Lezersrecensie
Kwelling, wroeging en spijt in de herinnering
Deze keer kon ik me goed vinden in de tekst op de achterflap. Deze hoef ik dus hier niet te herhalen.
De pers o.a. The Irish Times schreef `“Vriendschap en verraad, hoop en schuld, en de kwelling van het herinneren zijn Jancars thema’s”. Voor dit boek voeg ik daar nog aan toe: verliefdheid – trouw - moederliefde – jaloezie – haat – verraad – schuldgevoelens en verwijten – geheimen - hoop en niet te vergeten Wereldoorlog-II in het grensgebied van Slovenië, met Duitsers (de bandieten) en Partizanen (het zogenaamde bevrijdingsleger) en de onvermijdelijke verklikkers en spionnen.
Kortom een schrijnend, heel pijnlijk verhaal met weinig geluksmomenten, maar ze waren er zeker wel.
VERONIKA ZARNIK is volkomen anders dan alle andere vrouwen. Ze is een intelligente, vrijgevochten, zelfstandige, verleidelijke, excentrieke, jonge vrouw die alom bewondering oogst door haar chic, elegantie en charme, haar buitenissigheid, haar ongrijpbaarheid, haar “overal het lak aan hebben” alsof de oorlog om haar heen niet bestaat. Haar grote liefde voor cultuur, muziek en vooral voor dieren, in het bijzonder voor paarden maken dat zij brutaler en onvoorzichtiger wordt: het begin van de tragedie.
In deze onconventionele manier van leven wordt zij gesteund door haar gefortuneerde man LEO ZARNIK. Zij bewonen een prachtig landhuis, een oud, statig bouwwerk met een park en een grote vijver met een eigen jachtgebied en paardenstallen. Het huis heet Podgorska, net als de hele omgeving, want die hoorde bij het landgoed, met bossen, weilanden en stallen, in de bergen in de buurt van Ljubljana, Slovenië. In hun landhuis vertoeven vaak vele gasten van diverse pluimage. Dichters, musici, een Duitse legerarts, enz.
Maar op een verschrikkelijk koude januarinacht in 1944 verdwijnt het echtpaar onder mysterieuze omstandigheden. Niemand weet waarheen. Iedereen in hun omgeving blijft vertwijfeld achter en allen hebben, ondanks beter weten in, nog stille hoop hen ooit terug te zullen zien. Maar zij (Veronika) verschijnt alleen nog in hun dromen en nachtmerries.
Vijf mensen die Leo en Veronika goed gekend hebben en een speciale band met hen hadden, vertellen ieder hun eigen verhaal over de periode vóór, tijdens en na die tragische winternacht. En groot compliment voor de schrijver: helemaal in hun eigen stijl! Zij vertellen na elkaar op indringende manier hun herinneringen en beleven a.h.w. het gebeuren nog een keer. De lezer zit er ook middenin. Deze herinneringen van jaren geleden blijken een soort van laatste troost voor de een te zijn en een grote kwelling, wroeging, spijt en schuldgevoel voor de ander. Misschien is het, achteraf gezien, ook wel een soort onhandige liefdesverklaring of een verklaring van onvoorwaardelijke trouw.
De lezer komt door elk verhaal steeds iets meer te weten, want uiteraard is er overlap en herhaling. Ten slotte is het hele waargebeurde verhaal bekend tot in de details. Zonder hier te spoliëren… Roel Schuyt, sublieme vertaler, onthult in zijn nawoord dat dit eigenzinnige en kosmopolitische echtpaar echt heeft bestaan en dat het bankier en industrieel Rado Hribar (1901-1944) en zijn vrouw Ksenja Hribar-Gorjup (1905-1944) waren. Hun stoffelijke resten zijn gevonden in 2009 in de bergen in de nabijheid van hun slot en jaren later in 2015 na forensisch onderzoek geïdentificeerd.
We lezen deze herinneringen nà de oorlog. Ook in de herinneringen zijn er diverse tijdsprongen, niet altijd even duidelijk aangegeven.
In hoofdstuk 1 zijn we 7 jaar later en vertelt Stevo Radovanovic, een moedige krijgsman, officier van de cavalerie in het Servische leger over zijn periode met Veronika. Op verzoek van haar man Leo gaf hij haar paardrijles… en hij viel als een blok voor haar. Het is een tijdje wederzijds. Veronika volgt hem…Maar dan…
Blz. 7 – Eerste zin: “Die nacht zag ik haar, ze stond bijna levensecht voor me.”
