Lezersrecensie
Merlijn Twaalfhovens verfrissende kijk op de betekenis van kunst in de 21e eeuw
‘In 1996 ging ik vrede brengen met muziek.’ Wie een boek zo begint, heeft vast een hoop te vertellen. We worden niet teleurgesteld: Merlijn wil niets minder dan ons denken over muziek omkeren. Het draait om ons, kijkers, luisteraars en lezers: waarnemen is ook een vorm van scheppend bezig zijn. Daar worden we blij van. Zo kan muziek kan bijdragen aan een betere wereld.
Als je het publiek actief betrekt, doe je het in de ogen van Merlijn goed. Bij zijn concerten en voorstellingen gaat het er dan ook er bepaald niet saai aan toe. Uitvoeringen kunnen per keer en per plek verschillen. Komt er een bus langs, dan hoort het geluid daarvan er ook bij. ‘Iets dat anders gaat dan gepland kan prachtig zijn.’ Soms blinddoekt hij luisteraars: even weg uit de oppervlakkige en materialistische wereld van alledag en dichter bij de dingen waar het echt om gaat. ‘Zo leren mensen niet afgeleid te zijn en ervaren ze de kracht van muziek beter.’
Twaalfhoven wilde zich al jong niet neerleggen bij de klassieke westerse opvattingen over muziek. Het streven naar perfectie en het uitsluiten van toeval, daar sla je de kunst mee dood, vond hij. Moedig, maar zo word je nooit een goede violist in een orkest, zeiden ze op het conservatorium. Dan maar geen violist. Ook op de componistenopleiding die hij daarna volgde koos Merlijn zijn eigen weg. Het gaat hem om de ontmoeting en de beleving. Ervaringen met alle zintuigen staan centraal; perfectie is minder belangrijk. ‘Met dat niet-georganiseerd zijn creëer je ruimte voor de luisteraar.’
En dat vredebrengen? Dat hangt samen met het ruimte geven. Een tour die hij op z’n 20e had georganiseerd om mensen in een halfvernietigd Sarajevo op te beuren was het begin. Zo waren de mensen even met wat anders bezig dan de oorlog. Het was spannend, maar het werkte. In de Favela’s in Rio zette Merlijn een jeugdorkest op. Zo kwam hij ook op een school in een Syrisch vluchtelingenkamp terecht. Even was er een dip: al die ellende en dan een beetje muziek komen maken. Maar iedereen was enthousiast en buiten stonden 100 kinderen spontaan met glanzende ogen mee te luisteren. Konden zij ook even ‘ruimte’ ervaren. Met muziek contact maken waar dat met woorden niet lukt.
Idealisme is op dit moment niet populair, om over engagement in de kunst maar niet te spreken. De tijd dat Kazimir Malevitch, El Lissitzky en andere constructivisten deel uitmaakt van de revolutie ligt zo ongeveer een eeuw achter ons. Tegenover die idealencrisis zet Merlijn de kunstenaarsmindset: bezie de wereld als een kunstenaar. Ga op zoek naar schoonheid en laat materialisme voor wat het is. Zo kan muziek bijdragen aan minder materialisme en meer duurzaamheid. De Coronamaatregelen dwingen ons nu toch al te vertragen, aldus Merlijn. Laat dit een tijd van ommekeer zijn, dan levert die periode nog wat goeds op.
Componist, dirigent en cultureel ondernemer Merlijn Twaalfhoven (1976) zet zich al zijn hele leven in voor de vermaatschappelijking van muziek. Hij wil met kunst letterlijk grenzen doorbreken en kreeg al ’s een UNESCO-prijs voor zijn bijdrage aan de culturele dialoog tussen de Arabische en westerse wereld. Dat Merlijn zo consequent leeft naar wat hij predikt, maakt hem extra geloofwaardig.
Veel auteurs stellen vragen over hoe het nu verder moet met de kunst. Merlijn geeft antwoorden. Een boek dat je denken over muziek en over kunst in het algemeen verandert - daar past een balk vol sterren.
Als je het publiek actief betrekt, doe je het in de ogen van Merlijn goed. Bij zijn concerten en voorstellingen gaat het er dan ook er bepaald niet saai aan toe. Uitvoeringen kunnen per keer en per plek verschillen. Komt er een bus langs, dan hoort het geluid daarvan er ook bij. ‘Iets dat anders gaat dan gepland kan prachtig zijn.’ Soms blinddoekt hij luisteraars: even weg uit de oppervlakkige en materialistische wereld van alledag en dichter bij de dingen waar het echt om gaat. ‘Zo leren mensen niet afgeleid te zijn en ervaren ze de kracht van muziek beter.’
Twaalfhoven wilde zich al jong niet neerleggen bij de klassieke westerse opvattingen over muziek. Het streven naar perfectie en het uitsluiten van toeval, daar sla je de kunst mee dood, vond hij. Moedig, maar zo word je nooit een goede violist in een orkest, zeiden ze op het conservatorium. Dan maar geen violist. Ook op de componistenopleiding die hij daarna volgde koos Merlijn zijn eigen weg. Het gaat hem om de ontmoeting en de beleving. Ervaringen met alle zintuigen staan centraal; perfectie is minder belangrijk. ‘Met dat niet-georganiseerd zijn creëer je ruimte voor de luisteraar.’
En dat vredebrengen? Dat hangt samen met het ruimte geven. Een tour die hij op z’n 20e had georganiseerd om mensen in een halfvernietigd Sarajevo op te beuren was het begin. Zo waren de mensen even met wat anders bezig dan de oorlog. Het was spannend, maar het werkte. In de Favela’s in Rio zette Merlijn een jeugdorkest op. Zo kwam hij ook op een school in een Syrisch vluchtelingenkamp terecht. Even was er een dip: al die ellende en dan een beetje muziek komen maken. Maar iedereen was enthousiast en buiten stonden 100 kinderen spontaan met glanzende ogen mee te luisteren. Konden zij ook even ‘ruimte’ ervaren. Met muziek contact maken waar dat met woorden niet lukt.
Idealisme is op dit moment niet populair, om over engagement in de kunst maar niet te spreken. De tijd dat Kazimir Malevitch, El Lissitzky en andere constructivisten deel uitmaakt van de revolutie ligt zo ongeveer een eeuw achter ons. Tegenover die idealencrisis zet Merlijn de kunstenaarsmindset: bezie de wereld als een kunstenaar. Ga op zoek naar schoonheid en laat materialisme voor wat het is. Zo kan muziek bijdragen aan minder materialisme en meer duurzaamheid. De Coronamaatregelen dwingen ons nu toch al te vertragen, aldus Merlijn. Laat dit een tijd van ommekeer zijn, dan levert die periode nog wat goeds op.
Componist, dirigent en cultureel ondernemer Merlijn Twaalfhoven (1976) zet zich al zijn hele leven in voor de vermaatschappelijking van muziek. Hij wil met kunst letterlijk grenzen doorbreken en kreeg al ’s een UNESCO-prijs voor zijn bijdrage aan de culturele dialoog tussen de Arabische en westerse wereld. Dat Merlijn zo consequent leeft naar wat hij predikt, maakt hem extra geloofwaardig.
Veel auteurs stellen vragen over hoe het nu verder moet met de kunst. Merlijn geeft antwoorden. Een boek dat je denken over muziek en over kunst in het algemeen verandert - daar past een balk vol sterren.
1
Reageer op deze recensie