Worstelingen met familie
Het beloofde feest is het persoonlijke verhaal van Ilay den Boer (Jeruzalem, 1986). Volgens de achterflap is Jurjen Sytsma (Hilversum, 1986) verantwoordelijk voor het optekenen ervan. Waarom staat zijn naam niet op de voorkant? Voordat Het beloofde feest als boek uitkwam, maakte Den Boer theatervoorstellingen met dezelfde titel. Door in zes voorstellingen de situatie in Israël te belichten vanuit zijn familieleden toonde hij hoe complex de situatie aldaar was. Deze voorstellingen waren in veel landen te zien. Den Boer won veel prijzen met zijn werk. Waarom vindt hij het dan nog nodig zijn ervaringen op papier te zetten?
Ilay is zoon van een Joodse moeder en Nederlandse vader. Zoals veel kinderen met een migratieachtergrond worstelt hij met zijn identiteit. Als kind heeft hij enige jaren in Jeruzalem gewoond. Zijn oma, de moeder van zijn moeder, verwende hem zoals oma’s dat plegen te doen. Zijn vader was vrolijk en zowel het gezinsleven als de contacten met de rest van de familie waren goed te noemen. Aan die tijd heeft hij fijne herinneringen, ook al ontging het hem niet dat de relatie tussen zijn moeder en zijn oma niet al te best was. Ilays moeder kijkt anders aan tegen de problemen tussen Israël en de Palestijnen dan zijn oma. Zijn moeder verkiest het zichzelf en haar kinderen verre te houden van bomaanslagen en oorlogsgeweld. Wat in dit boek vooral naar voren komt, is dat zijn dominante oma een geweldige manipulator is die er niet voor terugschrikt Ilay los te weken van zijn moeder om hem in haar kamp te krijgen, het kamp van degenen die trouw zijn aan hun vaderland en vechten voor hun vaderland. Dat zij haar dochter hiermee kwetst, schijnt haar niet te deren. Evenmin, en daar gaat een groot deel van dit boek over, dat haar kleinzoon hierdoor in gewetensconflict komt.
Dat schrijven voor theaterproducties en het schrijven van non-fictie of een roman twee verschillende dingen zijn, wordt pijnlijk duidelijk in Het beloofde feest. Bij film of een voorstelling zijn het de getoonde beelden die het verhaal vertellen; het kan ook geen kwaad als het beeld regelmatig verschuift of inzoomt; en het gesproken woord doet de rest (om het maar eventjes in simpele bewoordingen te zeggen). Bij een boek kan de lezer zijn informatie alleen uit het geschreven woord halen. Alles draait om hoe deze informatie aangeboden wordt. Het boek Het beloofde feest lijkt niet onder de ogen van een redacteur geweest te zijn! Er zijn passages waarin het onduidelijk is wat er eigenlijk beweerd wordt. Ze zijn van-de-hak-op-de-tak-springend en niet logisch opgebouwd. Regelmatig moet een stukje tekst drie keer gelezen worden om erachter te komen wat bedoeld wordt of is een simpele mededeling omslachtig en dus lastig verwoord: “Misschien wel dankzij hém (een oom), bedacht ik me, terwijl mijn blik nog gefixeerd was op zijn natte lippen, had ik keuzes gemaakt die ertoe hadden geleid dat het onmogelijk was om te dienen in het Israëlische leger.”
Tijdens een sjabbatmaaltijd in familiekring zijn Bien, de vriendin van Ilay, en zijn nicht Dana in een geanimeerd gesprek verwikkeld. Slechts een paar regels verder staat: “Ook Bien en Tamar, die samen hadden zitten kletsen en zich niet hadden bemoeid met het gesprek met Dana vielen stil (…)” Slordig zoals hier omgesprongen wordt met de gesprekspartners. In geschreven vorm blijken de persoonlijke ervaringen van Den Boer niet van dien aard dat ze de aandacht van de lezer lang vasthouden. Het grote aantal fouten van allerlei soort verstoort ook nog eens de concentratie. Enkele voorbeelden: “Met de tranen van het lachen nog in mijn ogen werd Max aangekondigd.” “Maar dat deed ze nooit en zou ook raar voelen.” “Dana beantwoorde...”
Vinden we hier het antwoord op de vraag waarom degene die het verhaal van Ilay den Boer heeft opgetekend, niet op de cover staat? Jammer dat dit debuut door de uitgever zo slecht ondersteund is dat het lezen van dit boek geen feest is.
Reageer op deze recensie