Een melancholisch mysterie
In 2012 debuteerde dichter Giovanni della Chiusa (1969-2015) in Hollands Maandblad. Regelmatig verschenen er na die eerste keer verschillende gedichten van zijn hand in het blad, maar de persoon is in mysteriën gehuld. Er is weinig over hem bekend, afgezien van het feit dat hij in 2015 zou zijn omgekomen bij een auto-ongeluk in Italië, voor die tijd werkte aan een debuutbundel met de titel Een mens moet ook niet alles willen weten en een vriend zou zijn van Arnon Grunberg.
Grunberg droeg een aantal van de gedichten van Della Chiusa voor in oktober 2017 tijdens de Piet Paaltjens Parade. De Korenmaat zorgde eind 2017 voor een bundeling in 7 Melancholische Gedichten, een opmaat naar de bundel Een mens moet ook niet alles willen weten die werd samengesteld en ingeleid door Grunberg en in 2018 bij Lebowski verscheen.
Een mysterie blijft het echter, niemand lijkt zich verder af te vragen waarom een Italiaanse dichter in het Nederlands zou publiceren. Een vertaler wordt immers nergens genoemd. Sommigen opperen dat Della Chiusa een alterego van Grunberg is. Maar misschien moet een mens inderdaad niet alles willen weten en moeten we Grunberg geloven wanneer hij zijn voorwoord begint met: “De tekst spreekt voor zich.”
Niets is minder waar in het geval van Della Chiusa. Zijn bundel ademt melancholie en elk gedicht raakt de lezer opnieuw. De beelden die de dichter schetst zijn stuk voor stuk herkenbaar en tegelijk hebben ze een grote leegte in zich. Della Chiusa heeft maar weinig woorden nodig om die melancholische sfeer telkens opnieuw op te roepen, achter elk afgerond gedicht hoor je de zucht van frustratie en verlichting die erop volgt.
"Als het even kan
zou hij in een onbewaakt ogenblik
in een ravijn willen worden geduwd.
Vínd maar eens iemand.”
Zwartgallig dus, maar niet alleen. Af en toe schemert daar een zweempje humor, zwarte humor, maar het maakt de gedichten wat minder donker. Zwart wordt donkergrijs en af en toe betrap je jezelf op een glimlach.
“Vincents geest
waait door dit huis
er zijn alleen nog
geen kunstenaars
geweest en geen
oren afgesneden
maar wat niet is
kan nog komen
natuurlijk.”
Sommige gedicht zijn voorzien van een plaats- en datumaanduiding, ongebruikelijk misschien, maar het versterkt het idee van een rondreis door Italië die de lezer samen met de dichter maakt in deze bundel. Het laatste gedicht ‘Draaikolk’ is geschreven in november 2015 in Lucca. Het mysterie van deze dichter kan beter worden opgelost door (andere) literatuurwetenschappers, maar Dell Chiusa eindigt zijn bundel met de woorden: “ik weet zeker dat ik zal terugkeren”. Mogen we in dit geval dan tenminste hopen op een wonder, een wederopstanding om nog meer prachtige gedichten te kunnen lezen? Tot die tijd rest ons niets anders dan Een mens moet ook niet alles willen weten nog heel vaak ter hand te nemen.
Reageer op deze recensie