Bescheiden vertelling met enorme indruk
De Engelse Elizabeth O'Connor groeide op in Birmingham en nadat ze haar studie letterkunde afrondde aan de universiteit van Birmingham, lag daar ook een baan voor haar in het verschiet. Ze schreef een aantal korte verhalen die in diverse bladen werden gepubliceerd. Door haar verhaal Woman with the White Pekingese mocht ze in 2020 de White Review Short Story Prize in ontvangst nemen. Whale Fall is haar debuutroman, die Jan de Nijs in 2024 naar Walvistij vertaalde.
'De auteur speelt constant met haar woorden en zet hiermee een plezierige en krachtige vertelling neer.' – recensent Yvonne
1938, een fictief Welsh' eiland. Isolatie, woeste wateren en visserij. Een gemeenschap die nog geen vijftig mensen telt bewoont dit eiland. Ze zijn afhankelijk van voornamelijk visserij en donaties van gestrande schepen die het ruime sop niet konden trotseren. De meeste inwoners zijn tevreden met de karige levensstijl, maar voor de jongere generatie lokt het onbekende op het vaste land. De achttienjarige Manod zou dolgraag het eiland verlaten om te kunnen studeren in de stad en iets van haar leven te maken, maar ze wil en kan haar jongere zusje Llinos niet achterlaten. Dan spoelt er een kadaver van een walvis aan, wat de aandacht van de vastelanders trekt.
De roman telt slechts 192 pagina's, maar O'Connor weet met weinig woorden een compleet verhaal te vertellen. De vertelling kent geen haast en gedijt op een kalme toon. Er wordt veel aandacht besteed aan sfeeromschrijvingen waarmee de ambiance van het eiland tot leven komt. Het ene moment voel je jaloezie naar de rust en het geïsoleerde leven, terwijl je op een ander moment een trui aan wil trekken in de overtuiging dat de ijzige wind die wordt beschreven daadwerkelijk om je heen waait. Het boek is doorspekt met details, maar laat genoeg ruimte voor verbeeldingskracht. De auteur speelt constant met haar woorden en zet hiermee een plezierige en krachtige vertelling neer.
Als de twee vreemdelingen van het vasteland, Edward en Joan, op het eiland arriveren, is de taalbarrière een groot struikelblok. Manod is een slimme meid die buiten het Welsh, de taal dat op het eiland wordt gesproken, ook de Engelse taal machtig is. Ze leerde zichzelf dit aan door oude boeken van haar overleden moeder te lezen. Ze neemt de rol van vertaalster op zich en neemt Edward en Joan onder haar hoede om ze bekend te maken met de typische gebruiken van de eilanders. Dialogen in het boek zijn schaars en voornamelijk tussen de twee vreemdelingen en Manod, maar ze worden niet gemist. Het eiland spreekt zonder woorden en maakt vele dialogen overbodig.
Terwijl de tijd verstrijkt, bloeit er logischerwijze een vriendschap op tussen Joan en Manod. Gedurende het onderzoek van Joan en Edward komen er veel emoties vrij bij de personages. Afgunst en onbegrip van de vastelanders, terwijl Manod voornamelijk verlangens en gemis ervaart. Joan geeft Manod hoop om na het afronden van het onderzoek mee naar het vaste land te kunnen om daar haar dromen te laten uitkomen. Precies zoals je de karakters zou verwachten bij de omstandigheden. Toch is niets stereotype te noemen. De auteur boetseert haar personages niet met woorden, maar laat dit aan de creativiteit van haar lezers over. Herinneringen, standpunten en gebeurtenissen vervaardigen degelijke figuren die maar weinig woorden nodig hebben. Knap staaltje schrijfwerk!
Walvistij laat een enorme indruk achter, waardoor nieuwsgierigheid naar ander werk van de auteur groots aanwezig is. De roman is beknopt, maar komt nog geen letter tekort. O'Connor heeft een bekoorlijke schrijfwijze die diepgang weet te creëren. Op een speelse manier wordt met weinig woorden een compleet en emotioneel verhaal opgebouwd.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een eenzaam boek' en 'Lees een kwetsbaar boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie