Lezersrecensie
Theater in literatuur
De moeder van Jente Jong overleed toen Jong twee jaar oud was. Jong werkt als theatermaker, actrice en schrijver. Ze speelt regelmatig bij theatergezelschappen en schreef en speelde vier solovoorstellingen. Haar debuutroman Het intieme vreemde bevat fragmenten uit de dagboeken die haar moeder bijhield.
Sarah is een jonge actrice, op zoek naar haar moeder, waarvan ze niet kan geloven dat die daadwerkelijk gestorven is toen ze nog maar een kind was, omdat haar vader er nooit over praat. Sarah stopt met toneelspelen en eigent zich de rol van caissière toe om dichter bij de vrouw te kunnen komen waarvan ze zeker weet dat dat haar moeder moet zijn.
Sarah wordt uit haar eigen theatergezelschap gegooid en heeft veel problemen, maar vlucht voor al die problemen weg. Ze lost alle moeilijke gesprekken en situaties op door te rennen of door ze te zien als scènes in een nieuwe theaterrol. Alles is theater, inclusief haar baantje achter de kassa van de Albert Heijn.
“Nog geen maand sta ik niet meer op toneel maar speel ik deze doorlopende locatievoorstelling, en nu al dreigt de terugval. Het geluid van het scanapparaat drijft me tot waanzin. Mijn gezicht doet pijn van het constante glimlachen, maar de klucht moet overeind blijven. Ik moet zorgen dat ik er ben als ze terugkeert.”
In Sarahs zoektocht naar haar moeder, zichzelf en haar naasten maakt Jong dankbaar gebruik van veel klassieke theaterstukken door daaruit te citeren. De universele thema’s als liefde en verlies komen daarin steeds weer terug. Het theaterstuk Medea staat centraal naast de dagboekfragmenten van haar eigen moeder die ze op subtiele wijze weet te integreren in haar eigen verhaal.
De beeldspraak en het poëtische taalgebruik waarmee Jong haar verhaal vertelt is bewonderenswaardig: “Ik schreeuw naar de zee tot mijn wangen rood zijn, met een diepte die ik niet van mezelf ken. De klanken slaan kapot tegen de branding, redden het niet. Een schreeuw gaat vlak voor de finish op zijn bek in het zand. Wat rest is een leegte die niet getroost kan worden.” Maar toch blijft er veel ruimte voor verdieping, van zowel het verhaal als de personages, onbenut.
Het intieme vreemde leest makkelijk, maar het is lastig voor de lezer om er alle lagen uit te halen. Een extra verdiepingsslag had het verhaal sterker en aangrijpender gemaakt, zonder het direct melodramatisch te laten worden. De relatie tussen Sarah en haar jeugdvriend Thomas, de relatie tussen vader Henrik en Sarah en de relatie tussen de zieke Christie en Sarah, het zijn stuk voor stuk hele interessante verhaallijnen die meer verdienen. Wellicht ligt daar het verschil tussen een theaterschrijver en een romanschrijver.
Toch is die op scènes gebaseerde aanpak geen reden om Jong niet te lezen. Haar prettige taalgebruik en originele behandeling van de thema’s in combinatie met de klassieke toneelteksten is voor elke theater- en literatuurliefhebber zeker de moeite waard.
Sarah is een jonge actrice, op zoek naar haar moeder, waarvan ze niet kan geloven dat die daadwerkelijk gestorven is toen ze nog maar een kind was, omdat haar vader er nooit over praat. Sarah stopt met toneelspelen en eigent zich de rol van caissière toe om dichter bij de vrouw te kunnen komen waarvan ze zeker weet dat dat haar moeder moet zijn.
Sarah wordt uit haar eigen theatergezelschap gegooid en heeft veel problemen, maar vlucht voor al die problemen weg. Ze lost alle moeilijke gesprekken en situaties op door te rennen of door ze te zien als scènes in een nieuwe theaterrol. Alles is theater, inclusief haar baantje achter de kassa van de Albert Heijn.
“Nog geen maand sta ik niet meer op toneel maar speel ik deze doorlopende locatievoorstelling, en nu al dreigt de terugval. Het geluid van het scanapparaat drijft me tot waanzin. Mijn gezicht doet pijn van het constante glimlachen, maar de klucht moet overeind blijven. Ik moet zorgen dat ik er ben als ze terugkeert.”
In Sarahs zoektocht naar haar moeder, zichzelf en haar naasten maakt Jong dankbaar gebruik van veel klassieke theaterstukken door daaruit te citeren. De universele thema’s als liefde en verlies komen daarin steeds weer terug. Het theaterstuk Medea staat centraal naast de dagboekfragmenten van haar eigen moeder die ze op subtiele wijze weet te integreren in haar eigen verhaal.
De beeldspraak en het poëtische taalgebruik waarmee Jong haar verhaal vertelt is bewonderenswaardig: “Ik schreeuw naar de zee tot mijn wangen rood zijn, met een diepte die ik niet van mezelf ken. De klanken slaan kapot tegen de branding, redden het niet. Een schreeuw gaat vlak voor de finish op zijn bek in het zand. Wat rest is een leegte die niet getroost kan worden.” Maar toch blijft er veel ruimte voor verdieping, van zowel het verhaal als de personages, onbenut.
Het intieme vreemde leest makkelijk, maar het is lastig voor de lezer om er alle lagen uit te halen. Een extra verdiepingsslag had het verhaal sterker en aangrijpender gemaakt, zonder het direct melodramatisch te laten worden. De relatie tussen Sarah en haar jeugdvriend Thomas, de relatie tussen vader Henrik en Sarah en de relatie tussen de zieke Christie en Sarah, het zijn stuk voor stuk hele interessante verhaallijnen die meer verdienen. Wellicht ligt daar het verschil tussen een theaterschrijver en een romanschrijver.
Toch is die op scènes gebaseerde aanpak geen reden om Jong niet te lezen. Haar prettige taalgebruik en originele behandeling van de thema’s in combinatie met de klassieke toneelteksten is voor elke theater- en literatuurliefhebber zeker de moeite waard.
1
Reageer op deze recensie