Lezersrecensie
Gemengde gevoelens: een anachronisme en vlees noch vis
Auteur Lysander Mazee (1987) zoekt verschillende uitingsvormen voor de verhalen in zijn hoofd. Hij studeerde Theologie in Leiden en Klassieke Zang aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en is werkzaam op een basisschool.
Met zijn debuutroman Wolventijd won hij de Debuutprijs van de Jonge Jury.
Uit het juryrapport: “Zijn schrijfstijl wordt gekenmerkt door magisch realisme, historische elementen, Scandinavische folklore, queer hoofdpersonages en psychologische gelaagdheid. Transformatie en identiteit lopen als een rode draad door deze verhalen heen.”
Die thema's komen ook terug in het boek Wisselkind, zijn tweede boek.
De titel Wisselkind verwijst naar een sprookjesachtig, mythisch begrip: een kind van wie in het verleden gedacht werd dat het door elfen, kabouters of dwergen net na de geboorte uit de wieg was gestolen en was vervangen door een soortgenoot.
Het verhaal wordt gesitueerd aan het eind van de Schoonse oorlog (1674-1679) in Zweden.
De door de auteur gebruikte periode en symboliek maken het verhaal in mijn ogen echter verwarrend en ongeloofwaardig.
De aanwezigheid van de mythische Hoeders naast de ruime plek die christelijke elementen zoals het bijbellezen, de kerk, de dominee(sdochter) en de verwijzing naar het verhaal van de zeven plagen van Egypte innemen in het begin van het boek, deed mij denken aan een verwijzing naar Mariken van Nimwegen of Faust, waarbij een mens zijn ziel verbindt aan de duivel voor het vinden van geluk.
Een mooi, tijdloos thema, maar de vrijheid waarmee tegen het eind van het boek over transgender wordt gesproken past totaal niet in het door de auteur gekozen historische tijdvak.
Bovendien wordt die schijnbare openheid uiteindelijk ook weer ongedaan gemaakt wanneer Ingmar en Audun uiteindelijk om praktische redenen kiezen voor de oplossing van een huwelijk "waarbij aanraken en kussen is toegestaan".
Hiermee lijkt de benadering van de oplossing voor transgender-zijn eerder op die van 350 of zelfs 50 jaar geleden. Ik vraag me dan ook af of deze benadering hedendaagse jongeren (leeswijzer zegt 15+ jaar) aanspreekt en in hun belevingswereld past.
En of die oplossing in het algemeen in deze tijd past, behalve in zeer behoudende kringen.
Het is een boek waarmee de auteur duidelijk thema's bespreekbaar wil maken die hem na aan het hart liggen, maar hij lijkt enorm te worstelen met zijn eigen (christelijke) achtergrond en hoe die gekozen thematiek daarin te verwerken, waardoor het verhaal uiteindelijk vlees noch vis is en daarmee helaas ongeloofwaardig.
Met zijn debuutroman Wolventijd won hij de Debuutprijs van de Jonge Jury.
Uit het juryrapport: “Zijn schrijfstijl wordt gekenmerkt door magisch realisme, historische elementen, Scandinavische folklore, queer hoofdpersonages en psychologische gelaagdheid. Transformatie en identiteit lopen als een rode draad door deze verhalen heen.”
Die thema's komen ook terug in het boek Wisselkind, zijn tweede boek.
De titel Wisselkind verwijst naar een sprookjesachtig, mythisch begrip: een kind van wie in het verleden gedacht werd dat het door elfen, kabouters of dwergen net na de geboorte uit de wieg was gestolen en was vervangen door een soortgenoot.
Het verhaal wordt gesitueerd aan het eind van de Schoonse oorlog (1674-1679) in Zweden.
De door de auteur gebruikte periode en symboliek maken het verhaal in mijn ogen echter verwarrend en ongeloofwaardig.
De aanwezigheid van de mythische Hoeders naast de ruime plek die christelijke elementen zoals het bijbellezen, de kerk, de dominee(sdochter) en de verwijzing naar het verhaal van de zeven plagen van Egypte innemen in het begin van het boek, deed mij denken aan een verwijzing naar Mariken van Nimwegen of Faust, waarbij een mens zijn ziel verbindt aan de duivel voor het vinden van geluk.
Een mooi, tijdloos thema, maar de vrijheid waarmee tegen het eind van het boek over transgender wordt gesproken past totaal niet in het door de auteur gekozen historische tijdvak.
Bovendien wordt die schijnbare openheid uiteindelijk ook weer ongedaan gemaakt wanneer Ingmar en Audun uiteindelijk om praktische redenen kiezen voor de oplossing van een huwelijk "waarbij aanraken en kussen is toegestaan".
Hiermee lijkt de benadering van de oplossing voor transgender-zijn eerder op die van 350 of zelfs 50 jaar geleden. Ik vraag me dan ook af of deze benadering hedendaagse jongeren (leeswijzer zegt 15+ jaar) aanspreekt en in hun belevingswereld past.
En of die oplossing in het algemeen in deze tijd past, behalve in zeer behoudende kringen.
Het is een boek waarmee de auteur duidelijk thema's bespreekbaar wil maken die hem na aan het hart liggen, maar hij lijkt enorm te worstelen met zijn eigen (christelijke) achtergrond en hoe die gekozen thematiek daarin te verwerken, waardoor het verhaal uiteindelijk vlees noch vis is en daarmee helaas ongeloofwaardig.
1
Reageer op deze recensie