Blz. 76 – Maar die nacht kwam ze naar me toe, die nacht zag ik haar, ze was helemaal alleen, Veronika.” (…) De wereld staat op z’n kop en is gebarsten, net als de spiegel waarin ik de stukken van mijn gezicht kan zien, als de brokstukken van mijn verscheurde leven.” Mooiste zin uit het boek!
In hoofdstuk 2 is haar moeder Josipina aan het woord. Verdreven uit het slot, woont ze nu onder erbarmelijke omstandigheden in een buitenwijk van L.. Ze is steeds meer dementerende, praat met haar overleden man Peter, bladert de hele dag in fotoalbums en zit voor het raam op de uitkijk om Veronika te zien aankomen. Dan ziet ze ineens een oude bekende voor haar raam stilstaan… Ze hebben oogcontact. Even heeft ze weer wat heldere momenten. Ze weet zijn naam nog. Misschien wist hij wel waar Veronika was... Ze denkt veel aan de tijd toen ze nog jong was in Istrië en zingt dan steeds hetzelfde liedje “La Bionda”. Het is een warrig verhaal, ze is duidelijk de weg steeds meer aan het kwijt raken. Maar bij mijn tweede lezing zag ik toch nog meer feiten…
Blz. 80 – “En ik wacht nog steeds. Toen de nachtelijke bezoekers weg waren, ging ik bij het raam zitten, ik zat er de volgende dag weer, en ook alle dagen en nachten van de lange winter en het lange voorjaar die daarop volgden …”
In hoofdstuk 3 volgt het verhaal van een van de Duitse gasten, Horst Hubmayer, legerarts in de Wehrmacht. Hij kwam regelmatig cultuur snuiven op het landgoed. Op dit moment is hij gehavend en kreupel en al weer terug in plat gebombardeerd München en voelt de dood al in zich. Hij heeft Veronika altijd proberen te vergeten. Zij was aantrekkelijk maar onaanraakbaar, zegt hij. Heeft haar dood en die van Leo iets te maken met deze Horst?
Blz. 141 – “Deze nacht zie ik haar weer voor me. Ik voel haar aanwezigheid …”
In hoofdstuk 4 vertelt Jozi, de huishoudster die ook destijds op het slot voor de oude mevrouw zorgde, haar verhaal. Zij is een toonbeeld van onvoorwaardelijke trouw. Zij herkende tijdens de nachtelijke overval een van de ontvoerders en begrijpt er helemaal niets van. “Meneer en mevrouw waren altijd zo goed voor hen geweest”. De schrijfstijl vond ik in dit hoofdstuk wat misleidend. Ik kreeg de indruk dat Jozi veel ouder was, maar ze ging pas nà de oorlog trouwen. Een minpuntje.
Blz. 168 – “De oude dame zag kans om overeind te komen. Ik was bang dat ze naar het raam toe wilde gaan, maar ze spreidde haar armen en begon te zingen. Het was het liedje over dat meisje dat geen blonde haren had”.
En dan het laatste hoofdstuk met Ivan Jeranek, nog jong, woont nog bij zijn vader op de boerderij. Hij is af en toe klusjesman, tuinman en paardenverzorger op het landgoed. Wat is zijn aandeel in dit verhaal? Ook verliefd op Veronika? Leidt hij een dubbelleven, zoals zoveel anderen? Zat hij in het Partizanenleger in de bossen, waarmee Leo goede banden onderhield?
Ivan zegt alles opgeschreven te hebben. Op de dag van de begrafenis van zijn beste vriend Janko komt die verschrikkelijke januarinacht weer in volle hevigheid bij hem naar boven. Het zijn buitengewoon pijnlijke herinneringen. Zal zijn zoon hem ooit geloven, vraagt hij zich af? Hij moet de boeken maar lezen!
Blz. 181 – “Ze was mooi en ver weg en onaanraakbaar”.
Zoals gezegd, hebben ze alle vijf een stukje van het mysterie ingevuld. Elk verhaal voerde de spanning, angst en soms schaamte steeds verder op. Uiteindelijk blijf je als lezer verbijsterd achter.
Kortom een prachtige roman die niet alleen over het echtpaar Zarnik verhaalt, maar ook nauwkeurig het leven in oorlogstijd beschrijft. Wat er wel en niet geoorloofd was. Hoe meedogenloos er met vaak onschuldige mensen werd omgegaan. Wie kon je nog vertrouwen?
Een boek dat een tweede lezing waard is. Vlot geschreven, maar o zo schrijnend….
