Hebban recensie
Fascinerend derde deel
maar hoe nu verder ?,De in Engeland geboren schrijver John Burdett (1951) resideert al meer dan twaalf jaar in Hong Kong waar hij advocaat was voor hij zich op het schrijven toelegde. Na zijn boek A Personal History of Thirst, debuteerde hij in 1997 in het thrillergenre met The Last Six Million Seconds. Jaren geleden vond ik dat boek in vertaling De laatste zes miljoen seconden. Het speelde zich af in Hong Kong en bleek een uitstekende vingeroefening voor zijn latere schrijfsels. Burdett is echter het meest bekend geworden met zijn bestsellers Bangkok 8 en Bangkok Tattoo waarin de hoofdrol is weggelegd voor rechercheur Sonchai Jitpleecheep. Pas verschenen is het derde deel in deze reeks, Geheime kamers (Bangkok Haunts), met opnieuw rechercheur Sonchai in de hoofdrol. En opnieuw heb ik genoten van zijn avonturen in de onderbuik van Thailand.
Deze keer is de locatie voornamelijk Bangkok. Voor de oplossing van een extreme moord maakt hij echter ook een uitstapje over de grens naar Cambodja, waar we zelfs olifanten van een andere kant leren kennen.
Evenals in de twee vorige delen van de serie komen we voor een groot deel dezelfde vaste personages tegen. Zo zijn daar weer Sonchais politiechef kolonel Vikorn - , zijn assistent, de katoey (transsexueel) Lek, de Amerikaanse collega Kimberley Jones in dit boek meestal met de bijnaam FBI opgevoerd - , en het personeel van het bordeel van de familie Jitpleecheep.
Eromheen plaatst de auteur een monnik, enkele ex-Rode Khmers en een selecte groep zeer welgestelde en invloedrijke leden van een besloten club in de hoofdstad.
Sonchais baas heeft naast een belang in het bordeel en de handel in hard drugs een nieuw zeer winstgevend project op het oog: het produceren van pornofilms, en Sonchai moet dat voor zijn baas met voorrang regelen.
De half Amerikaanse, half Thaise inspecteur wordt echter volledig in beslag genomen door een afschuwelijke snuff-movie, die hem in handen wordt gespeeld. Het slachtoffer in de film is een ex-minnares van de politieman. Hij had met haar een kortstondige, maar zeer intense relatie, en zelfs na haar gruwelijke dood beheerst ze nog steeds de levens van haar vroegere minnaars. Zijn baas probeert Sonchai te dwingen de zaak te laten rusten en deze misdaad als opgelost te beschouwen, maar onze hoofdpersoon volgt natuurlijk zijn eigen plan.
Het hele boek ademt weer de boeiende sfeer uit van een exotische samenleving, die heel anders in elkaar steekt dan onze westerse samenleving.
Met zijn bekende mengeling van actie, boeddhistische filosofie, humor, spanning en ironie schildert Burdett via Sonchai opnieuw een fascinerend beeld van de Thaise zeden en gewoonten. Zonder arrogant over te komen, houdt deze Boeddhist zowel ons als zijn Thaise landgenoten een spiegel voor.
Misschien dat een aantal Thaise termen iets te vaak zonder uitleg in het boek voorkomen en de religieuze en culturele gebruiken wel erg uitgebreid beschreven worden. Maar de lezer, die van de vorige delen genoten heeft, zal dit echter ongetwijfeld meer als een verrijking van zijn kennis van deze Aziatische cultuur ervaren, dan als een storende spanningsremmer.
Na deze serie van drie vraag ik me als Farang (buitenlander) af, hoe John Burdett, verder gaat met zijn hoofdpersoon. Misschien stuurt hij hem enige tijd naar één van de andere landen in de interessante Aziatische regio, zodat daarmee de cirkel weer rond is.
Deze keer is de locatie voornamelijk Bangkok. Voor de oplossing van een extreme moord maakt hij echter ook een uitstapje over de grens naar Cambodja, waar we zelfs olifanten van een andere kant leren kennen.
Evenals in de twee vorige delen van de serie komen we voor een groot deel dezelfde vaste personages tegen. Zo zijn daar weer Sonchais politiechef kolonel Vikorn - , zijn assistent, de katoey (transsexueel) Lek, de Amerikaanse collega Kimberley Jones in dit boek meestal met de bijnaam FBI opgevoerd - , en het personeel van het bordeel van de familie Jitpleecheep.
Eromheen plaatst de auteur een monnik, enkele ex-Rode Khmers en een selecte groep zeer welgestelde en invloedrijke leden van een besloten club in de hoofdstad.
Sonchais baas heeft naast een belang in het bordeel en de handel in hard drugs een nieuw zeer winstgevend project op het oog: het produceren van pornofilms, en Sonchai moet dat voor zijn baas met voorrang regelen.
De half Amerikaanse, half Thaise inspecteur wordt echter volledig in beslag genomen door een afschuwelijke snuff-movie, die hem in handen wordt gespeeld. Het slachtoffer in de film is een ex-minnares van de politieman. Hij had met haar een kortstondige, maar zeer intense relatie, en zelfs na haar gruwelijke dood beheerst ze nog steeds de levens van haar vroegere minnaars. Zijn baas probeert Sonchai te dwingen de zaak te laten rusten en deze misdaad als opgelost te beschouwen, maar onze hoofdpersoon volgt natuurlijk zijn eigen plan.
Het hele boek ademt weer de boeiende sfeer uit van een exotische samenleving, die heel anders in elkaar steekt dan onze westerse samenleving.
Met zijn bekende mengeling van actie, boeddhistische filosofie, humor, spanning en ironie schildert Burdett via Sonchai opnieuw een fascinerend beeld van de Thaise zeden en gewoonten. Zonder arrogant over te komen, houdt deze Boeddhist zowel ons als zijn Thaise landgenoten een spiegel voor.
Misschien dat een aantal Thaise termen iets te vaak zonder uitleg in het boek voorkomen en de religieuze en culturele gebruiken wel erg uitgebreid beschreven worden. Maar de lezer, die van de vorige delen genoten heeft, zal dit echter ongetwijfeld meer als een verrijking van zijn kennis van deze Aziatische cultuur ervaren, dan als een storende spanningsremmer.
Na deze serie van drie vraag ik me als Farang (buitenlander) af, hoe John Burdett, verder gaat met zijn hoofdpersoon. Misschien stuurt hij hem enige tijd naar één van de andere landen in de interessante Aziatische regio, zodat daarmee de cirkel weer rond is.
1
Reageer op deze recensie