Hardboiled detectiveliefhebbers opgelet
‘Zo, ouwe crimefighter, weer op vrije voeten?’ Bij Martin Schouten geen meestercriminelen maar struggelende Hamza’s, Soufianes en Rachids en een inspecteur die moet revalideren na een dramatische reddingsactie. Hij is nog net geloofwaardig in Den Haag omdat hij de weg weet in de subculturen die daar naast elkaar leven.
Max Drooglever heeft geen gemakkelijke baan. Prinsjesdag, bomterroristen, informanten die tussen twee vuren zitten... Soms is niet eens duidelijk wie aan welke kant staat. Als een jongen wordt vermoord bij een demonstratie dreigt de zaak uit de klauwen te lopen. Wat extra kleur geeft aan het verhaal is de interactie tussen Max en zijn collega Aysel. Geen moederlijke Frieda of manzieke Jane maar een Turks-Nederlandse wier enge ex er met haar dochtertje vandoor is. Dat soort dingen. Om te infiltreren in het fundamentalistische milieu, gaan Max en Aysel tot het uiterste.
‘Naar de markt, voor een nikab. Ik zet mijn kalotje op om niet op te vallen.’
Max heeft naast een boksersverleden ook een filosofische kant. In Rijnsburg wil hij per se langs het huisje waar Spinoza ooit woonde nadat ze bij een anti-moslimschreeuwer huiszoeking hebben gedaan. Tussendoor schoolt hij Aysel bij over jazzmuziek en kletst hij de regisseur van het Nederlands Danstheater (waar zijn ex ballerina is) om, zodat er een toneelstuk over zijn werk komt. Dat leidt dan weer tot oververhitte reacties in diverse gemeenschappen. Voor Hagenezen (en Hagenaars, als ze het aankunnen), is dit leesfeest nog eens extra groot. Je scheurt over het Hobbemaplein, bezoekt het NDT, doet een inval op de Vaillantlaan.
Schouten weet in maar 100 pagina’s een keiharde thriller neer te zetten, inclusief romantische verwikkelingen en een cliffhanger. Bij de tweede keer lezen besef je pas dat sommige hoofdstukken bijna compleet uit dialogen bestaan. Net als bij Simenon - en dan zijn de onderbrekingen ook nog eens monologue interieurs. Plus dat Drooglever een interessante vent is met een typisch Haagse humor.
‘Wie heb je aan de telefoon?’
‘Iemand met een menstruele achtergrond.’
Hoe lang is het al niet geleden dat Schouten, gespecialiseerd in het optekenen van levens van gewone mensen, een steengoede bundel interviews (Werk, 1978) publiceerde. (Even rekenen … 40 jaar.) Intussen heeft hij een van onwaarschijnlijk diverse journalistieke en literaire productiviteit blijk gegeven. Van Rinus van der Lubbe, (1999) de biografie van de eerste man die werd geëxecuteerd door de Nazi’s, tot de roman Hotel Terminus (1987), waarin een man zich ontworstelt aan zijn gereformeerde achtergrond. En nu onpopt hij zich dus als de Nederlandse Raymond Chandler.
Er ontbreekt maar één ding aan Schilderswijk: dat je net als bij Chandler alweer zo snel op de laatste bladzijde bent. Gelukkig binnenkort deel 3 in de serie.
Reageer op deze recensie