Hartstochtelijke liefdesgedichten voor een stervende vrouw
Na niet zo bijster lange tijd
zitten de dieren
niet meer op de uitkijk
bij het raamkozijn.
De schrijver van wie je nooit weet wat je kunt verwachten is ingestort. Zijn Eva komt nooit meer thuis. Hij eet slecht en leeft teruggetrokken in een appartement boven een afgelegen Schots spoorwegstation. Van zijn familie, zulke engerds dat hij zich al jong liet steriliseren om te voorkomen dat hun genen werden doorgegeven, moet Michel Faber (1960) niets hebben en van de katten valt ook niet veel te verwachten in een huis met zoveel verdriet.
Toen je nog leefde
kreeg je soms mail van echte mensen.
Je vrienden weten hoe laat het is.
Nu kletsen slechts algoritmen nog bij
'Eva, het is alweer even geleden.'
De gerobotiseerde schijnaandacht waar internetbedrijven zo goed in zijn komt nu extra hard aan. Hij was degene die haar écht kende, vereerde en tot zijn muze verhief. Eva was het die hem stimuleerde schrijver te worden toen hij na omzwervingen over drie continenten als verpleger werkte in Schotland.
Rouw en gemis worden op vele manieren beschreven in Tot leven. Schuilen er potentiële klassiekers in als Funeral blues ('stop the clocks') van W.H. Auden, Afscheid van J.C Bloem of Verzen voor een dode van Marsman? Zeker wel. Luister maar eens naar deze fragmenten uit Vraag het maar gerust.
Zoveel van de mensen die ik
heb laten weten dat ze dood is
hebben gezegd:
'Als er iets is
wat we kunnen doen
het maakt niet uit wat
vraag het dan gerust.'
Nou,
eerlijk gezegd,
nu je erover begint
ja:
zou je me ergens naartoe willen brengen,
met tien miljoen kilometer per uur.
Naar waar God zich schuilhoudt
zodat hij mij eens haarfijn uit kan leggen
waarom mijn vrouw zonodig
moest worden gemarteld en gekleineerd
en uiteindelijk
gëexecuteerd
Succesauteur wordt dichter - dat hoor je niet vaak. Dat een auteur die in Nederland is geboren in Australië opgroeit, in Schotland terechtkomt en als Brits schrijver reusachtig succesvol is ook niet. Onderhuids, een horrorachtige roman van Fabers hand over een wezen dat mannen oppikt met de auto, is verfilmd met Scarlett Johanson in de hoofdrol. Met 900 bladzijden tellende Lelieblank scharlakenrood scoorde hij in heel ander genre: dat van de historische roman.
Poëzie vertalen is niet gemakkelijk, maar Harm Damsma en Niek Miedema weten Fabers wanhoop en boosheid uitstekend weer te geven. Soms voelt het wel of ze de taal een beetje erg vrij hebben gehanteerd. Werkwoorden gebroken die je niet zou moeten breken, formuleringen opgeofferd aan een rijm in het Nederlands. Alleen al daarom zou het interessant zijn om de oorspronkelijke Engelstalige tekst erbij te zien om te vergelijken.
Faber schrijft niet zozeer om troost te bieden of hoop. Hij wil de lezer laten voelen wat het betekent afscheid te moeten nemen van wat je lief is. De meer persoonlijke ontboezemingen en typische Fabermomenten (zoals een gedicht waarin Eva als 10 verschillende soorten hitsige vrouwen in zijn dromen verschijnt) komen minder krachtig over, misschien ook door een zekere overdaad. De meeste indruk maakt Faber op de momenten dat hij juist wat meer afstand neemt.
Als je Tot Leven met Audens werk (lees Vertel me de waarheid over liefde, vertalingen van Willem Wilmink, er maar 's op na), is het meer een postmoderne bundel, niet zozeer geschreven om óns te verhelderen. Auden blaast je omver met stilistische en technische prestaties, diepzinnige gedachten over politiek, moraal, liefde en religie en verscheidenheid in toon, vorm en inhoud. Faber staat wat dit betreft als dichter nog maar aan het begin.
Reageer op deze recensie