VIER STERREN.
Juni 2024
De pers o.a. The Irish Times schreef `“Vriendschap en verraad, hoop en schuld, en de kwelling van het herinneren zijn Jancars thema’s”. Voor dit boek voeg ik daar nog aan toe: verliefdheid – trouw - moederliefde – jaloezie – haat – verraad – schuldgevoelens en verwijten – geheimen - hoop en niet te vergeten Wereldoorlog-II in het grensgebied van Slovenië, met Duitsers (de bandieten) en Partizanen (het zogenaamde bevrijdingsleger) en de onvermijdelijke verklikkers en spionnen.
Kortom een schrijnend, heel pijnlijk verhaal met weinig geluksmomenten, maar ze waren er zeker wel.
VERONIKA ZARNIK is volkomen anders dan alle andere vrouwen. Ze is een intelligente, vrijgevochten, zelfstandige, verleidelijke, excentrieke, jonge vrouw die alom bewondering oogst door haar chic, elegantie en charme, haar buitenissigheid, haar ongrijpbaarheid, haar “overal het lak aan hebben” alsof de oorlog om haar heen niet bestaat. Haar grote liefde voor cultuur, muziek en vooral voor dieren, in het bijzonder voor paarden maken dat zij brutaler en onvoorzichtiger wordt: het begin van de tragedie.
In deze onconventionele manier van leven wordt zij gesteund door haar gefortuneerde man LEO ZARNIK. Zij bewonen een prachtig landhuis, een oud, statig bouwwerk met een park en een grote vijver met een eigen jachtgebied en paardenstallen. Het huis heet Podgorska, net als de hele omgeving, want die hoorde bij het landgoed, met bossen, weilanden en stallen, in de bergen in de buurt van Ljubljana, Slovenië. In hun landhuis vertoeven vaak vele gasten van diverse pluimage. Dichters, musici, een Duitse legerarts, enz.
Maar op een verschrikkelijk koude januarinacht in 1944 verdwijnt het echtpaar onder mysterieuze omstandigheden. Niemand weet waarheen. Iedereen in hun omgeving blijft vertwijfeld achter en allen hebben, ondanks beter weten in, nog stille hoop hen ooit terug te zullen zien. Maar zij (Veronika) verschijnt alleen nog in hun dromen en nachtmerries.
Vijf mensen die Leo en Veronika goed gekend hebben en een speciale band met hen hadden, vertellen ieder hun eigen verhaal over de periode vóór, tijdens en na die tragische winternacht. En groot compliment voor de schrijver: helemaal in hun eigen stijl! Zij vertellen na elkaar op indringende manier hun herinneringen en beleven a.h.w. het gebeuren nog een keer. De lezer zit er ook middenin. Deze herinneringen van jaren geleden blijken een soort van laatste troost voor de een te zijn en een grote kwelling, wroeging, spijt en schuldgevoel voor de ander. Misschien is het, achteraf gezien, ook wel een soort onhandige liefdesverklaring of een verklaring van onvoorwaardelijke trouw.
De lezer komt door elk verhaal steeds iets meer te weten, want uiteraard is er overlap en herhaling. Ten slotte is het hele waargebeurde verhaal bekend tot in de details. Zonder hier te spoliëren… Roel Schuyt, sublieme vertaler, onthult in zijn nawoord dat dit eigenzinnige en kosmopolitische echtpaar echt heeft bestaan en dat het bankier en industrieel Rado Hribar (1901-1944) en zijn vrouw Ksenja Hribar-Gorjup (1905-1944) waren. Hun stoffelijke resten zijn gevonden in 2009 in de bergen in de nabijheid van hun slot en jaren later in 2015 na forensisch onderzoek geïdentificeerd.
We lezen deze herinneringen nà de oorlog. Ook in de herinneringen zijn er diverse tijdsprongen, niet altijd even duidelijk aangegeven.
In hoofdstuk 1 zijn we 7 jaar later en vertelt Stevo Radovanovic, een moedige krijgsman, officier van de cavalerie in het Servische leger over zijn periode met Veronika. Op verzoek van haar man Leo gaf hij haar paardrijles… en hij viel als een blok voor haar. Het is een tijdje wederzijds. Veronika volgt hem…Maar dan…
Blz. 7 – Eerste zin: “Die nacht zag ik haar, ze stond bijna levensecht voor me.”
