Lezersrecensie
Prachtig gelaagd
‘Xerox’ is de debuutroman van Fien Veldman (1990), maar dat wil niet zeggen dat ze geen ervaren schrijfster is, integendeel; ze ontving in 2021 voor het essay ‘Not really making it’ de Joost Zwagerman Essayprijs na eerder de Elise Mathilde Essayprijs te hebben gewonnen. Daarnaast schreef ze eveneens een winnend kort verhaal voor de wedstrijd die De Correspondent had uitgeschreven.
Het verhaal begint vrij luchtig en humoristisch, maar gaandeweg boort het ongemerkt diepere lagen aan, waardoor je opeens merkt dat het een prachtig gelaagde roman is. Door de personen in het boek geen naam te geven, maar met hun functie aan te duiden, zet de auteur de lezer aan denken: word je als mens gezien op je werkplek of ben je gewoon toevallig degene die een bepaalde functie invult en ben je inwisselbaar? En ook de aloude vraag ‘kun je van een dubbeltje een kwartje worden’ speelt hier in mee. Een vraag die in onze huidige samenleving steeds meer boven komt drijven door de toenemende inkomensongelijkheid en de daarmee gepaard gaande kansenongelijkheid. De hoofdpersoon vraagt zich af waar ze zou zijn als ze op een andere plek was opgegroeid, ze weet in ieder geval zeker dat het niet de plek zou zijn waar ze op dat moment is.
Een mooie tegenhanger is de vuilnisman die ons hoofdpersonage meerdere malen weer op de goede weg helpt en echt naar haar luistert. ‘De vuilnisman wilde altijd al vuilnisman worden, als klein jongetje al. Hij was gefascineerd door vuilnis, hij speelde vroeger niet met gewone autootjes, maar met vuilniswagentjes. Zijn vader vond het maar niks, die zag liever dat hij accountant werd, dat hij iets in de financiële wereld zou gaan doen, dat hij op die manier rijk zou worden, maar wat doe je met geld? Spullen kopen. En wat doe je uiteindelijk met die spullen? Ze weggooien. Dus.’
De hoofdpersoon van het boek, ze wordt niet bij haar naam genoemd en blijft daarmee bijna net zo anoniem als haar functie, werkt bij de klantenservice van een start-up, de laagste rang van het bedrijf en dat geldt eigenlijk ook voor haar printer waar ze door de tijd heen een band mee opbouwt.
‘De printer is de enige reden dat ik met plezier naar mijn kantoor kom. Ik ben de hele dag bezig met mijn machine, met hem schoonmaken, met hem aanmoedigen, met hem geruststellen, met hem verzorgen. Ik ben er voor hem, en hij voor mij. Ik voel meer voor hem dan voor wie dan ook, […].’
Als ze op een dag van haar printer gescheiden wordt, probeert ze op verschillende manieren op een hereniging aan te sturen, maar de omstandigheden lijken niet gunstig te zijn. Ondertussen kijkt ze terug op haar jeugd en de plek die voor de slechte start zorgde. Oorzaak en gevolg. En dan is er nog iets met een zoekgeraakt pakket, maar ja, daar kom je vanzelf achter als je het boek gaat lezen.
Een roman die heerlijk leest en de liefhebber genoeg stof tot nadenken geeft.
Het verhaal begint vrij luchtig en humoristisch, maar gaandeweg boort het ongemerkt diepere lagen aan, waardoor je opeens merkt dat het een prachtig gelaagde roman is. Door de personen in het boek geen naam te geven, maar met hun functie aan te duiden, zet de auteur de lezer aan denken: word je als mens gezien op je werkplek of ben je gewoon toevallig degene die een bepaalde functie invult en ben je inwisselbaar? En ook de aloude vraag ‘kun je van een dubbeltje een kwartje worden’ speelt hier in mee. Een vraag die in onze huidige samenleving steeds meer boven komt drijven door de toenemende inkomensongelijkheid en de daarmee gepaard gaande kansenongelijkheid. De hoofdpersoon vraagt zich af waar ze zou zijn als ze op een andere plek was opgegroeid, ze weet in ieder geval zeker dat het niet de plek zou zijn waar ze op dat moment is.
Een mooie tegenhanger is de vuilnisman die ons hoofdpersonage meerdere malen weer op de goede weg helpt en echt naar haar luistert. ‘De vuilnisman wilde altijd al vuilnisman worden, als klein jongetje al. Hij was gefascineerd door vuilnis, hij speelde vroeger niet met gewone autootjes, maar met vuilniswagentjes. Zijn vader vond het maar niks, die zag liever dat hij accountant werd, dat hij iets in de financiële wereld zou gaan doen, dat hij op die manier rijk zou worden, maar wat doe je met geld? Spullen kopen. En wat doe je uiteindelijk met die spullen? Ze weggooien. Dus.’
De hoofdpersoon van het boek, ze wordt niet bij haar naam genoemd en blijft daarmee bijna net zo anoniem als haar functie, werkt bij de klantenservice van een start-up, de laagste rang van het bedrijf en dat geldt eigenlijk ook voor haar printer waar ze door de tijd heen een band mee opbouwt.
‘De printer is de enige reden dat ik met plezier naar mijn kantoor kom. Ik ben de hele dag bezig met mijn machine, met hem schoonmaken, met hem aanmoedigen, met hem geruststellen, met hem verzorgen. Ik ben er voor hem, en hij voor mij. Ik voel meer voor hem dan voor wie dan ook, […].’
Als ze op een dag van haar printer gescheiden wordt, probeert ze op verschillende manieren op een hereniging aan te sturen, maar de omstandigheden lijken niet gunstig te zijn. Ondertussen kijkt ze terug op haar jeugd en de plek die voor de slechte start zorgde. Oorzaak en gevolg. En dan is er nog iets met een zoekgeraakt pakket, maar ja, daar kom je vanzelf achter als je het boek gaat lezen.
Een roman die heerlijk leest en de liefhebber genoeg stof tot nadenken geeft.
4
Reageer op deze recensie