Schokland: ooit een trotse hoeve in een zee van klei
Saskia Goldschmidt (1954) maakte na een lange, succesvolle carrière als theatermaker, producent, docent, en trainer in communicatieve vaardigheden de overstap naar het schrijversvak. Haar eerste drie romans tonen behalve haar literaire talent - De hormoonfabriek (2012) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs 2013 en naar andere talen vertaald - meteen al haar maatschappelijke betrokkenheid: in Verplicht gelukkig, portret van een familie (haar debuut in 2011) kweekt zij meer begrip voor hoe het is om tweede generatie oorlogsslachtoffer te zijn. In De hormoonfabriek wordt het meedogenloze kapitalisme aangeklaagd en in De voddenkoningin (2015) zien we de trend dat tweedehandskleding vintage wordt.
Schokland verscheen in oktober 2018 bij uitgeverij Cossee en kreeg een fraaie cover: een prachtige boerderij in een uitgestrekt, adembenemend landschap. Voor deze roman, de eerste waarin geschreven wordt over de gevolgen voor de bewoners van het aardbevingsgebied in Groningen, trok de schrijfster zich gedurende twee jaar terug in het Hogeland van Groningen. Zij ondervond aan den lijve hoe het is om te wonen en te werken in een gebied waarvan de bodem trilt en beeft; zij zag hoe de muren van huizen, boerderijen en stallen steeds grotere scheuren vertoonden, hoe delen van boerderijen onbewoonbaar verklaard werden; zij sprak met getraumatiseerde gedupeerden die maar bleven wachten op woorden van excuus en op schadevergoedingen, sommige jarenlang. Keiharde werkelijkheid die we als fictie in de roman terugvinden.
Opa Zwier vormt met dochter Trijn en kleindochter Femke een maatschap om de boerderij Schokland overeind te houden. Trijn en Zwier worden al hun hele leven achtervolgd door schuldgevoel. Trijn heeft geprobeerd te ontsnappen aan de nooit uitgesproken beschuldigingen van haar moeder door een vlucht naar de stad, maar na een korte gewelddadige relatie keerde zij met baby Femke terug; sindsdien ziet zij haar werk op de boerderij als een noodzakelijke boetedoening. Van haar broer Jort leerde Trijn hoe je dode vogels moet villen en opzetten en alleen in haar dodevogelmuseum vindt de stugge, verbitterde vrouw soelaas.
Goedaardige Zwier zakt met elke nieuwe scheur in de muren, met elke centimeter die de scheuren wijder worden, dieper weg in zijn ellende. Pas tegen het eind van het boek wordt duidelijk waarom hij zo hardnekkig spijkertjes schuurt en deze op een bord hamert: “Voor een keer heeft hij woorden willen geven aan de schuld die hij zijn hele leven met zich heeft meegezeuld. Met spijkertjes (…)” Lieve Femke probeert conflicten met haar moeder te vermijden. Maar nadat zij in contact is gekomen met de moderne bio-boerin Daniëlle, voor wie zij als een blok valt, komt zij voor zichzelf op.
Spanning en dreiging van buitenaf, vanwege bevingen en de onverschilligheid van diverse instanties, gaan in deze roman hand in hand met de spanningen binnenshuis. Goldschmidt ziet kans deze broeierige spanning tot het einde van het boek in stand te houden. Bij de beschrijving van de sterk visuele scènes zie je de ervaren theatermaakster aan het werk: “De roosters zijn met de koeien naar beneden gekletterd, de mestkelder in, en in de donkerbruine diepe, walmende, stinkende afgrond houden de koeien verdwaasd de kop boven de smurrie uit, met gestrekte halzen, hun lichamen bedolven onder glimmende stront.”
Een hartverscheurende scène, bijna niet met droge ogen te lezen! Andere opvallende elementen die bijdragen aan de sfeer in deze roman zijn de stugge conversatie tussen moeder en dochter, de verliefde appjes van Daniëlle, de schilderachtige beschrijvingen van akkers, weilanden, bloemen en vogels.
Op 5 december 2018 leest men op de website van Goldschmidt: “En ik ben er fier op, dat ik, geboren en getogen Amsterdammer, dankzij intensief onderzoek en een verblijf op het Hogeland, met mijn roman veel Groningers heb weten te raken. Dat is een mooi resultaat.” Dit kan nog mooier worden: ook niet-Groningers zullen na het lezen van het nog steeds actuele en goed geschreven Schokland zeggen dat zij, zo niet geraakt, dan toch op zijn minst niet meer onverschillig zijn tegenover het leed van de Groningers!
Reageer op deze recensie