Autisme kan ook een talent zijn
Jasmijn Vink ervaart de wereld anders en gedraagt zich daar ook naar. Dit valt voor het eerst op wanneer ze naar de kleuterklas gaat, waar alle kinderen een overdosis aan prikkels veroorzaken. Ze rennen, schreeuwen en spelen met fel speelgoed. Dit is voor Jasmijn zo heftig dat ze wegloopt van school, op zoek naar haar huis waar haar moeder en hond Senta zijn. Dit is slechts één van de weinige obstakels waar Jasmijn mee te maken krijgt in haar leven. Ze heeft namelijk autisme, maar daar was in de jaren tachtig en negentig weinig over bekend.
Het boek begint in 1997 tijdens een rijles. Al snel blijkt dat wat voor velen een simpele dagelijkse handeling is, voor Jasmijn vermoeiend is. Schrijfster Judith Visser (1978) haakt na deze introductie meteen aan op het thema van dit boek: het syndroom van Asperger, een vorm van autisme. Ze benadrukt hier ook dat iedereen met autisme anders is en het anders ervaart, maar dat Zondagskind haar ervaring is met het syndroom van Asperger. Dit boek is namelijk het verhaal van Judith Visser zelf, die op latere leeftijd haar diagnose kreeg en daarmee antwoorden vond op de vragen uit haar jeugd.
"Overzicht, alles ging om overzicht. Maar daar ontbrak het mij nu juist aan. Het grote geheel bestond voor mij niet, alleen oneindig veel details die nergens een compleet plaatje werden."
Na het inleidende hoofdstuk wordt Jasmijns leven chronologisch van kind tot en met jongvolwassene beschreven. Al snel blijkt Jasmijn een sterk personage doordat Visser weet waar ze het over heeft, waardoor ze niet alleen vanuit haarzelf schrijft, maar ook vanuit haar omgeving. Ze gebruikt veel herkenbare situaties, zoals de eindmusical op de basisschool en groepsvorming op het voortgezet onderwijs, zodat de lezer de kans krijgt om Jasmijns ervaring te vergelijken met de eigen ervaring. Hierdoor maakt Visser Jasmijns wereld begrijpelijk voor iedereen. Ook door haar duidelijke schrijfstijl weet ze iets ingewikkelds als autisme en psychische problemen begrijpelijk en op interessante wijze weer te geven.
Het verhaal roept begrip en medeleven op doordat de lezer al weet wat er speelt. Het zou voor Jasmijn, vanuit de lezer gezien, beter zijn als ze wist dat ze een vorm van autisme heeft. Wat Zondagskind nog emotioneler maakt is dat Jasmijn zelf doorheeft dat ze anders is. In haar hoofd stapt, zoals ze het zelf noemt 'normale Jasmijn', wel gewoon op mensen af, terwijl ze deze in de realiteit ontvlucht. Ze weet dus wel hoe ze om moet gaan met mensen, maar kan het niet. Iets wat het er niet makkelijker op maakt.
Autisme komt bij vrouwen minder vaak voor dan bij mannen en is dan ook weinig (bewust) besproken in romans. Literatuur over dit onderwerp geschreven door vrouwen met autisme is nog zeldzamer. In Nederland schreef Myrthe van der Meer al over haar psychische problemen in combinatie met Asperger en Visser heeft hier een goede aanvulling op gegeven door zich te richten op het opgroeien als meisje met autisme.
Zondagskind is een aanrader voor iedereen die een kijkje wil nemen door de ogen van iemand met autisme. Jasmijn weet zich ondanks de obstakels een steeds betere weg in het leven te vinden door zich bezig te houden met haar passies zoals honden, lezen en schrijven. Maar ondanks de weinige behoefte aan sociaal contact, speelt ook haar omgeving een rol. Doordat haar ouders Jasmijn de ruimte geven, ze steun vindt bij haar hond en een vriendin haar steunt, lukt haar steeds meer. Visser laat hiermee zien dat autisme niet zozeer een beperking is, maar in de juiste omgeving met de juiste handvatten ook een talent kan zijn.
Reageer op deze recensie