Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Alle soorten liefde

De romancyclus Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust (1871-1922) is waarschijnlijk een van de bekendste uit de wereldliteratuur. Het vierde deel in de cyclus, Sodom en Gomorra, verscheen bij De Bezige Bij in een nieuw jasje. Dit vierde deel werd vertaald door Thérèse Cornips.

De vertaalster heeft evenals in het derde deel van de serie af en toe een voetnoot opgenomen om de lezer te wijzen op een fout in het oorspronkelijke manuscript of om een geciteerd werk of een naam te duiden. Ook zonder uitgebreide inleiding of notenapparaat voelt de lezer zich tijdens het lezen van dit vierde deel in de cyclus langzaam thuis in de wereld van het hoofdpersonage van Proust. Ook het hoofdpersonage zelf begint de verschillende klassen waarin hij zich begeeft te begrijpen.

“Ik begon de gesproken of onuitgesproken taal der aristocratische vriendelijkheid op zijn juiste waarde te schatten, een vriendelijkheid die graag balsem giet op het minderwaardigheidsgevoel van degenen jegens wie zij wordt betracht, maar niet nochtans in een mate dat zij het wegneemt, want in dat geval zou zijn geen reden van bestaan meer hebben.”


Het personage waar dit deel van de romancyclus om draait is M. de Charlus, een naam die de lezer zal herkennen, hoewel we eerder nog niet heel veel over hem te weten komen. In de eerste pagina’s van Sodom en Gomorra betrapt het hoofdpersonage hem met Jupien, wat leidt tot een verhandeling over homoseksualiteit, de verschillen tussen mannen en vrouwen en alle tussenvormen die daarin mogelijk zijn. Letterlijk in de meest verbloemde taal wanneer Proust de vergelijking tussen bloemen, bijen en hermafrodieten trekt. Proust laat zien hoe verschillende personages denken over (hun vermoeden van) homoseksualiteit, maar blijft zelf neutraal in zijn oordeel. 

Na dit eerste inleidende deel volgen al snel weer de bekende salonscènes waarin ook thema’s als het antisemitisme en de Dreyfusaffaire, die de lezer inmiddels bekend voorkomen, terugkomen. Nieuw, naast het thema van homoseksualiteit (ook met betrekking tot de vriendin van het hoofdpersonage, Albertine), is het feit dat Proust de lezer op een paar momenten direct toespreekt en daarmee de – wat we in toneel zouden noemen – vierde wand doorbreekt.

“Dat is inderdaad bedroevend, waarde lezer. En treuriger dan u denkt, wanneer men er een aankondiging in voelt van de tijd waarin namen en woorden uit het heldere gebied van het brein zullen verdwijnen, en men er voorgoed van zal moeten afzien bij zichzelf de namen te noemen van wie men het best heeft gekend.”


Proust wijst ook vooruit in zijn verhaal, om vervolgens de lezer te laten weten dat het zo ver nog niet is en dat er eerst nog iets anders verteld moet worden. Ook is het hoofdpersonage er ineens van bewust dat de zaken die hij vertelt enkel vanuit zijn perspectief bezien worden:

“Er gebeurde in diverse gedaantes het volgende (welteverstaan zoals door mij gezien, aan mijn kant van het glas, dat allerminst doorschijnend was, en zonder dat ik te weten kon komen wat er echt was aan de andere kant).”


Een heleboel interessante nieuwigheden die dit vierde deel literair heel interessant maken. Het hoofdpersonage brengt opnieuw een bezoek aan Balbec, waar hij bijna de hele rest van dit deel zal doorbrengen. In Balbec zijn de mensen met wie hij optrekt van minder hoge komaf en Proust geeft de personages uit de burgerlijke klasse hun eigen taal. Dit spel met taalregisters is ook ook iets dat de lezer niet eerder tegenkwam.

De opbouw van de hoofdstukken in het tweede deel van deze roman lijkt ook consequenter dan in de voorgaande delen, maar komt bekend voor. Proust begint een nieuw hoofdstuk met een algemene verhandeling, vaak over een onderwerp dat de lezer bekend voor zal komen, bijvoorbeeld over herinneringen, slaap, dromen en de invloed van medicijnen/narcotica aan het begin van hoofdstuk drie. Vervolgens duiken we weer terug in de alledaagse gang van afspraken, bezoeken en personages.

Interessant en opvallend in Sodom en Gomorra is ook hoeveel ruimte Proust gebruikt om de etymologie van plaats- en familienamen uit de doeken te doen. Ook verwijst hij veel naar en citeert hij veel andere Franse schrijvers, waaronder vaak Racine en Molière.

Op zoek naar de verloren tijd is een indrukwekkend werk, niet alleen qua omvang – ook dit vierde deel telt weer zo’n 650 pagina’s – maar ook qua stijl en taalgebruik. Na het lezen van Sodom en Gomorra kun je niet anders dan benieuwd zijn wat de volgende delen nog voor ons in petto hebben. Het is een enorme investering voor de lezer, maar de bewondering voor dit literaire werk blijft groeien.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Anne Oerlemans

Gesponsord

Een indringend verhaal op het scherp van de snede, vanuit de belevingswereld van de strafrechtadvocate die als slachtoffer moet strijden voor een eerlijke behandeling onder het recht waar ze altijd in heeft geloofd.

Hetzelfde boek lezen brengt mensen samen: je hebt direct iets om over te praten! Daarom lezen we in november met heel Nederland 'Joe Speedboot' van Tommy Wieringa. Je haalt het boek gratis op bij je bibliotheek.