Lezersrecensie
De laatste libelle
Kim Michelle Richardson is geboren en getogen in Kentucky en is daar geweldig trots op. Dat is de reden dat al haar boeken zich dan ook daar afspelen. Ze heeft inmiddels vijf historische romans geschreven waarvan De laatste libelle de eerste is die vertaald is in het Nederlands.
De omslag van het boek is een plaatje om te zien. De kleur blauw overheerst. Op de achtergrond zie je een vrouwfiguur en profil en op de voorgrond zie je een libelle. Verder zie je op de kaft de bossen en de bergen als donkere schaduw. Aan de zijkanten zie je gele herfstbladeren en ook de naam van de schrijfster is in dezelfde gele kleur op de kaft gedrukt. De titel is in het wit geschreven. Het straalt een mystieke sfeer uit.
Het verhaal speelt zich af in 1936 in de bossen van Kentucky. Daar diep weggestopt woont Cussy Carter, negentien jaar jong. Zij is de laatste overgebleven vrouw uit een geslacht van blauwe mensen. Haar vader werkt, of beter gezegd, beult zich af, in de mijnen. Cussy wil ook wat om handen hebben en wordt een paardenkoerier die in de bergen boeken aflevert bij de arme bewoners. Voor deze mensen die heel afgelegen wonen zijn tijdschriften en kranten een grote inspiratiebron. Het hielp hen even hun omstandigheden te vergeten. Zij ontmoet daar niet veel vriendelijkheid en liefde maar vooral discriminatie van de ergste soort. Mensen mogen haar niet aanraken en ook niet tegen haar praten. Sommige mensen maken wel een kort praatje met haar, maar soms moet zij op een bepaalde plaats een boek of tijdschrift neerleggen. De bewoners halen, wanneer zij weg is, het boek op.
Het is leuk om de bewoners van de bergen steeds beter te leren door de verhalen die je leest. Toch krijg ik steeds meer het gevoel dat Cussy voor veel mensen eerder een ding is dan een mens.
Bij de geboorte van Cussy vertelde de arts over haar:
“Een gezonde jongedame die onder bepaalde omstandigheden even blauw kleurt als de libellen die overal rond de kreekbedden van Kentucky te vinden zijn.”
Zo kwam Cussy aan haar bijnaam 'Libel', dat verklaart dan ook gelijk de titel.
Een blauwe huid is een aandoening die echt bestaat, namelijk methemoglobinemie. Er ontbreekt een bepaald enzym, wat leidt tot een verhoogd gehalte van themoglobine in het bloed. Het bloed wordt dan chocoladebruin van kleur. Je huid ziet dan blauw in plaats van wit.
Ik werd bijzonder geraakt door de discriminatie in het boek. Dit is wat haar baas vertelt tijdens een bijeenkomst van vrouwen, inclusief Cussy, die allemaal boekkoerier zijn:
“Als een blauwe al zoveel kennis kan opdoen uit onze boeken, stel je dan eens voor wat dit programma kan betekenen voor normale mensen.”
Waarschijnlijk ken je verhalen over de discriminatie van de slaven en de apartheidswetten, die gelden ook voor Cussy. Ondanks haar harde werk blijft Cussy eenzaam. Omdat ze de laatste blauwe vrouw is en niemand kent die net zo is, is het vrijwel onmogelijk om vriendschappen te sluiten. Het contact zou stiekem moeten.
Het dorp is een hechte gemeenschap, Cussy wordt geaccepteerd, maar alleen als ze zich aan de apartheidsregels houdt. Zo heftig.
Ik vind het knap dat Cussy ondanks haar verdriet en eenzaamheid toch altijd weer doorgaat. Ze werkt keihard en de tocht door de bergen met haar boeken en ezeltje is niet zonder gevaar. Ook al heeft ze moeite om zichzelf te accepteren en zoekt ze naar een oplossing om van haar blauwe kleur af te komen. De ontwikkeling van meisje naar vrouw is goed beschreven.
Een bijzonder ritueel dat beschreven wordt in het boek is de hofmakerskaars en kandelaar om potentiële huwelijkskandidaten te lokken. Ik had er nog nooit van gehoord en vond het erg bijzonder. Je mag zelf gaan lezen hoe dat werkt.
De schrijfstijl is in het begin niet meeslepend, maar eerder een beetje saai. Het kost wat moeite om in het verhaal te komen, maar dat wordt in de loop van het boek beter. Hoe verder je komt hoe mooier de zinnen worden:
“Ik jammerde –een droog gejammer, een rivierbedding die was opgedroogd door te veel hartzeer, te veel pijn en tegenspoed, totdat de dam barstte- totdat mijn snikken doordrong tot in de spelonken van mijn ziel en er rivieren van ondraaglijke pijn losbraken.”
De hoofdstukken zijn lang en worden in kortere stukken verdeeld. Een nieuw stuk begint met drie sterretjes. Onder het hoofdstuknummer zie je een libelle. Dat zorgde voor een goed verzorgde layout.
Het is een indrukwekkend boek dat nog lang blijft nazingen in mijn hoofd. In hoeverre kan ik leven met mijn gebreken en eigenaardigheden en hoe ga ik om met andere mensen? Heb ik mijn oordeel ook al niet snel klaar?
