Prachtig opgetekende verhalen voor volwassenen
Sprookjes. Niet van het zoetsappige soort, maar ongecensureerde volksverhalen voor volwassenen. Waarom olifanten wèl slagtanden hebben en vagina’s niet, dat werk. (Eerst was het andersom, volgens dit Indiase sprookje. Maar zo konden er geen kinderen geboren worden en konden olifanten geen bast van de bomen scheuren. Dus werd er geruild – weer een raadsel opgelost.)
Tot uit Indonesië komen de verhalen met ‘verdiende loon’-thema. In Knoflookje en Sjalotje komen de hebberige moeder en zus van een goedhartig meisje gruwelijk aan hun eind. Kumba met moeder en Kumba zonder moeder (Senegal) laat zien hoe een veelgeplaagd meisje hulp krijgt van de natuur; ook hier loopt het met moeder en een zus slecht af. Cinderella’s over de hele wereld: er is gerechtigheid. Zelfs voor de naar het bos verbannen Goodgranaatappelzaadjes (Palestina) en de door een monster ontvoerde Sitti Nusret (Turkije) en haar geduldsteen.
Vrouwen en meisjes zijn vaak de hoofdpersoon bij De Stercke, die zich bijna lijkt te ergeren dat die zich zo vaak moeten opofferen. In De vrouw die haar been kookte (Kosovo) voedt Zoja haar uitgehongerde man zelfs met een stoofpot van haar eigen vlees zodat hij weer op jacht kan. Uit Nederland komt het –volstrekt onbekende - laatste sprookje van de 75: Meisje zonder handen. Deugdzaam hakt meisje haar door zonde bezoedelde handen af. ’t Komt uiteindelijk wel goed, maar toch, er is duidelijk een niet heel gemakkelijke boodschap. Stel je als vrouw passief op en aanvaard je lot blijmoedig. Sterke vrouwen zijn er gelukkig ook. Slimme prinsessen die hun land redden, volksmeisjes die het tot koningin schoppen.
De halve zakenwereld is tegenwoordig aan het ‘storytellen’, maar verhalen (als in mondeling of schriftelijk overgeleverde narratieven) zijn natuurlijk al zo oud als de weg naar Bagdad, Parijs, Istanboel, Paramaribo, Jeruzalem, Dakar, Kinshasa, of waar Marita de Sterck (1955, Antwerpen) ze maar vandaan haalt. 'Er loopt een lijn van de groeirituelen en inwijdingsverhalen die ik als antropoloog bestudeer naar mijn eigen romans en boeken.' Ze publiceerde al reisverhalen, boekjes voor beginnende lezers en informatieve boeken over andere culturen. De kunst van het liefhebben en de ingewikkelde relaties tussen generaties zijn haar vaste thema’s.
'Mijn vader kon urenlang vertellen: over vroeger, over dorpsfiguren, over de pekduivels in de rivier die onvoorzichtige kindjes in het slib trokken...' En nu is De Sterk zélf verteller geworden. Maar dan wel eentje die de confrontatie niet schuwt. Sprekende dieren en tovenaressen tegen een achtergrond van overleving in wrede culturen. Ongeremde sensualiteit tegenover rauw geweld. Dat levert spanning op en geeft diepgang. De stijl is direct, bijna spreektaal. De stoere gravures van kunstenaar Jonas Thys passen er prachtig bij. Het leerzame nawoord is van wetenschappelijk niveau, ook al doet Marita daar heel bescheiden over. Met liefde geschreven, én inhoudelijk onderbouwd. Bijzonder.
Reageer op deze recensie