Lezersrecensie
"Mektoub" – het staat geschreven – Arabisch woord voor lot / voorbestemming
Nadat ik toch met enig plezier de literaire feelgood debuutroman Al het blauw van de hemel (2019-2020) van Mélissa da Costa had gelezen, ben ik eigenlijk meteen daarna De Alchemist (1988) van Paulo Coelho gaan herlezen. Da Costa verwees, citeerde en herhaalde veelvuldig beroemde en minder bekende citaten van deze in de jaren 80 wereldwijd beroemd geworden en alom geprezen Braziliaanse schrijver. Coelho schreef een meesterwerk, een bestseller (in meer dan 48 landen vertaald) voor iedereen toegankelijk door het eenvoudige taalgebruik in de vorm van een sprookje, een fabel misschien, over een herdersjongen Santiago (!) die voorbestemd was om priester te worden en uiteindelijk het benauwende leven op het seminarie inruilde voor het vrije leven met een kudde schapen in Andalusië en zulks met instemming van zijn toen al progressieve vader. Meer zien van de wereld, meer ontmoetingen zouden hem wijzer moeten maken, zo dacht hij en hij voelde en droomde zelfs tweemaal dat hij op zoek moest gaan naar een verborgen schat in Egypte, aan de voet van de Pyramides.
In 1996 las ik zelf L’Alchimiste in een J’ai Lu – editie, maar, eerlijk gezegd, was ik er toch veel van vergeten. Bijvoorbeeld die twee toverstenen: Ourim en Toumim die Santiago van de koning van Salem – Melchisédec krijgt om te raadplegen ingeval hij de “tekenen” van het universum die hij tegenkomt op zijn reis niet kan duiden. De zwarte steen is “Ja” en de witte steen is “Nee”.
Uiteraard wilde ik nu door herlezing de overeenkomsten ontdekken tussen beide boeken en vooral waarom de jonge schrijfster Da Costa (1990) toch zo gecharmeerd was geworden door de spiritualiteit van Coelho (1947).
Ontegenzeggelijk bracht De Alchemist weer enige magie met zich mee, vergelijkbaar met De Vertellingen van Duizend-en-een-nacht uit het Midden-Oosten, verteld door de Perzische prinses Sjeherazade. In de 18e eeuw pas doorgedrongen tot de westerse wereld als sprookjes. De herkomst van deze oude verhalen is voor historici moeilijk te achterhalen. Maar wie kent niet Aladin en de wonderlamp, Ali Baba en zijn veertig rovers, Sinbad de zeeman, sprookjes die overigens ook pas in de 18e eeuw werden toegevoegd.
Santiago verkoopt zijn kudde, neemt de boot naar Egypte en gaat op weg naar de Pyramides. Aangekomen in Tanger raakt hij bijna meteen zijn kapitaal kwijt door zijn naïeve te groot vertrouwen. Maar heeft hij zijn eerste interessante ontmoetingen en krijgt hij de eerste wijze lessen over de “Légende Personnelle”, zijn persoonlijke zoektocht die hij moet maken door naar zijn hart te luisteren, zijn droom te verwezenlijken. Hij ontmoet een waarzegster, de oude man die zegt de koning van Salem te zijn en de handelaar in kristal. Door zijn creativiteit en verkoopinzichten, weet hij weer vrij snel een aardige som geld te vergaren om zijn reis voort te kunnen zetten. Tanger was zijn eerste leerschool. En route daarna, dagenlang, met de karavaan en gidsen door de woestijn naar de palmbomen en de oase van Fayoum. Zijn reisgezel is een Engelsman die op zoek is naar De Alchemist. Ze hebben goede gesprekken. De woestijn met de ontmoeting van de echte Alchemist is de tweede leerschool die van hem een wijs en volmaakt mens maakt. Ook heeft hij in Fayoum zijn echte liefde leren kennen.
De moed van de eenvoudige herder Santiago om koste wat kost zijn droom te verwezenlijken, zijn doorzettingsvermogen tot het echte bittere eind in Egypte, tot aan de Pyramides, maken van hem een groot te volgen voorbeeld. En om de wereld waarin we leven te (blijven) zien als positief is zeker een wijze les die we allen nodig hebben. De wijzen die hij ontmoet bieden hem niet de oplossing, maar zetten hem aan tot nadenken over de te volgen stappen, ook al zijn sommige beslissingen riskant.