Blz. 76 – Maar die nacht kwam ze naar me toe, die nacht zag ik haar, ze was helemaal alleen, Veronika.” (…) De wereld staat op z’n kop en is gebarsten, net als de spiegel waarin ik de stukken van mijn gezicht kan zien, als de brokstukken van mijn verscheurde leven.” Mooiste zin uit het boek!
In hoofdstuk 2 is haar moeder Josipina aan het woord. Verdreven uit het slot, woont ze nu onder erbarmelijke omstandigheden in een buitenwijk van L.. Ze is steeds meer dementerende, praat met haar overleden man Peter, bladert de hele dag in fotoalbums en zit voor het raam op de uitkijk om Veronika te zien aankomen. Dan ziet ze ineens een oude bekende voor haar raam stilstaan… Ze hebben oogcontact. Even heeft ze weer wat heldere momenten. Ze weet zijn naam nog. Misschien wist hij wel waar Veronika was... Ze denkt veel aan de tijd toen ze nog jong was in Istrië en zingt dan steeds hetzelfde liedje “La Bionda”. Het is een warrig verhaal, ze is duidelijk de weg steeds meer aan het kwijt raken. Maar bij mijn tweede lezing zag ik toch nog meer feiten…
Blz. 80 – “En ik wacht nog steeds. Toen de nachtelijke bezoekers weg waren, ging ik bij het raam zitten, ik zat er de volgende dag weer, en ook alle dagen en nachten van de lange winter en het lange voorjaar die daarop volgden …”
In hoofdstuk 3 volgt het verhaal van een van de Duitse gasten, Horst Hubmayer, legerarts in de Wehrmacht. Hij kwam regelmatig cultuur snuiven op het landgoed. Op dit moment is hij gehavend en kreupel en al weer terug in plat gebombardeerd München en voelt de dood al in zich. Hij heeft Veronika altijd proberen te vergeten. Zij was aantrekkelijk maar onaanraakbaar, zegt hij. Heeft haar dood en die van Leo iets te maken met deze Horst?
Blz. 141 – “Deze nacht zie ik haar weer voor me. Ik voel haar aanwezigheid …”
In hoofdstuk 4 vertelt Jozi, de huishoudster die ook destijds op het slot voor de oude mevrouw zorgde, haar verhaal. Zij is een toonbeeld van onvoorwaardelijke trouw. Zij herkende tijdens de nachtelijke overval een van de ontvoerders en begrijpt er helemaal niets van. “Meneer en mevrouw waren altijd zo goed voor hen geweest”. De schrijfstijl vond ik in dit hoofdstuk wat misleidend. Ik kreeg de indruk dat Jozi veel ouder was, maar ze ging pas nà de oorlog trouwen. Een minpuntje.
Blz. 168 – “De oude dame zag kans om overeind te komen. Ik was bang dat ze naar het raam toe wilde gaan, maar ze spreidde haar armen en begon te zingen. Het was het liedje over dat meisje dat geen blonde haren had”.
En dan het laatste hoofdstuk met Ivan Jeranek, nog jong, woont nog bij zijn vader op de boerderij. Hij is af en toe klusjesman, tuinman en paardenverzorger op het landgoed. Wat is zijn aandeel in dit verhaal? Ook verliefd op Veronika? Leidt hij een dubbelleven, zoals zoveel anderen? Zat hij in het Partizanenleger in de bossen, waarmee Leo goede banden onderhield?
Ivan zegt alles opgeschreven te hebben. Op de dag van de begrafenis van zijn beste vriend Janko komt die verschrikkelijke januarinacht weer in volle hevigheid bij hem naar boven. Het zijn buitengewoon pijnlijke herinneringen. Zal zijn zoon hem ooit geloven, vraagt hij zich af? Hij moet de boeken maar lezen!
Blz. 181 – “Ze was mooi en ver weg en onaanraakbaar”.
Zoals gezegd, hebben ze alle vijf een stukje van het mysterie ingevuld. Elk verhaal voerde de spanning, angst en soms schaamte steeds verder op. Uiteindelijk blijf je als lezer verbijsterd achter.
Kortom een prachtige roman die niet alleen over het echtpaar Zarnik verhaalt, maar ook nauwkeurig het leven in oorlogstijd beschrijft. Wat er wel en niet geoorloofd was. Hoe meedogenloos er met vaak onschuldige mensen werd omgegaan. Wie kon je nog vertrouwen?
Een boek dat een tweede lezing waard is. Vlot geschreven, maar o zo schrijnend….
VIER STERREN.
Juni 2024
1
Reageer op deze recensie