Ik geef het boek 4 sterren, vooral omdat dit boek veel indruk op me heeft gemaakt.
De omslag van het boek is een plaatje om te zien. De kleur blauw overheerst. Op de achtergrond zie je een vrouwfiguur en profil en op de voorgrond zie je een libelle. Verder zie je op de kaft de bossen en de bergen als donkere schaduw. Aan de zijkanten zie je gele herfstbladeren en ook de naam van de schrijfster is in dezelfde gele kleur op de kaft gedrukt. De titel is in het wit geschreven. Het straalt een mystieke sfeer uit.
Het verhaal speelt zich af in 1936 in de bossen van Kentucky. Daar diep weggestopt woont Cussy Carter, negentien jaar jong. Zij is de laatste overgebleven vrouw uit een geslacht van blauwe mensen. Haar vader werkt, of beter gezegd, beult zich af, in de mijnen. Cussy wil ook wat om handen hebben en wordt een paardenkoerier die in de bergen boeken aflevert bij de arme bewoners. Voor deze mensen die heel afgelegen wonen zijn tijdschriften en kranten een grote inspiratiebron. Het hielp hen even hun omstandigheden te vergeten. Zij ontmoet daar niet veel vriendelijkheid en liefde maar vooral discriminatie van de ergste soort. Mensen mogen haar niet aanraken en ook niet tegen haar praten. Sommige mensen maken wel een kort praatje met haar, maar soms moet zij op een bepaalde plaats een boek of tijdschrift neerleggen. De bewoners halen, wanneer zij weg is, het boek op.
Het is leuk om de bewoners van de bergen steeds beter te leren door de verhalen die je leest. Toch krijg ik steeds meer het gevoel dat Cussy voor veel mensen eerder een ding is dan een mens.
Bij de geboorte van Cussy vertelde de arts over haar:
“Een gezonde jongedame die onder bepaalde omstandigheden even blauw kleurt als de libellen die overal rond de kreekbedden van Kentucky te vinden zijn.”
Zo kwam Cussy aan haar bijnaam 'Libel', dat verklaart dan ook gelijk de titel.
Een blauwe huid is een aandoening die echt bestaat, namelijk methemoglobinemie. Er ontbreekt een bepaald enzym, wat leidt tot een verhoogd gehalte van themoglobine in het bloed. Het bloed wordt dan chocoladebruin van kleur. Je huid ziet dan blauw in plaats van wit.
Ik werd bijzonder geraakt door de discriminatie in het boek. Dit is wat haar baas vertelt tijdens een bijeenkomst van vrouwen, inclusief Cussy, die allemaal boekkoerier zijn:
“Als een blauwe al zoveel kennis kan opdoen uit onze boeken, stel je dan eens voor wat dit programma kan betekenen voor normale mensen.”
Waarschijnlijk ken je verhalen over de discriminatie van de slaven en de apartheidswetten, die gelden ook voor Cussy. Ondanks haar harde werk blijft Cussy eenzaam. Omdat ze de laatste blauwe vrouw is en niemand kent die net zo is, is het vrijwel onmogelijk om vriendschappen te sluiten. Het contact zou stiekem moeten.
Het dorp is een hechte gemeenschap, Cussy wordt geaccepteerd, maar alleen als ze zich aan de apartheidsregels houdt. Zo heftig.
Ik vind het knap dat Cussy ondanks haar verdriet en eenzaamheid toch altijd weer doorgaat. Ze werkt keihard en de tocht door de bergen met haar boeken en ezeltje is niet zonder gevaar. Ook al heeft ze moeite om zichzelf te accepteren en zoekt ze naar een oplossing om van haar blauwe kleur af te komen. De ontwikkeling van meisje naar vrouw is goed beschreven.
Een bijzonder ritueel dat beschreven wordt in het boek is de hofmakerskaars en kandelaar om potentiële huwelijkskandidaten te lokken. Ik had er nog nooit van gehoord en vond het erg bijzonder. Je mag zelf gaan lezen hoe dat werkt.
De schrijfstijl is in het begin niet meeslepend, maar eerder een beetje saai. Het kost wat moeite om in het verhaal te komen, maar dat wordt in de loop van het boek beter. Hoe verder je komt hoe mooier de zinnen worden:
“Ik jammerde –een droog gejammer, een rivierbedding die was opgedroogd door te veel hartzeer, te veel pijn en tegenspoed, totdat de dam barstte- totdat mijn snikken doordrong tot in de spelonken van mijn ziel en er rivieren van ondraaglijke pijn losbraken.”
De hoofdstukken zijn lang en worden in kortere stukken verdeeld. Een nieuw stuk begint met drie sterretjes. Onder het hoofdstuknummer zie je een libelle. Dat zorgde voor een goed verzorgde layout.
Het is een indrukwekkend boek dat nog lang blijft nazingen in mijn hoofd. In hoeverre kan ik leven met mijn gebreken en eigenaardigheden en hoe ga ik om met andere mensen? Heb ik mijn oordeel ook al niet snel klaar?
Ik geef het boek 4 sterren, vooral omdat dit boek veel indruk op me heeft gemaakt.
1
Reageer op deze recensie