Diepzinnige verhalen over transformaties
Schrijvers – Jeroen van Kan zag ze als presentator van VPRO Boeken bij tientallen aan zich voorbij trekken en in het verhaal ‘Kwispelen met de ketting’ uit zijn verhalenbundel Hoe Matt een dode vis werd kom je ze in alle soorten en maten tegen. Zo is Calix de proto-eenzelvige studeerkamerschrijver: hij ontleent de inspiratie voor zijn weinig gelezen werk aan het uithoren van zijn echtgenote. Die staat weer model voor de commercieel succesvol tekstschrijver: ze verdient bakken geld aan haar soapoperascenario’s. De boel escaleert als de door Calix actief gehate bestsellerauteur Michel Saquelle – matige kritieken, reusachtige verkoopcijfers – zelfmoord pleegt. Wie is Calix nog als hij zich niet meer die andere levens kan toe-eigenen?
Je zou bijna gaan denken dat we hier met een sleutelnovelle (bijna 80 pagina’s) over het schrijversmilieu te maken hebben. Al was het maar omdat we op de eerste bladzijde van het verhaal al over Calix lezen hoe ‘de Arthur Japin in hem wakker werd’. Je kan het verhaal ook duiden als commentaar op de gefictionaliseerde eigen-ervaringliteratuur, waar Van Kan geen fan van is. En dan zijn er nog de vormvondsten. Calix’ relaas is in zijn eigen vermoeiend-mystificerende stijl geschreven, met zogenaamd gefingeerde hoofdpersonen. ‘Schrijven is de enig maatschappelijk toegestane manier van liegen’, laat Calix zijn alter ego Michailis ergens zeggen. Wat is er dan nog wel of niet waar? Zo daagt Van Kan de lezer uit zijn eigen verhaal te maken.
In ‘Het delicate monster’ verliest een man na een medische ingreep zijn identiteit wanneer hij als een moderne John Merrick (The elephant man) in een curiosum transformeert. En dan is er nog Matt Scaramelli uit het titelverhaal (met 100 pagina’s bijna een boek op zich), die zijn brood verdient door zich te veranderen in mensen, dingen, dieren... alles, behalve een vis. Al vroeg in het verhaal leest Matts vader een wreed sprookje voor over een metamorfoserende prins met wie het slecht afloopt in de stijl van de Napolitaanse auteur Giambattista Basile (‘daar ben ik liefhebber van’). Dan wordt Matt op een kwade dag door zijn publiek onder druk gezet toch een vis te worden. Dat de gevolgen rampzalig zijn, konden we aan de titel al aflezen. Een verholen afrekening van een presentator die steeds meer werd gedwongen zich anders voor te doen dan hij was?
Verhalen met diepgang dus, maar dat was te verwachten van iemand die redacteur was van literaire tijdschriften als Tirade en zich inzette voor het enige programma op tv waarbij schrijvers zomaar een kwartier lang over hun boek mochten praten. En dat leven-en-dood-thema komt ook ergens vandaan: na de zelfmoord van een vriend op z’n twintigste was Van Kan al jong bezig met de grote levensvragen. Toen Wim Brands, zijn voorganger bij VPRO Boeken, zich het leven benam, kwam dat weer boven, aldus de auteur. Dat zou ook verhalen als ‘De doodroker’ kunnen verklaren, waarin ene Alfred Tibbat bezig is er een eind aan te maken door zijn lichaam met nicotine te vergiftigen – de vraag waarom blijkt moeilijk te beantwoorden.
Een apart boek, in de beste traditie van de eveneens behoorlijk aparte uitgever Querido. Eerder publiceerde Van Kan de beschouwende poëziebundel De wereld onleesbaar en nu laat hij zien wat hij op prozagebied eh… kan. Wie er de tijd voor neemt wordt beloond met goed doordachte verhalen die tot nadenken stemmen.
Reageer op deze recensie