Iets te fer doorgefoerd idealisties ideetjuh
In dit boekje van George Saunders (1958) (bekend van Lincoln in de bardo) komt een vos aan het woord die een eigenaardig vossentaaltje hanteert. “Sorrie as ik woorde furkeert spel.” Het is een bezorgde vos, deze nummer 8. Want sinds een jaar of twintig zijn ze er weer, vossen in weidegebieden, maar dat is niet zo goed voor de weidevogelstand en dus wordt er weer op de rossige kippendieven gejaagd. En dan plempen mensen ook een winkelcentrum neer in het leefgebied. Daar moet wat aan gedaan worden. Eerst krijgt vos 8 zijn roedel niet mee, maar als er doden vallen… Vossen hebben ook rechten is de boodschap.
“As jullie wille dat je Furhaale goet afloope, prebeer dan een beetje aardugger te sein.”
Het boekje is bedoeld om voor te lezen aan de kleintjes, en voor oudere kinderen om zelf te lezen als een instagramversie van het meeslepende Waterschapsheuvel van Richard Adams uit 1972 (konijn aan de zwerf omdat zijn hol is verwoest). Saunders scoorde met Lincoln in de bardo (Amerikaanse president waakt bij zijn overleden zoontje en komt halfslapend in soort vagevuur allemaal vreemde types tegen). Merkwaardig boek, aldus dagblad Trouw. Het soort boeken dat de Man Booker Prize wint (wat het inderdaad deed). Als lezer vraag je je af of die gekunsteldheid niet nep is, vergelijkbaar met de werken van Damien Hirst (1965), wiens halfvergane haai in smoezelig aquarium voor een miljoen van de hand ging.
De vertalers, het in het Amsterdamse boekenwereldje bekende duo Henkes & Bindervoet hebben een voorliefde voor dit soort uitheems werk. Eerder publiceerden ze een geslaagde versie van het onvertaalbaar geachte oeuvre van James Joyce (1882-1941), maar ook Dat boek met die k..titel over scheldwoorden. In kringen, waar de liefde voor het uitzonderlijk-intellectuele groot is, doet zoiets het natuurlijk goed. En er zijn meer van dit soort werken, ook in de Nederlandse taal. Zoals Polletje Piekhaar en Lord Zeepsop, over de avonturen van een Rotterdams straatjongetje van de bewonderenswaardige Willem van Iependaal (1891-1970), pseudoniem van Willem van der Kulk.
Blijft de vraag Wat Wij Moeten Vinden Van Deze Fonetische Spelling. Sommige lezers zullen het vermoeiend vinden die tientallen bladzijden lang te ontcijferen. Opvoedwijsneuzen en kinderpsychologen roepen dat je juist geen kindertaal (‘mamaatje geeft ons geen mandarijnie want anders maken wij een knoeiboel, en in opruimpjes heeeft mamaatje totaal geen zinnetjes’) moet spreken tegen je kindje. Bij de een went het snel, zo’n dialect, bij de ander niet. Toch iets te ver doorgevoerd, dit idee?
Reageer op deze recensie