Van alles een beetje
Hugo Koolschijn (1946) speelt sinds 1987 bij Toneelgroep Amsterdam (tegenwoordig Internationaal Theater Amsterdam) en schreef en speelde talloze (solo)voorstellingen. Naast zijn werk bij Toneelgroep Amsterdam speelde Koolschijn bij andere gezelschappen en in diverse speelfilms, waaronder Soldaat van Oranje en Erik of het klein insectenboek. Ook in seizoen 18/19 is Koolschijn in verschillende theaterproducties op het toneel te vinden. In Voorstellingen schreef de acteur zijn memoires over het toneelleven.
“Wat je waard was werd voorzichtig besproken. Twijfels kwamen uit hun hok. Dat je er niks van kon zou niemand je ooit recht in je gezicht zeggen, […].”
Koolschijn werd opgevoed in een zwaar bevindelijk gereformeerd gezin. De keuze voor het theater was dan ook allesbehalve vanzelfsprekend of gewaardeerd. Koolschijn schrijft over de geloofsgemeenschap rondom dominee Ponjaard waarbinnen hij streng werd opgevoed met alle angst voor de hel of verdoemenis daarbij behorend. Er is sprake van een moeizaam gezinsleven, ook wanneer hij zelf zijn gezin sticht. Scheidingen zijn bijna onvermijdelijk. Aan zijn opvoeding houdt Koolschijn over dat hij geen bestaansrecht heeft, niet als mens, niet op het toneel.
“Spelen was eigenlijk het enige middel tegen de angst. Daar was Ramses het mee eens, zonder naar de angst te vragen. Ik was niet bang om te falen, maar om te bezwijken.”
Vanaf het begin is duidelijk dat Koolschijn vanaf zijn jonge jaren opkijkt tegen Ramses. Zijn memoires lijken op sommige pagina’s zelfs meer te vertellen over Ramses dan over Koolschijn zelf.
Voorstellingen bestaat uit fragmenten die een beeld van een leven vormen. Zowel op het toneel als daarbuiten. Familie, vrienden en het werk komen langs, maar de lezer krijgt nergens meer dan een vluchtige glimp. Door het fragmentarische karakter van het verhaal mist de lezer informatie. Gebeurtenissen in het privéleven komen door middel van dialogen met collega’s of andere personages uiteindelijk wel bij de oplettende lezer aan het licht maar je kunt er net zo gemakkelijk overheen lezen. De lezer mist een geschreven context.
Ook lijkt er geen enkele chronologie uit te gaan van de memoires. De auteur lijkt geen keuze te hebben kunnen maken tussen een persoonlijke of theaterkroniek en heeft beiden in zijn verhaal proberen te stoppen zonder ze een van beiden geheel uit te werken. Daarnaast is het verhaal een ode aan de vriendschap met Ramses, maar tegelijk is ook dat niet overtuigend genoeg uitgewerkt om het boek in die term te kunnen vatten.
Voorstellingen is dus noch een ode aan de vriendschap, noch een persoonlijke geschiedenis of cultuurgeschiedenis van de Nederlandse toneelwereld, hoewel het lijkt te proberen alle drie tegelijk te zijn. Er zijn te veel hiaten in het verhaal om er één geheel van te kunnen maken en uiteindelijk leert het de lezer vrij weinig.
Reageer op deze recensie