Natuurlijk is het zo dat onze reis door het leven, de persoonlijke ontmoetingen/relaties met anderen die we hebben, de beslissingen die we nemen, maken van ons de mensen die we zijn geworden. Het gaat daarbij vooral ook om onze innerlijke reis. La Légende Intérieure. (Ik las de Franse versie…)
Een minpuntje in de filosofie van Coelho is dat hij alleen maar in dit boek de man ziet op deze persoonlijke weg die we te gaan hebben, en niet de vrouw…. Zij heeft een zeer secondaire rol. Ik ben niet feministisch, maar dat vond ik toch een irritatiepuntje.
Een pluspunt vond ik de beschrijvingen van de verschillende landschappen, godsdiensten, mentaliteit en gebruiken in de bezochte landen. Vooral de lange tocht door de woestijn en de gezamenlijke reis met de Alchemist te paard was een hoogtepunt.
Terug naar mijn uitgangspunt: de vergelijking met de debuutroman van Mélissa da Costa.
• De laatste reis van hoofdpersoon Emile maakt hem, maar ook zijn reisgezel Joanne, tot een ander, completer mens, zoals we zien bij deze eenvoudige herdersjongen. (Zie 5e citaat hieronder)
• De risicovolle beslissingen die ze maken op cruciale kruispunten in hun leven en die door hun sterke wil alleen maar goed kunnen uitpakken. (Zie 2e citaat)
• De interessante ontmoetingen met diverse personen van allerlei pluimage, allemaal met hun eigenheid van daden en denkbeelden. Da Costa voert ook wijze vrouwen op….
• De natuurbeschrijvingen.
• De eenvoudige, voor iedereen toegankelijke taal, de vele herhalingen en zeker ook de vele citaten… die ertoe doen. Zelfs Coelho herhaalt zichzelf voortdurend. Het had wat minder gekund. “Less is more!”.
• De persoonlijke reis en het lot
• Het filosofisch sprookje.
Ik moet Mélissa da Costa toch zelf vragen waarom zij zo gecharmeerd was, juist van dit sprookje...
Enkele citaten:
“Er is maar één ding dat een droom onmogelijk kan maken: de angst om te falen.”
“Als je iets wilt, spant het hele universum samen om je te helpen je droom te verwezenlijken.”
“Misschien heeft God de woestijn geschapen zodat de mens zich kan verheugen bij het zien van palmbomen.”
“De angst voor het lijden is erger dan het lijden zelf.”
“Een zoektocht begint altijd met het geluk van de beginner. En eindigt altijd met de beproeving/uitdaging van de overwinnaar.”
“Het leven is gul voor degene die zijn Persoonlijke Legende leeft.” - zie laatste blz.
Drie sterren.
Juli 2024
In 1996 las ik zelf L’Alchimiste in een J’ai Lu – editie, maar, eerlijk gezegd, was ik er toch veel van vergeten. Bijvoorbeeld die twee toverstenen: Ourim en Toumim die Santiago van de koning van Salem – Melchisédec krijgt om te raadplegen ingeval hij de “tekenen” van het universum die hij tegenkomt op zijn reis niet kan duiden. De zwarte steen is “Ja” en de witte steen is “Nee”.
Uiteraard wilde ik nu door herlezing de overeenkomsten ontdekken tussen beide boeken en vooral waarom de jonge schrijfster Da Costa (1990) toch zo gecharmeerd was geworden door de spiritualiteit van Coelho (1947).
Ontegenzeggelijk bracht De Alchemist weer enige magie met zich mee, vergelijkbaar met De Vertellingen van Duizend-en-een-nacht uit het Midden-Oosten, verteld door de Perzische prinses Sjeherazade. In de 18e eeuw pas doorgedrongen tot de westerse wereld als sprookjes. De herkomst van deze oude verhalen is voor historici moeilijk te achterhalen. Maar wie kent niet Aladin en de wonderlamp, Ali Baba en zijn veertig rovers, Sinbad de zeeman, sprookjes die overigens ook pas in de 18e eeuw werden toegevoegd.
