Lezersrecensie
Fansi's stilte
‘De duisternis viel abrupt, alsof iemand het licht uitdeed. Over het Saramaccakanaal reden
we Paramaribo binnen. De schaarse verlichting kwam van lantaarnpalen, die in een wirwar
van kabels met elkaar verbonden waren. Straten zonder bomen, tralies voor winkelruiten. Verveloze panden. Er liep geen kip op straat’.
Fragment uit ‘Fansi’s stilte’ van Tessa Leuwsha.
Het betreft haar eerste kennismaking met Suriname in 1993. Ze gaat er op zoek naar het verhaal van haar zwijgzame oma en haar negen kinderen.
Waargebeurd, met originele foto’s en plattegronden.
Verbazing is er over de details, de vele Surinaamse woorden, de aanduidingen van gebouwen, landerijen, rivieren, dijken etc.
Verrast door de originele straatnamen waardoor er bijna aan de hand van de schrijfster door Paramaribo en Nickerie en verder gewandeld kan worden.
Over Nickerie schrijft Leuwsha;
'In de lobby's hingen foto's uit de jaren vijftig. Het terras zat toen nog vol met met optimistische Hollanders, landbouwingenieurs, aangetrokken om in vruchtbare kleipolders van Nickerie machinale rijstbouw op te zetten'.
Alsof ik de geschiedenis van mijn schoonvader lees, bijzonder.
In het boek wordt een levendig beeld geschetst van Suriname in vroegere tijden, hoe het er veranderde en wat het is geworden.
Historische feiten, overzeese betrekkingen, de uittocht naar Nederland, het verblijf hier.
Rassen, armoede, werk, geloof, kwakzalverij, familiebanden, de ontbrekende vaders, bindende moederbanden en slavernij.
'Er is geen museum met voorwerpen van de oude plantages, alsof herinneringen te kwetsend zijn.
Alles komt voorbij, het verveelt niet.
Schrijfster Tessa Leuwsha is erin geslaagd de kleurrijke geschiedenis, het bewogen leven van haar grootmoeder op een respectvolle en indrukwekkende wijze te beschrijven
Voor mij was het lezen ervan kennismaken met een wereld waarover veel verteld werd, die er altijd bij hoorde maar toch onbekend bleef.
we Paramaribo binnen. De schaarse verlichting kwam van lantaarnpalen, die in een wirwar
van kabels met elkaar verbonden waren. Straten zonder bomen, tralies voor winkelruiten. Verveloze panden. Er liep geen kip op straat’.
Fragment uit ‘Fansi’s stilte’ van Tessa Leuwsha.
Het betreft haar eerste kennismaking met Suriname in 1993. Ze gaat er op zoek naar het verhaal van haar zwijgzame oma en haar negen kinderen.
Waargebeurd, met originele foto’s en plattegronden.
Verbazing is er over de details, de vele Surinaamse woorden, de aanduidingen van gebouwen, landerijen, rivieren, dijken etc.
Verrast door de originele straatnamen waardoor er bijna aan de hand van de schrijfster door Paramaribo en Nickerie en verder gewandeld kan worden.
Over Nickerie schrijft Leuwsha;
'In de lobby's hingen foto's uit de jaren vijftig. Het terras zat toen nog vol met met optimistische Hollanders, landbouwingenieurs, aangetrokken om in vruchtbare kleipolders van Nickerie machinale rijstbouw op te zetten'.
Alsof ik de geschiedenis van mijn schoonvader lees, bijzonder.
In het boek wordt een levendig beeld geschetst van Suriname in vroegere tijden, hoe het er veranderde en wat het is geworden.
Historische feiten, overzeese betrekkingen, de uittocht naar Nederland, het verblijf hier.
Rassen, armoede, werk, geloof, kwakzalverij, familiebanden, de ontbrekende vaders, bindende moederbanden en slavernij.
'Er is geen museum met voorwerpen van de oude plantages, alsof herinneringen te kwetsend zijn.
Alles komt voorbij, het verveelt niet.
Schrijfster Tessa Leuwsha is erin geslaagd de kleurrijke geschiedenis, het bewogen leven van haar grootmoeder op een respectvolle en indrukwekkende wijze te beschrijven
Voor mij was het lezen ervan kennismaken met een wereld waarover veel verteld werd, die er altijd bij hoorde maar toch onbekend bleef.
1
Reageer op deze recensie