Het kloppen van eiwit
Wilfried de Jong (1957) is in staat om, zelfs bij de niet-sportieveling, de wereld van de sport te laten leven. Met Salto heeft hij een bundel uitgebracht van sportcolumns die eerder werden gepubliceerd in NRC Handelsblad en nrc.next tussen 2014 en 2017.
Columns aangevuld met drie prachtige, korte verhalen die eerder in het voetbalblad Santos stonden; verhalen over voetballegendes die reeds gestorven zijn. Maar voor een dag haalt Wilfried de Jong ze terug op aarde in zijn verhalen. Het is niet alleen de sportwereld, maar het zijn ook de sporters zelf die (her)leven. De manier waarop De Jong dit weet te realiseren is even ontroerend als poëtisch schoon.
De Jongs stijl is eenvoudig, beeldend en te typeren als kort, maar krachtig. Direct op zijn ‘doel’ afgaan en geen ‘omhaal’ van woorden, dat is zijn manier van spreken, schrijven. De eenvoud in zijn columns en verhalen is af te leiden uit de woordkeuze: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Het zouden de woorden van de auteur zelf kunnen zijn. Hoewel de gekte af en toe ook bij De Jong toeslaat als zijn ‘cluppie’ Feyenoord in 2017 de eredivisie wint. Beeldend is zijn stijl, maar nooit moeilijk, zoals te lezen in de column ‘De Klassieker’:
"Feyenoord-Ajax is als het opkloppen van eiwit. Het roeren maakt enorme herrie, je gaat geloven in een almaar rijzende substantie. Zolang je blijft opkloppen is er niets aan de hand. Maar laat het eiwit een tijdje staan en zie: er ligt een onbestemd plasje op de bodem."
Kort maar krachtig schrijft hij de zinnen op. Soms staccato, dan weer vloeiend ‘schiet’ hij de woorden uit zijn typemachine. Ja, typemachine. Met een vleugje heimwee en weemoed denkt De Jong terug aan de sporttijd van de jaren zeventig. Hoe hij als jochie van vijftien de eerste woorden tikte over de Olympische Spelen van 1972, de tijd van grote sportieve prestaties, de tijd van geweld en terrorisme in München tijdens diezelfde Spelen.
Behalve de stijl van De Jong valt ook zijn humor op. Je leest veel columns met een glimlach op je gezicht. Om af en toe met een dikke grijns de volgende bladzijde om te slaan: "De fans vierden de vruchtbaarheid van de Sneijdertjes terwijl ze eigenlijk moesten rouwen om een potje zaaddodend voetbal", zo valt te lezen in de column over de voetbalwedstrijd Nederland – Turkije in het tijdperk van Guus Hiddink.
Wilfried de Jong levert ook, bij tijden, pittig commentaar op de wereld waarin geleefd wordt. Bekritiseert de samenleving waarin de burger staat. Aan de hand van sporttaferelen schetst hij een (soms) droevig beeld van de jaren waarin de lezer staat. En toch blijft het lichtvoetig, speels. Zo balanceert De Jong over de ‘brug’ van de jaren ’10 van de 21e eeuw. In de column ‘Wandelende bommen’ vertelt hij over het ‘theater van uw dromen’ (aanslag Parijs tijdens de wedstrijd Frankrijk- Duitsland). De Jong neemt het op voor turner Yuri van Gelder die weggestuurd werd op de Olympische Spelen in Rio. Van Gelder kreeg een storm van commentaar over zich heen, maar De Jong is superduidelijk:
"Ja, ik neem het op voor Yuri, wat er verder ook nog als een soort van sensationele nahup naar buiten komt over zijn nacht in Rio. (…) Ik heb een zwak voor iemand met een zwakte. Een zwak voor iemand die vlucht uit de zwaarte van zijn bestaan."
Reageer op deze recensie