Jaloezie en reflectie
De romancyclus Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust (1871-1922) is waarschijnlijk een van de bekendste uit de wereldliteratuur. Het vijfde deel in de cyclus, De gevangene, verscheen bij De Bezige Bij in 2018 in een nieuw jasje. Dit deel werd, net als de voorgaande delen, vertaald door Thérèse Cornips.
De oplettende lezer heeft aan het eind van het vierde deel, Sodom en Gomorra, al kunnen vaststellen dat de gevangene in kwestie in het vijfde deel van de serie Albertine zal zijn. Zij zit ‘opgesloten’ bij haar geliefde, de hoofdpersoon van Op zoek naar de verloren tijd, terwijl deze meer dan groen ziet van jaloezie en verdenkingen van haar liefde voor anderen (meisjes in dit geval).
Dit vijfde deel verscheen pas na het overlijden van Proust voor het eerst en er zijn dan ook opvallend veel voetnoten opgenomen die wijzen op fouten in het oorspronkelijke manuscript, personages die doodverklaard worden en verderop weer levend en wel hun entree maken, verwijzingen in ingelaste delen die niet overeenkomen met wat daaraan voorafgaat of wat er op volgt. De noten zijn vaak summier maar verhelderend, zeker waar het om incongruentie in de tekst gaat of om verwijzingen naar eerdere delen. Met het lezen van dit vijfde deel maakt de lezer kennis met een schrijver aan het werk, midden in zijn werk.
“Kunst ontleend aan de meest vertrouwde levensechtheid bestaat inderdaad, en haar domein is misschien het grootst. Maar het is desniettemin waar dat iets zeer boeiends, soms schoonheid, ontstaan kan uit een doen en laten voortspruitend uit een denkwereld die zo ver staat van alles wat wij voelen, van alles wat wij geloven, dat het ons niet eens lukt het te bevatten, dat het zich aan ons voordoet als een schouwspel zonder beweegredenen.”
Opvallend aan deel vijf van Prousts romancyclus is vooral het verschil in leeservaring met de andere delen, vooral aan het begin. Het hoofdpersonage heeft veel ruimte voor analyse en reflectie, er gebeurt nog steeds niet heel veel maar de gedachtegangen zijn interessanter en gemakkelijker te volgen zonder de vele namen en salonetiquette eromheen. Nog steeds lezen we natuurlijk veel uitweidingen over personages, maar ook steeds meer over gedachten en de omgeving, bijvoorbeeld over de verschillende venters die het hoofdpersonage op straat tegenkomt.
De trouwe lezers van de cyclus komen uiteraard ook weer inmiddels overbekende namen tegen. Proust heeft wederom veel aandacht voor taalgebruik bij verschillende personages en de ontwikkeling van taal. Homoseksualiteit komt terug, maar minder centraal en prominent dan in Sodom en Gomorra het geval was, en natuurlijk wordt er wederom verwezen naar de in De kant van Guermantes zo uitvoerig besproken Dreyfusaffaire. Tegen het einde van dit deel van de roman wordt het verhaal weer wat langdradiger en herkent de lezer qua stijl de vorige delen van de cyclus.
“Want ik hield verborgen dat zij in huis woonde en zelfs dat wij elkaar ooit bij mij thuis zagen, zo bang was ik dat een van mijn vrienden verliefd op haar werd, haar buiten zou opwachten, of dat, tijdens het moment van een ontmoeting in de gang of de antichambre, zij een teken kon geven en een afspraak maken.”
Jaloezie is een van de hoofdthema’s in De gevangene, evenals herinneringen en leugens. Het hoofdpersonage verdenkt Albertine van omgang met verschillende meisjes en probeert haar dit op allerlei manieren te laten bekennen, terwijl hij haar tegelijkertijd constant in de gaten houdt en als een gevangene behandelt. Het hoofdpersonage reflecteert op zijn eigen gedachten en gevoelens en dat maakt dit vijfde deel erg interessant.
Ook interessant is de beschrijving (die zo’n tien pagina’s in beslag neemt) van een muziekstuk dat het hoofdpersonage hoort en dat beschreven wordt in beeldende taal. Proust vergelijkt klanken met kleuren en gebruikt veel beeldende kunst metaforen om het muziekstuk te omschrijven. Voor lezers die geïnteresseerd zijn in de kunsten en de wisselwerking tussen verschillende kunstvormen is dat een heel waardevolle passage.
Hoewel het laatste deel van het boek wederom bikkelen is voor de lezer, is De gevangene zeker de moeite van het lezen waard en het helpt daarbij ook om de voorgaande delen gelezen te hebben. Langzaam raakt de lezer bekend met het taalgebruik en de opbouw die Proust hanteert en het is extra leuk om de opvallende elementen daarin te kunnen opmerken, op die manier krijgt de gehele romancyclus extra betekenis.
Reageer op deze recensie