Dankbaar voor nihile kennis Nederlander
We mogen de kennis van de gemiddelde Nederlander over dieren in onze eigen natuur dankbaar zijn. Heel dankbaar, want zonder die gebrekkige kennis (nihil zelfs, zoals Janssen in zijn voorwoord schrijft) zou dit prachtige boek er niet zijn. In de ban van het beest is een serie dierenportretten geworden waar we onze kennis flink mee kunnen oppoetsen.
De grote vragen waarmee schrijver en journalist Casper Janssen zich bezighield voordat hij dit boek schreef, waren vragen als hoe 'hou je de spanning in een verhaal vast?' 'Hoe krijg je een matig geïnteresseerde lezer aan een verhaal over de grote modderkruiper, de rosse metselbij of de tapuit?' Sorry? Grote modderkruiper? Rosse metselbij? Tapuit? Precies! Die gefronste wenkbrauwen zijn goed. De opzet van het boek is al geslaagd: je wilt meer weten. Janssen koos uiteindelijk voor de vorm van interviews, want 'via de persoonlijke fascinatie van echte kenners komt de lezer terecht in de wereld van…' nou ja, de grote modderkruiper dus, de rosse metselbij en de tapuit. En dus interviewde Jassen twee jaar lang zestig verschillende onderzoekers over 'hun' dier of, in een paar gevallen, dieren. Dieren die we (bijna) allemaal kennen, maar waar we weinig van weten. Over het verdriet van de grauwe gans, de intelligentie van de raaf, de subtiliteit van de ree en het raffinement van het pimpernelblauwtje. En… (en dat is een bonus) kom je van alles te weten over de werkwijze, passie en toewijding van de onderzoekers.
Het boek is prachtig en simpel in opzet. Aan ieder dier, al dan niet bekend, wordt een hoofdstuk van vier, hooguit vijf pagina’s gewijd. De informatieve tekst is in full quote uitgeschreven. Dat betekent dat alle informatie uit de mond van de betreffende onderzoeker wordt opgetekend. Daardoor zijn de verhalen in de ik-vorm geschreven. Achter ieder hoofdstukje staat een alinea over de geïnterviewde onderzoeker, hoogleraar, bioloog, gepensioneerd scheikundeleraar, dierecoloog, visonderzoeker en al die andere enthousiaste dierenliefhebbers en vertellers. Bijzonder geslaagd zijn de prachtige foto’s van de dieren. De foto’s zijn clean en helder. Alleen het dier is zichtbaar, want daar draait het per slot van rekening om. Een van de fotofavorieten is die van de zilvermeeuw, maar eerlijk is dat nauwelijks, want de beelden zijn stuk voor stuk bijzonder. De teksten zijn informatief, leuk om te lezen, interessant en verre van langdradig. Iedere dag een verhaaltje en twee maanden later kun je wedijveren met dierenencyclopedieën.
Kortom, een prachtig boek voor iedereen die meer van de natuur van eigen bodem wil weten zonder dat je moeilijke teksten door moet worstelen om tot de kern van het dier te komen. Want dat heeft Casper Janssen al voor je gedaan.
N.B. Voor een ieder die er graag meer wil weten van de grote modderkruiper staat alles over deze vis te lezen op pagina 33. Wie zijn rosse metselbij-nieuwsgierigheid (een solitaire bij) nauwelijks in toom kan houden, bladert direct door naar 62 en de tapuit (een vogelsoort) is op bladzijde 229 te vinden.
Reageer op deze recensie