Santiago verkoopt zijn kudde, neemt de boot naar Egypte en gaat op weg naar de Pyramides. Aangekomen in Tanger raakt hij bijna meteen zijn kapitaal kwijt door zijn naïeve te groot vertrouwen. Maar heeft hij zijn eerste interessante ontmoetingen en krijgt hij de eerste wijze lessen over de “Légende Personnelle”, zijn persoonlijke zoektocht die hij moet maken door naar zijn hart te luisteren, zijn droom te verwezenlijken. Hij ontmoet een waarzegster, de oude man die zegt de koning van Salem te zijn en de handelaar in kristal. Door zijn creativiteit en verkoopinzichten, weet hij weer vrij snel een aardige som geld te vergaren om zijn reis voort te kunnen zetten. Tanger was zijn eerste leerschool. En route daarna, dagenlang, met de karavaan en gidsen door de woestijn naar de palmbomen en de oase van Fayoum. Zijn reisgezel is een Engelsman die op zoek is naar De Alchemist. Ze hebben goede gesprekken. De woestijn met de ontmoeting van de echte Alchemist is de tweede leerschool die van hem een wijs en volmaakt mens maakt. Ook heeft hij in Fayoum zijn echte liefde leren kennen.
De moed van de eenvoudige herder Santiago om koste wat kost zijn droom te verwezenlijken, zijn doorzettingsvermogen tot het echte bittere eind in Egypte, tot aan de Pyramides, maken van hem een groot te volgen voorbeeld. En om de wereld waarin we leven te (blijven) zien als positief is zeker een wijze les die we allen nodig hebben. De wijzen die hij ontmoet bieden hem niet de oplossing, maar zetten hem aan tot nadenken over de te volgen stappen, ook al zijn sommige beslissingen riskant.
Natuurlijk is het zo dat onze reis door het leven, de persoonlijke ontmoetingen/relaties met anderen die we hebben, de beslissingen die we nemen, maken van ons de mensen die we zijn geworden. Het gaat daarbij vooral ook om onze innerlijke reis. La Légende Intérieure. (Ik las de Franse versie…)
Een minpuntje in de filosofie van Coelho is dat hij alleen maar in dit boek de man ziet op deze persoonlijke weg die we te gaan hebben, en niet de vrouw…. Zij heeft een zeer secondaire rol. Ik ben niet feministisch, maar dat vond ik toch een irritatiepuntje.
Een pluspunt vond ik de beschrijvingen van de verschillende landschappen, godsdiensten, mentaliteit en gebruiken in de bezochte landen. Vooral de lange tocht door de woestijn en de gezamenlijke reis met de Alchemist te paard was een hoogtepunt.
Terug naar mijn uitgangspunt: de vergelijking met de debuutroman van Mélissa da Costa.
• De laatste reis van hoofdpersoon Emile maakt hem, maar ook zijn reisgezel Joanne, tot een ander, completer mens, zoals we zien bij deze eenvoudige herdersjongen. (Zie 5e citaat hieronder)
• De risicovolle beslissingen die ze maken op cruciale kruispunten in hun leven en die door hun sterke wil alleen maar goed kunnen uitpakken. (Zie 2e citaat)
• De interessante ontmoetingen met diverse personen van allerlei pluimage, allemaal met hun eigenheid van daden en denkbeelden. Da Costa voert ook wijze vrouwen op….
• De natuurbeschrijvingen.
• De eenvoudige, voor iedereen toegankelijke taal, de vele herhalingen en zeker ook de vele citaten… die ertoe doen. Zelfs Coelho herhaalt zichzelf voortdurend. Het had wat minder gekund. “Less is more!”.
• De persoonlijke reis en het lot
• Het filosofisch sprookje.
Ik moet Mélissa da Costa toch zelf vragen waarom zij zo gecharmeerd was, juist van dit sprookje...
Enkele citaten:
“Er is maar één ding dat een droom onmogelijk kan maken: de angst om te falen.”
“Als je iets wilt, spant het hele universum samen om je te helpen je droom te verwezenlijken.”
“Misschien heeft God de woestijn geschapen zodat de mens zich kan verheugen bij het zien van palmbomen.”
“De angst voor het lijden is erger dan het lijden zelf.”
“Een zoektocht begint altijd met het geluk van de beginner. En eindigt altijd met de beproeving/uitdaging van de overwinnaar.”
“Het leven is gul voor degene die zijn Persoonlijke Legende leeft.” - zie laatste blz.
Drie sterren.
Juli 2024
2
3
Reageer op deze recensie