Verhalen om uit een intellectuele context te begrijpen
Een bezemkast blijkt 's nachts een soort parenclub te huisvesten. De man des huizes probeert vergeefs zijn vrouw te interesseren voor de vleselijke feesten die daar worden gevierd, tot hij haar daar aan het eind toch tegenkomt. Droomt hij? Veel blijft onduidelijk. Die literair-schetsmatige sfeer is kenmerkend voor Tussen ergens en nergens. Elf verhalen, ergens achtergelaten van Edzard Mik (1960). De verhalen verschenen eerder in onder meer De Gids en De Groene Amsterdammer. Het gaat ook nogal 's over de kunstzinnige wereld waarin Mik (betrokken bij literair tijschrift De Gids) zelf verkeert. Zo vreet in een van de verhalen een scenarioschrijver zich op na een onenightstand met een jonge actrice. Heeft hij het verpest bij een belangrijke regisseur?
Een aansprekend verhaal is 'Stilleven met zandhoop'. Voor een flatgebouw ligt een zandhoop die maar in omvang blijft toenemen. Neemt de flat zijn bewoners in bescherming tegen zijn bewoners? Het uitzicht is veel te druk.
“Aan de ene kant de stad met haar daken en gekrioel, aan de andere kant het platteland met zijn weilanden, hoogspanningsmasten en onverbiddelijke horizon; wie kan dat dag in, dag uit aanzien, wie kan zoveel relativering van zijn eigen bestaan verdragen?”
Groninger Edzard Mik was advocaat maar toonde al snel belangstelling voor de literaire wereld. Hij schrijft over kunst en is redacteur van literair tijdschrift De Gids. ‘Mont Blanc’, een degelijk, bijna klassiek verhaal over een vader en een zoon die in de bergen het een en ander te verstouwen krijgen, was behoorlijk succesvol. 'Kunstig', lees je nog wel 's over de stijl van Mik. Dat staat niet heel ver af van 'gekunsteld'.
Misschien zijn dit wel verhalen die je moet begrijpen vanuit wat we voor het gemak maar even een 'intellectuele context' zullen noemen. Ene Persis, die schrijft in de Volkskrant, heeft daar meer slag van. Volgens haar reflecteert Mik op de ruimtes waarin we ons begeven. Dat thema is er wel wat met de gekamde haren bijgesleept. Dan nog maar even Persis aan het woord gelaten: ‘mooi is hoe Mik, zowel met vorm als inhoud, steeds op de rand van tegenstellingen balanceert.’ Dat op de rand van tegenstellingen balanceren is ook toepasbaar op het gevoel dat deze verhalen oproepen: ze hebben wel wat, maar sommigen zullen het scherpe missen van een Bervoets of het magisch-filosofische van een Belcampo.
Reageer op deze recensie