof en slavenhandel te gaan - waarin Nederlandse kooplieden weliswaar niet altijd de hoofdrol speelden, maar waar ze wel dik aan verdienden. Die mooie pandjes aan de Amsterdamse grachten, daar gaat veel leed achter verscholen, om het zo maar eens te zeggen.
‘Vaak wordt gezegd dat het harde en brute optreden door de Nederlanders in dienst van de VOC hoorde bij de tijdgeest, maar kritiek van de eigen bestuurders laat zien dat het brute geweld toen al weerstand opriep.’
De VOC, dat was toch ’s werelds eerste multinational, een voorbeeld van Hollandse ondernemingslust en samenwerking? Jawel, maar zoals die multinational opereerde was het meer een leger met wat kooplui dan andersom. De verhouding soldaat/koopman was 2 op 1, zo heeft Ewald Vanvugt uitgerekend. Volgende vraag: is dat ‘erg’? Voor de meeste Nederlanders uit die tijd niet. Er werd grof geld verdiend, allerlei tuig dat hier anders rottigheid zou uithalen kon ongecontroleerd losgaan in Azië. Waar Vanvugt aandacht voor vraagt zijn die ‘anderen’. Voor de winst was bij de VOC alles geoorloofd. De rechtsstaat gold voor de overwonnen volken niet. Jan Pieterszoon Coen, Johan van Oldebarneveldt en andere regeerders vonden het allemaal wel best. Er was altijd wel een dominee die kon uitleggen dat die primitieve mannen en vrouwen nu eenmaal met grof geweld geknecht moesten worden, gromt Vanvugt. Dat ging zo door tot ver in de 20e eeuw.
Is er dan niets om trots op te zijn? Sommigen wilden werkelijk die overwonnen volken ‘verheffen’. Er waren bestuurders die hun leven riskeerden met hun pogingen iets aan de rechteloosheid te doen, zoals Laurens Reëel en Sebastiaan Haarnet. Een interessant hoofdstuk gaat over Hendrik Tillema, die in de eerste helft van de 20e eeuw in Djakarta een limonadefabriekje runde en zijn ogen niet sloot voor de ellende van de Indonesische bevolking. Kapitalen gaf hij uit aan pamfletten waarin onder meer foto’s stonden van kogelronde blanke baby’s met hun baboe, naast die van doodzieke kinderen in de Kampong die elke vorm van hygiëne werd ontzegd. Geen wonder dat de haat tegen de bezetter daar - zoals door Couperus treffend beschreven - voortdurende opvlamde.
‘Weg met ons’. Is dat waar het om draait? Nee. Vanvugt is met zijn Hollandse roots weliswaar mede-erfgenaam van deze wreedheid, maar zijn strijd geldt het eenzijdige beeld van heldhaftigheid. Voor nieuwe Nederlanders walmt de weeë geur van imperialisme van veel van Nederlands rijkdom, terwijl de Balkenendes van deze wereld (‘wat we nodig hebben is meer VOC-mentaliteit’) die glashard ontkennen. Reden voor hiphoplabel Top Notch om te helpen bij de financiering van deze editie. Hun woordvoerder kijkt daarbij naar de toekomst. Deze feiten ontkennen is de geschiedenis van veel mensen die in Nederland wonen ontkennen. ‘Samenleven gaat pas echt lukken als elke Nederlander zich gerepresenteerd voelt’.
Mooi. Een brug tussen rapmuziek en alternatieve geschiedschrijving. Briljant idee dus van Playboy destijds om die eigenzinnige Ewald Vanvugt een artikel te laten schrijven over Hollands verzwegen Atlantische geschiedenis. Daaruit ontstond in 2003 het uitputtend gedocumenteerde Zwartboek van Nederland overzee waar dit boek een samenvatting van is. Voor iemand die zo bevlogen is, schrijft Vanvugt verrassend nuchter en afstandelijk. Ook deze verkorte versie verwijst voortdurend naar bronnen en cijfers. Vanvugt is meer activist dan historicus. Maar wat dondert het. Multatuli was geen volkenkundige, maar schreef wel het belangrijkste boek op dat gebied in de Nederlandse taal.
Reageer op deze recensie